96 Loopt je paard wel over de rug?

Kort in de hals lopende paarden drukken hun rug weg en verliezen activiteit in de achterhand
Kort in de hals lopende paarden drukken hun rug weg en verliezen activiteit in de achterhand

De jury zegt dat hij niet over de rug loopt

Zeg Dré, ik krijg regelmatig van de jury te horen dat mijn paard niet over de rug loopt en ik zou ook meer tempo moeten rijden. Ik stuur je een filmpje van mijn laatste proef, wil je dat eens bekijken? Dat doe ik zeker Marieke, en ik zal je ook mijn eerste indruk doorgeven. Op je filmpje bemerk ik dat jij en je Jolieke de hogere oefeningen reeds goed beheersen, alle zijgangen en vliegende wissels worden goed uitgevoerd, oh ja, je mag terecht fier zijn dat je zelfs al bezig bent met de piaffe en passage. Juist, ja, kom maar met je Jolieke eens langs, dan kunnen wij samen onze zoektocht naar een oplossing ondernemen.

De jury zegt dat hij te traag loopt

Leuk dat jullie ook al aan de gecadanceerde draf aan het werken zijn, Marieke, dat vleugje passage erin gereden krijgen getuigd van veel doorzetting. Die trage en meer verheven draf aanleren gebeurt meestal door heel traag te draven en zo je paard volledig aan je zit te krijgen. Bij iedere pas druk je met je neerkomende gewicht de rug van je Jolieke iets verder door, zodat je de rugboog wat meer onder spanning krijgt en hij met meer allure van de grond afveert. Ik bemerk ook een ietwat planerend voorbeen, waarbij de hoef van het voorbeen teruggebracht wordt i.p.v. de paraboolbeweging tot het einde te volgen. Goed gedaan van jou, maar dat door jou gezochte langer zweefmoment wordt door de jury aanzien als te traag rijden. Zij weten niet dat je al vele maanden aan het verbeteren van je draf aan het werken bent. De volgende fase in het verbeteren van je draf bestaat erin meer voorwaarts te rijden, terwijl je dat vleugje passage er toch kunt inhouden. Je weet zelf wel, Marieke, dat je nog vele maanden nodig zal hebben alvorens je deze expressieve drafpassen uit je Jolieke tevoorschijn zal kunnen toveren. Je zal dus nog een tijdje de opmerking ‘meer voorwaarts’ op je jurystaatje zien verschijnen.

En ik zeg, verkeerd in de hand gesteld

Maar er is iets fundamenteler aan de hand, Marieke. Je Jolieke loopt heel hoog opgericht, met een korte hals, zwaar ingebogen in de atlas, de derde halswervel en aan de schoft en ik zie voortdurend het zwiepen van zijn staart. Je Jolieke loop inderdaad, zoals de jury dat ook zegt, niet over de rug. Een over de rug lopend paard heeft een gelijkmatige buiging over de volledige lengte van de hals, waardoor de hals ook een stuk lang wordt en beter de balans van zijn volledige lichaam kan beïnvloeden. Bekijk de bespiering van zijn hals maar even, Marieke. De onderhalsspier ter hoogte van de boeg is te veel ontwikkeld en de aanzet van de bovenhalsspier aan de schoft is te weinig ontwikkeld. Daarbij bemerk ik dat in de omgeving van de derde halswervel de nek van Jolieke overdreven ontwikkeld is, het voelt als een harde bol aan, en dat is zeker niet goed.

Om alles wat beter te benoemen, zonder dierenarts te willen zijn, heb ik even op internet wat gaan rondneuzen en heb hierbij twee figuurtjes ontleend. Aangezien al deze Latijnse namen niet zo mijn ding zijn, heb ik de te bespreken spieren een nummer in een blauwe cirkel gegeven, zodat de communicatie hierover wat eenvoudiger verloopt.

Ook in de oprichting een lange deinende hals

Ook bij een in oprichting gereden paard zijn wij op zoek naar een lange en deinende hals teneinde een goed verende rug te bekomen, ja, om lekker te kunnen zitten en de impuls van de achterbenen onder je kont te voelen. Door het aanspannen van de onder halsspieren (Nr. 1 & nr. 2) wordt de natuurlijke doorbuiging van de onderhalswervels naar boven weggedrukt en geeft het paard ons reeds een gedeelte van de gewenste verlenging van de hals, wat men ook wel de ‘neck telescoping gesture’ noemt. Dit is ook de typische hals houding van geëxciteerde hengsten. Het is ook met deze kleine spieren dat het paard een gezellige gevoelsvolle aanleuning met de teugels zoekt, wat wij de nageeflijkheid noemen. Dit zijn inwendige houdingspieren, zoals ook de bekende psoas (Hazenspier) er eentje is onderaan de achterkant van de ruggengraat, maar deze is dan verantwoordelijk voor het aantrekken van het kruis.

Wanneer een paard zwaar op de hand hangt zijn de spieren 1& 2 niet de oorzaak van de overdreven ontwikkelde onderhalsspieren. Het is met de lange halsspieren, die vertrekken van de Atlas (Bovenste halswervel gewricht) en eindigen aan de boeg, waarmede het paard de te hoge trekkracht van de ruiterhand opvangt en daardoor ook overdreven ontwikkelen.

De biomechanica van de spieren vertelt ons…

De verdere oprichting van de hals komt door het activeren van de spieren (Nr 3), dewelke van de halswervels naar de schoft vertrekken. De bovenhalsspier (Nr 4) zal ontwikkeld worden door stretching tijdens het laag, lang, rond en diep rijden en het aanspannen tijdens het opgericht lopen. De spieren 3 en 4 kruisen elkaar in de hals, juist voor de schoft. Op dezelfde plaats bevindt zich nog de trapezium spier (Nr 5) om het schouderblad te bewegen, waardoor er een mooi ontwikkelde driehoekige hals-schoft aansluiten ontstaat, althans bij een deskundige in de hand gesteld paard. Jaja, Marieke, er zijn nog veel meer spieren die in de hals hun uitwerking hebben, maar ik denk hiermee wel de belangrijkst besproken te hebben dewelke invloed hebben op het correct in de hand stellen van je Jolieke. Niet vergeten dat het hoofd en de hals van het paard als balans dienen voor het evenwicht van het paard en alle spieren dienen dus voortdurend in beweging dienen te zijn, dit in overeenstemming met de beweging van het paard. Het samenspel van deze spieren is dan ook een kenmerk van een nageeflijk gereden paard.

De derde halswervel

Voel maar eens aan de bespiering in de omgeving van zijn derde halswervel, Marieke, deze voelen hard en verkrampt aan, ook in stilstand. Je voelt daar echt een vastzittende knobbel aan spieren. Door een overmatige buiging in de derde halswervel vertonen vele verkeerd in de hand gestelde paarden een ‘valse knik’ zoals wij dat in dressuurtermen noemen. Duidelijk dus dat de hals van je Jolieke niet meebeweegt met zijn ganse lichaam en de oorzaak is dat hij niet over de rug loopt. Ja, voor één keer heeft de jury het bij het rechte eind.

Voor mij is dit de simpelste uitleg mogelijk, maar als je er echt nog meer wil over weten, dan surf je maar eens naar Ph.d. Deb Bennet, ‘The ring of muscles revisited’.

Halslengte zoeken met een nageeflijke hand

En…, wat kunnen wij daaraan doen Dré? Je zal meer lengte in de hals moeten gaan zoeken, Marieke. Je Jolieke ‘laag, lang, rond en diep’ over de rug rijden is volgens mij de enige mogelijkheid om die blokkades in de hals weg te werken. De hierdoor bekomen nageeflijkheid en doorlaatbaarheid zullen dan in een volgend stadium in de verhoogde oprichting meegenomen worden. Het begrip ‘Weerstand bieden en nageven” (Nageeflijkheid) verder uitdiepen zou ons in dit artikel te ver afleiden van het onderwerp.

Uit eigen ondervinding weet ik dat dit gemakkelijker gezegd dan gedaan is, Marieke!

Patronen doorbreken

Jijzelf en je Jolieke hebben gedurende jaren gezamenlijk een verkeerd patroon opgebouwd qua hals gebruik. Patronen zijn automatische gedragingen die niet meer door de hersenen dienen gecontroleerd te worden, heel gemakkelijk als het vanzelf gaat toch, maar deze gedragingen zijn dan ook heel moeilijk te veranderen. Ja, Marieke, de eerstkomende maanden zal je dus de nodige ‘aandacht’ dienen te besteden aan je teugelvoering en de invloed ervan op hals van je paard. Juist, je hoofd zal tijdens deze omschakelingsperiode erg moe worden van al dat denken.

Een grote stap terugzetten om terug vooruit te geraken

Zo’n drastische veranderingen in de teugelvoering verstoren tijdelijk de precieze communicatie tussen paard en ruiter. Hierdoor ontstaat dan het gevoel dat je de controle over het paard verliest, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Het is dan ook aan te raden de nieuwe manier van aanleuning te verwerven tijdens de eenvoudige oefeningen en pas na een goede bevestiging (automatisering) deze ook in de gevorderde africhting te vragen.  Even doorbijten Marieke en jullie komen beiden zeker verfijnder uit deze transitiefase.

De goede dingen niet vergeten

Niet vergeten Marieke, dat ik ook veel mooie dingen van jou gezien heb, maar deze verkeerde teugelvoering werpt een schaduw op al je mooie werk. En als het je een troost mag wezen, in mijn jonge jaren heb ikzelf, met de nodige begeleiding, er 6 maand over gedaan om mijn paard en mijzelf nieuwe automatismen aan te leren om een paard nageeflijk, doorlaatbaar en dus over de rug te leren lopen. De vele schuimvlokjes op de mond van je Jolieke laten mij echter vermoeden dat dit bij jullie mogelijks een stukje sneller kan gaan. Veel succes.

95 Met impuls rijden, hoe doe je dat?

Impuls is de bereidheid om over te gaan tot actie

Lopen, lopen, lopen,….

Doe haar maar lopen, jaja rij nog meer vooruit, zo moet je in je proef rijden, dan ga je wel meer punten krijgen, hoor ik een lesgever naar zijn pupil schreeuwen. En juist hoor, veel jury’s geven dan ook veel punten aan een paard dat zijn ziel uit het lijf loopt en tegen vele kilometers per uur en met veel gewicht op de teugels, de bak rond stuift.

Maar wij hebben daar andere gedachten over hé Marieke?

Wat is “Impuls

Impuls heeft niets te maken met snel rijden, het is een mentale ingesteldheid waarbij je Jolieke steeds een voorwaartse drang vertoont. Impuls is gewoon de voortdurende bereidheid om over te gaan tot een nieuwe actie, de mentale bereidheid dus om op ieder moment tot een andere of hogere prestaties te willen overgaan, en dit op minimale aanwijzingen van de ruiter.

Impuls is aangeboren of aangeleerd?

Jouw Jolieke is een temperamentvol paard en heeft de natuurlijk aangeboren drang voorwaarts, terwijl anderen liever niet lopen dan wel lopen. Jouw Jolieke zullen wij dus dienen af te remmen in haar drang voorwaarts, terwijl de anderen regelmatig dienen aangepord te worden tot het leveren van een verhoogde inspanning.

Impuls tijdens het halthouden

Ook tijdens het halthouden dient je paard impuls te vertonen, en deze bereidheid tot actie heeft niets te maken met het ontwikkelen van snelheid, maar wel met het ter beschikking stellen van zijn potentiële energie aan de ruiter, om een gedragsverandering uit te voeren. Impulsief kunnen aanpiafferen vanuit de halt is een dan ook een teken van grote impuls en bevat geen enkele voorwaartse beweging.

Je Jolieke dient dus op ieder moment van je training impuls te vertonen, een voorwaartse maar beheersbare drang naar voor, zoals dit dikwijls wordt genoemd.

Impulsieve gedragsverandering

Een impulsieve gedragsverandering komt tot uiting door het verplaatsen van het zwaartepunt in een bepaalde richting, door het inzetten van de krachtige achterbenen van het paard. Door de achterbenen dichter bij jullie gezamenlijke zwaartepunt te brengen kan je Jolieke de beweging van haar lichaam het best beïnvloeden. Juist, bij het rijden met impuls worden de achterbenen meer onder de massa van het paard geplaatst, het paard loopt dus duidelijk verzameld en door een opgeheven hoofdhouding wordt nog meer gewicht naar achter geplaatst. Een met impuls lopend paard dient licht in de hand te liggen, een grote nageeflijkheid en doorlaatbaarheid te hebben en fijngevoelig gemaakt te zijn voor de beenhulpen.

Schakelen om impuls op te wekken

Schijnbaar kan je best de voorwaartse drang of impuls opwekken door te ‘schakelen’. Vele ruiters denken dat het veelvuldig schakelen tussen verzamelde draf en uitgestrekte draf tot impuls leidt.

Schakelen is een directe voorwaarts gerichte reactie krijgen op een lichte beenhulp en de daardoor opgewekte drang voorwaarts direct terug kunnen opvangen met een lichte teugelwerking. Hierdoor leert het paard de achterhand meer onder de eigen massa te plaatsen. Bij het aanleren van de verzameling zal men eerst het voorwaarts gaan beperkt toelaten, maar bij een verder afgericht paard is van dat voorwaarts gaan niets meer te bemerken en blijft nog enkel het aantrekken van de achterhand voelbaar.

Uitstraling door impuls

Het kunnen opwekken van impuls is een eerste vereiste om oefeningen met uitstaling te kunnen vertonen. Bij het opwekken van impuls (Verzameling) hebben de meeste paarden de neiging om scheef te gaan lopen en zo de verhoogde belasting op de achterbenen te vermijden. Het rechtrichten van een paard is dan ook uiterst belangrijk, maar dat is een heel ander hoofdstuk.

Ook impuls in een keertwending

Voor je aan een keertwending om de achterhand begint dient je paard reeds een impulsieve verzamelde stap te kunnen geven op de rechte lijnen. Probeer maar eens een toertje rond je piste te rijden in een verzamelde stap alvorens aan een goede keertwending wil beginnen. Zeker geen fascinerend werk voor de toeschouwers, maar heel nuttig als ruiter om al de onderdelen van impuls rijden te leren beheersen.

Impuls geeft je vleugels

Het drinken van een Red Bull geeft je schijnbaar vleugels, maar bij het met impuls rijden van een paard voelt het alsof jijzelf over 700kg elastische spieren beschikt.    

94  De eerste wedstrijdervaring opdoen

Thuis lekker voorbereiden.

Ik ben nu als 6 maand thuis aan het trainen met mijn Nastrovjah en heb de intentie om met haar op wedstrijd te gaan, Dré. Daar is zeker niets mis mee Marieke, als je daar plezier van hebt moet je dat nu doen. Je Nastrovjah loop momenteel reeds mooi over de rug en staat fijn aan je teugel- en beenhulpen. Je paard is dus heel gehoorzaam en kan thuis alle oefeningen die in de proef gevraagd worden. Goed dat je met Nastrovjah al eens op verplaatsing bent gaan rijden, dat vermindert toch ook wat de stress van het laden en transporteren op deze eerste wedstrijddag. Goed dat je pas laat in de namiddag mag rijden, maar zet je Nastrovjah toch maar reeds de avond voordien op stal, dat minimaliseert toch wat zijn dikke gras pens en voorkomt dat alles besmeurd geraakt met op koestront gelijkende paardenmest.

Degelijk is belangrijker dan mooi.

Leuk dat je een mooi wedstrijdhalster met veel blingbling hebt gekocht, maar doe haar voorlopig dat zware halster maar om Marieke, dat is zeker het veiligste moest er zich op de trailer toch nog een onverwachte trekpartij voordoen.

Wennen aan vreemde omgeving.

Ook heb je reeds enkele rondjes gedraaid in de buurt, zodat jullie wat gewend zijn geraakt aan voorbijsnellende auto’s, knarsetandende fietsers en allerhande verkeersattributen die anderen nodig vinden om je onderweg op het rechte pad te houden. En natuurlijk heb je thuis ook al wat dressuur gereden op het weiland om de overgang van de mooie vlakke Geopad zandpiste naar het te verwachten wedstrijdterrein (Gras) voor te bereiden. Sorry maar ik ben de hoefsmid vergeten vragen om schroefgaten te voorzien. Grasvelden hebben nogal eens de neiging om er glibberig bij te liggen, niet alleen ten gevolge van regen, maar ook op droge harde bodem dien je daar rekening mee te houden.

Klittenband geeft je vleugels.

Natuurlijk voorzie je zijn kostbare benen van de nodige beenbeschermers en een staartriem of bandage rond zijn staart voor het transport. Al deze attributen zijn van klittenband voorzien zodat ze snel kunnen aangedaan en verwijderd worden. Jonge paarden hebben nogal eens de neiging tijdens de eerste verplaatsingen hun lenige benen te gebruiken om intensief te kappen of te slaan.

Het oog mag ook wat.

Gelukkig hebben wij s’morgens nog tijd om haar nog een grondige wasbeurt te geven met een aangepaste shampoo en zeker de manen en de staart eens lekker in het schuim te zetten. De nog natte staart zullen wij over de volledige lengte invlechten, dat zal bij het losmaken en uitkammen resulteren in oogstrelende golvingen in de haarbos. Ook de hoeven eens deftig afsoppen met een harde borstel en na het drogen met een shiny product instrijken. Op een wedstrijddag gebruik je best geen hoefvet, aangezien daarin het strooisel en ander stofferige dingen blijven kleven.

Zoveel mogelijk thuis doen.

Voor het aanvangen van de avontuurlijke reis heb je natuurlijk je Nastrovjah deskundig ingevlochten, zodat de mooie ronding van de hals tot uitdrukking komt. Het oog mag ook wat en misschien krijg je hierdoor nog een extraatje van de jury. Alles wat je thuis in de rustige omgeving kan doen, dat doe je dan ook thuis en dat vermijdt veel strubbelingen op verplaatsing.

Ik weet dat het een hoop was scheelt, maar ook tijdens het losrijden word je Nastrovjah van witte beenbeschermers voorzien, neen hij heeft dat normaal gezien niet nodig voor de bescherming van zijn benen, maar doe die toch maar om, om de aandacht te trekken of voor noodgevallen. Juist, ik spreek van beenbeschermers met klittenband die in een oogwenk kunnen omgedaan worden. Witte bandages zijn mogelijks wat mooier, maar niet altijd praktisch om rond die benen te zwengelen bij een nerveus rond trappelend paard.

Tijdens de rit naar de wedstrijd toe leggen wij zeker een licht dekentje over dat jonge paard, dit om stofferig gedoe te voorkomen.

Op de wedstrijd begint de apotheose.

Aangekomen op de wedstrijd zet je zeker de loopplank en het voordeurtje open zodat je Nastrovjah kan gewennen aan deze totaal nieuwe omgeving, terwijl hij toch veilig opgesloten zit in de trailer. Overdonderend wat er allemaal waar te nemen is, muziek, vlaggen, ronkende vrachtwagens en rammelende trailers, waw, er bestaan zelfs ook witte paarden, zoveel mensen. Maak je maar niet ongerust Nastrovjah, in een frietkraam braadt men aardappelen en in die hotdogtent wordt geen paardenvlees geserveerd.

Verkenning aan de longe, ben je een watje?

Alvorens op te stijgen is het aan te raden om aan de longe een rondje om het terrein te maken met je jonge paard en natuurlijk best begeleid door een bekende persoon. Deze bekende begeleider is het enige punt van zekerheid in deze vreemde omgeving en dient als voorganger voor je Nastrovjah te fungeren. Een wijde vlakte met overal witten hekjes, bloembakken, massa’s paarden en rare mensen, maken je jonge beestje zeker onrustig. En ga je haar niet longeren Dré? Vraagt één van de eerste supporters mij. Dat zou natuurlijk ook een mogelijkheid zijn met een oververhit paard, maar wij zien dat de rust en het vertrouwen bij Nastrovjah aanwezig zijn, je kan ook niet eeuwig en met alles bezig blijven.

En nu je been erover leggen.

Maar na een kwartiertje rond flaneren is de eerst stress voorbij en kunnen wij terugkeren naar de trailer en in alle rust opstijgen. En als vertrouwenspersoon loop je nu ook maar best terug mee, om waar nodig te kunnen voorgaan en de problemen zonder sporen en zwepen te kunnen oplossen.

Na het vrij losrijden in de open vlakte zoek je best de omgeving van de dressuurringen op Marieke, en als het kan en mag, dan maak je zelfs eerst wat rondjes in je eigen ring of een leegstaande ring in de directe omgeving. Een jurytafel of een trailer met enkele onbekende mensen erin is toch ook wel beangstigend voor zo een jong beestje.

Alleen de goede herinnering is van belang.

Ik hoor het tingelingen van de jury bel. Veel succes met je jonge Nastrovjah, Marieke, maak er het beste van, probeer zo vertrouwensvol mogelijk rond te komen, jullie plaats in de klassering is momenteel van geen enkel belang.

93 Het is genoeg, ik gooi mijn paard eruit!

Werkwilligheid is een heel belangrijke eigenschap van een paard.
Werkwilligheid is een heel belangrijke eigenschap voor een paard, ook voor een mens

Je hebt geen paard om bij te janken

Al wenend ben ik gisteren van mijn Jolieke gestapt Dré, ik moet er niet meer van weten, genoeg is genoeg, hij vliegt eruit. Soms loopt hij gezellig met mij, maar meestal als ik begin te galopperen begint hij vervelend te doen, niet meer vooruit te branden, staken, bokken, gewoon tegenwerken.

Ongezelligheid is troef

Hij doet precies alles om mij het leven ongezellig te maken. Het is hier gedaan met zijn goede leven, overdag lekker gras eten op de wei, s ’nachts lekker kunnen indutten in het goudgele strooisel, gedaan met vitaminen, voedersupplementen, dierenartsen, massages, en allerhande soorten beeldvorming in de diverse paardenklinieken. Mijn gepensioneerde paard wil werken maar kan het niet meer, deze kan het wel maar wil niet werken, voegt Marieke er gespannen aan toe.

Alle trukendozen geprobeerd

Ik begrijp je reactie volledig Marieke, wij zijn nu bijna 2 jaar samen aan het trainen en hebben toch het grootste gedeelte van onze trukendoos bovengehaald om mijnheer gezellig te leren werken. Door aan de longe veelvuldig aan te springen in galop en direct voorwaarts te drijven hebben wij geprobeerd die tegenwerking en bokken eruit te halen. Eerst hebben wij dat longeren gedaan zonder jou erop en nadien als alles wat bedaard was ben jij er terug op gekropen en dit met wisselend succes. Als oudere instructeur en ruiter begrijp ik maar al te goed dat je niet wil van je paard wil gebokt worden, daarvoor is er nog veel anders in het leven te beleven.

Na vele duizenden euro’s investering ben je ook tot de conclusie gekomen dat er bij Jolieke geen lichamelijke afwijking of letsel te vinden is. Ja, dat weten we nu toch Dré. Het zal dan zeker tussen zijn oren zitten, een mentaal probleempje, je Jolieke heeft dus geen goesting om te werken.

Ik wil niet meer zoeken ‘waarom’

Wat ook de reden van dat onwillig gedrag mag zijn Marieke, juist, op een bepaald moment ben je moe gezocht, interesseert het je niet meer waarom en neem je afscheid van dat vervelende paard.

Ja, op een bepaald moment neem je afscheid van zo’n paard, je neemt de financiële kater er al slikkend bij, gewoon doen, Marieke, opgeruimd staat netjes. Vroegere zou ikzelf beschaamd geweest zijn om een paard te moeten verkopen, omdat hij bij mij niet wou werken.

Twee jaar is meer dan voldoende

Mijn ervaring heeft mij geleerd dat je niet langer dan één of twee jaar in een paard (ook niet in een mens) dient te investeren om tot een werkbare relatie te komen. Ik was er fier op dat ik alle paarden waarmee ik gereden had, tot presteren (Wat dat ook mag betekenen) had kunnen aanzetten. Toch tot ik ‘hem’ als vierjarige hengst binnenhaalde, en te veel betaalde voor zijn onzichtbare, prachtige genen. Op aanraden van mijn echtgenote heb ik dat beest na twee jaar interne strijd met veel wroeging in mijn hart verkocht. Vijftien jaar later is deze uiterst mooie ruin nog steeds het idool van zijn nieuwe eigenaar en loopt nog steeds beginnelingen dressuur, een laag springparcours en is voorbeeldig in het achttal. Zo zie je maar dat op ieder potje een dekseltje past, maar soms moet je zelf het initiatief nemen en op zoek gaan naar een ander dekseltje.

Een paard voor mijn voldoening

Ik hoor in de achtergrond dat je terug op zoek zal gaan Marieke, naar een paard waar je voldoening kan van krijgen. Ja, een paard hou je toch om voldoening van te hebben, enkel en alleen daarvoor doe je het toch. Sommige paardenmensen hebben voldoening aan het verzorgen van een aftands kreupel en hoestend paard, maar jouw waarden vertellen je dat je op zijn rug wil zitten en het gevoel van fijne dressuur wil ervaren. Met beiden is er niets mis hoor, als je er maar gelukkig van wordt.

Sommige paarden hebben nu eenmaal geen goesting om zich voor jou in het zweet te werken, ze hebben geen ‘Rittigkeit’ zoals de Duitsers dan noemen. Ook bij mensen kan je bepaalde exemplaren tegenkomen die je met geen stokken (Ook niet met aangename versterkingen) een steen kan doen verleggen.

Help, ik zoek een paard

Natuurlijk wil ik je in je zoektocht naar een passend paard helpen, Marieke. Weet wel dat ik niets onprettiger vind dan op zoek gaan naar een nieuw paard. Ik hou er echt niet van om mij in de hippische jungle te moeten bewegen, waar vanachter iedere boom en onder ieder blad leugens en bedrog kunnen tevoorschijn komen. De meeste verkopers hebben mooie verhalen waarvan je per definitie het best niets gelooft.

Een paard gevonden

En dan komt er weer en climax, hoera wij hebben ons nieuwe droompaard gevonden.

Op het ogenblik dat je het splinternieuwe touw van je nieuwe paard in je handen krijgt bekruipt je steeds een gevoel van onzekerheid. De enige zekerheid die je hebt is dat je duur verdiende centjes verdwenen zijn. Je hebt een droom gekocht, dewelke je vanaf nu terug kan najagen.

92 Je paard leren laden, zonder spanning?

Neem de nodige tijd voor het eerste laden
Een aangename eerste ervaring bij laden is van het grootste belang

Je gaat hem zelf afhalen?

Ik heb mij een prachtige jaarling gekocht Dré, en ga hem volgende week bij de fokker zelf afhalen. Heb je soms zin om mee te gaan? Uit sympathie voor jou Marieke zou ik dat wel willen doen, maar zo’n speciale werkjes zijn nu echt niet mijn hippische prioriteiten. Snugger van de fokker dat hij dat werkje in jouw schoenen weet te schuiven.

Een gevaarlijk werkje

Je weet wel dat mijn echtgenote een half jaar geleden haar heup gebroken heeft, ja, bij het voor het eerst laden van één van onze braafste jonge paarden. Het beestje liep als vanzelf op onze trailer, maar bij het dichtdoen van de opsluitstang achter het paard stond mijn paardenvrouwtje, slechts gedurende een fractie van een seconde, op de verkeerde plaats. Mijn echtgenote werd door het plots achteruitspringen van de driejaar langsuit op de betonverharding gekatapulteerd en lekker overtrappeld door het in paniek geslagen beestje. Nu begrijp je wel waarom het laden van paarden niet mijn favoriete bezigheid is, Marieke.

Specialisten werk

Er zijn mensen die zich gespecialiseerd hebben in het laden van paarden, er boeken over schrijven en daarrond interessante clinics geven. Door de jaren heen heb ik toch wat ervaring opgedaan met het laden van paarden en met genoegen vertel ik mijn wedervaren aan jou, Marieke.

Enkel om er beter van te worden

Aangezien een paard en ieder ander levend wezen zijn gedrag verandert (op de trailer gaan) enkel en alleen om er beter van te worden, dienen wij deze grondregel zeker ten volle te benutten bij het laden. Het toepassen van aangename- en vervelende versterkingen zal dan ook bij het laden kunnen gebruikt worden, juist zoals wij dat tijdens het rijden doen. Lees mijn boek ‘Als fluisteren niet helpt’ maar eens Marieke, daar wordt dat principe heel duidelijk uitgelegd.

Vluchtinstinct inperken

Ons paard is ook een vluchtdier en zal dus op alle manieren proberen om te ontkomen aan onbekende situaties. Bij een vermeend gevaar eerst wegvluchten, om dan vanop 50m afstand te merken dat er niets aan de hand was, is een volledig instinctieve reactie voor een paard.

Vermijden dat een paard kan wegvluchten tijdens het laden is dan ook de eerste prioriteit. Neen, Marieke, je mooie tweepaards vrachtwagentje zet je dus best niet in het midden van de ruime parking. Best plaats je je transportmiddel met de laadklep zijdelings tegen een gemetselde muur of een hoge afsluiting, dan blijven er toch maar enkel twee vluchtwegen over. Maar nog beter laat je de laadklep juist voor de staldeur van je buitenbox neer, als dat fysiek mogelijk is. Mits enige creativiteit kan je de zijdelingse vluchtwegen van je paard dan met de gangbare loopplank reling of een grote vuilcontainer volledig dicht maken. Zodoende worden alle vluchtwegen voor het paard afgesloten. Natuurlijk loop je vòòr het paard de loopplank op, Marieke, zodat het paard je in volle vertrouwen kan volgen.

Aangezien het paard een kuddedier is kan je ook zijn met vrachtwagens ervaring hebbend beste vriendje eerst op de wagen zetten. Dit zal zeker een aantrekkingskracht uitoefenen op je onervaren paard om zich spantaan op de vrachtwagen te bewegen.

Laden is een leerproces

De eenvoudigste manier om een paard vertrouwd te maken met het laden gebeurt reeds best als jong veulen. Een normaal veulen is heel gehecht aan ‘la mama’ en volgt deze dan ook blindelings, Marieke. Maar het is toch zo gemakkelijk om je jonge paard tot het verkoop moment rustig op de weide te laten ronddartelen. Het is best om het laden van je paard rustig thuis te trainen, zodat er geen grote druk komt te staan omdat je ergens op tijd dien aan te komen.

Zonder spanning geen beweging

Een goede voorbereiding is bijna alles, Marieke, maar nu dien je nog een prikkel te vinden om het paard wel degelijk aan te zetten om in de onbekende trailer te stappen. Dikwijls zie je ongekende vechtpartijen ontstaan tussen een zelfbeheersing verliezende eigenaar en het zogenaamd onwillige paard. In het wild rondslaan en schoppen heeft weinig zin.

Echter zonder een spanning te creëren zal het paard niet vanzelf in een vreemde afgesloten ruimte als een trailer stappen. Misschien even bekijken hoe wij deze gewenste spanning kunnen opwekken?

Eten en drinken zijn grote stimuli

Zoals je weet Marieke zijn eten en drinken toch de basisinstincten voor elk levend wezen, zonder eten en drinken ga je namelijk met zekerheid binnen een paar dagen dood. Een emmertje met wat lekkers kan soms al een voldoende prikkel zijn om het paard op de trailer te krijgen, maar meestal is dit maar van secundaire waarde. Mijn buurman heb ik met succes aangeraden zijn open trailer op zijn verdorde piste te plaatsen en lekker voedsel en water ter beschikking te stellen ‘in’ de trailer, eerst op de loopplank en later dieper in de donkere ruimte. Na een paar dagen liep de pony aan het touwtje als vanzelf de trailer binnen, meldde de buurman mij.

Trekken helpt niet

Een kleine pony kan je met een paar man nog op de trailer trekken, duwen of zelfs volledig opheffen, maar aan een 700kg wegend paard trekken om het te laden heeft geen enkele zin. De aan het halster bevestigde touw dient hoofdzakelijk om de richting van de laadklep aan te geven. Je vergeet natuurlijk niet een heel lang touw of longe mee te nemen als leidsel, Marieke en voorzie jezelf toch ook maar van soepele handschoenen, dit om brandwonden aan je vingertjes te vermijden door het door je hand schurende touw.

Als trekken geen zin heeft, dan kan het misschien met duwen dacht mijn collega. Hij nam zijn vorklift met een grote baal stro erop en duwde zijn weerbarstige paard op de vrachtwagen. Bij zo’n handelswijze steekt het paard zijn vier benen wel remmend vooruit en deze kunnen door het contact met de loopplank gekwetst worden. Een paard dient dus zijn benen op te heffen om veilig op de loopplank te kunnen stappen. Soms kan het helpen om zelf een voorbeen op de loopplank te zetten. Laat het paard zeker de nodige tijd om de loopplan aandachtig te bekijken en te besnuffelen om zo het vertrouwen te behouden.

Spanning bij vrachtwagen verminderen

Een paard met de zweep bewerken tijdens het naderen van de vrachtwagen is totaal verkeerd Marieke. Bij het dichter bij de vrachtwagen komen laat je steeds de vervelende versterkingen wegvallen, zodat het paard zijn levensomstandigheden verbetert, wanneer het dichterbij komt. Eens op de loopplank of in de vrachtwagen wordt alles vree en peis en is het enkel nadelig om zijn woede nog eens op het paard te koelen. Eens op de trailer wordt het paard uitbundig gestreeld en van lekker eten of zijn lievelingssnoepjes voorzien.

91 Werken aan de galop pirouette

Verhoog de verzameling door de galop pirouettes

Leg het doel van de training vast

Wat zetten wij vandaag tijdens onze training op het menu, Marieke? Deze week heb ik wat verder getraind op de keertwending om de achterhand in galop, Dré, maar mijn Belzibuth voelt nogal houterig aan tijdens deze oefening. Rij maar eens een galoppirouette, Marieke, dan kunnen we samen overleggen wat wij als trainingspunt eruit kunnen lichten.

Voorwaartse drang behouden

Bij een galoppirouette kan je zonder diep na te denken direct 20 punten opnoemen die voor verbetering vatbaar zijn. Zoals verwacht rijdt Marieke natuurlijk haar pirouette juist zoals ze dat in haar St-George proef dient te rijden, maar om een pirouette echt te trainen kan je natuurlijk heel wat creativiteit aan de dag leggen en allerhande varianten gebruiken. Van bij het nemen van de diagonaal zie je reeds dat Belzibuth weet wat er gaat komen en moet Marieke alle moeite doen om hem in een galop met voorwaartse drang te houden. Belzibuth weet duidelijk dat het verzamelen op die diagonaal de voorbode is van vertragen voor het uitvoeren van de pirouette.

Ook de goede dingen bekijken

Laat ons toch ook eerst maar eens kijken wat er wel goed is Marieke! Tijdens de pirouetten blijft je Belzibuth mooi in zijn galopritme en blokkeert de achterhand niet. En ja hoor, je Belzibuth vertoont een viertakt galop tijdens deze oefening, wat zeker normaal is bij heel grote verzameling. Denk hierbij maar aan de redopp galop van de witte hengsten van de Spaanse rijschool.

Hoe ziet een goede pirouette er uit?

Een galoppirouette is eigenlijk een galop ter plaatse, waarbij de voorhand rond de achterhand draait dewelke zich in een cirkeltje van 30 centimeter dient te blijven voortbewegen. Laat ons dan ook maar eerst eens kijken naar je galopverzameling op de rechte lijn Marieke, en neem daarvoor maar gewoon de hoefslag. Deze hoefslagwand geeft je wat meer controle over je paard tijdens deze grote verzameling en beperkt het ontsnappen aan de verzameling door het zijdelings uitwijken van de achterhand. Eens de recht gerichtheid en galop ter plaatste op de hoefslag verworven zijn kunnen wij dat ook proberen op de kwart- of middellijn, waarbij het recht blijven als grote punt naar voren zal komen. 

Leren ter plaatse galopperen

Het wordt dadelijk duidelijk dat je Belzibuth nog niet in staat is om ter plaatse te galopperen en bij grotere verzameling uiteenvalt en onregelmatig begint te bewegen. Hier ligt ons trainingspunt Marieke, rij maar veelvuldig zover mogelijk terug en rij steeds uit die pirouette in een duidelijk voorwaartse galop. Tijdens alle verzameld werkt dient je paard een grote drang voorwaarts te vertonen, dewelke opgewekt wordt door het paard in te prenten dat er een voorwaartse versnelling zit aan te komen. Ik ken niets van basketbal, maar je paard dient tijdens dit verzamelde werk verend van de grond te blijven springen, juist zoals die rubberen basketbal dat tijdens het dribbelen doet.

Beetje lol trappen door achteruit te galopperen

Je paard aanleren ter plaatse te galopperen zou wel eens een paar weken kunnen duren Marieke, neem er dus je tijd voor. En moest je er lol in hebben, je kan je paard ook achteruit leren galopperen, niks mis mee hoor, zolang je maar de voorwaartse drang in het achteruit galopperen behoudt. Een beetje rare uitdrukking hé, maar op alle momenten, ook in het achteruitgaan en het halthouden, dient een paard een voorwaartse drang te hebben. Dat is wat wij impuls noemen.

Snel leren schakelen

Ik bemerk ook Marieke, dat je heel wat galopsprongen nodig hebt om je Belzibuth naar die hogere verzameling te brengen alvorens je pirouette daadwerkelijk uit te voeren. Ook hier ligt een trainingsmoment, probeer het aantal voorbereidende galopsprongen maar drastisch te verminderen door je paard met vibrerende teugelhulpjes attentief te maken en door de verzamelende reactie op je licht aantrekkend bekken te bekomen. Zwaardere teugelhulpen hebben steeds een verminderde activiteit van de achterhand tot gevolg. Terloops toch even herhalen dat de gewenst hulp (Bekken) wordt altijd eerst gegeven en eventueel gevolgd door de reeds bekende hulp (Teugel) in dit geval.

In ‘the lead’ blijven

Het vanzelf terug komen van je Belzibuth tijdens het aanvangen van de diagonaal kan je snel wegwerken, door enkele malen sterk te verzamelen en steeds impulsief recht vooruit te rijden op die diagonaal. Juist, je kan op die diagonaal van 60m meerdere malen verzamelen en terug wegrijden zonder een pirouetten te rijden en las op onverwachte momenten dan toch maar eens een pirouette in Marieke. Zo leert je Belzibuth heel attentief op je pirouettehulpen te wachten terwijl hij zich toch in een mooie impulsieve galop blijft voortbewegen.

Niet daags voor de wedstrijd

Deze ingrijpende gedragsveranderingen doe je natuurlijk niet kort voordat je op wedstrijd gaat hé Marieke. Je weet wel dat iedere diepgaande verandering aanleiding geeft tot een vermindering van de nageeflijkheid en doorlaatbaarheid, en dit ook tijdens alle andere oefeningen.

90 Verbeter de galop

Het leren onderbrengen van de achterhand is de eerste stap voor het verbeteren van de galop

Galloperen als in een renwedstrijd

Maar mijn galopwerk lijkt meer op een renwedstrijd dan op dressuur rijden, zeker op de linkerhand worden er te veel kilometers per uur ontwikkeld. Ik heb hem op jouw aanraden reeds veel aan de longe laten galopperen, maar wat verzamelen in galop blijft toch een heikel punt hoor, Dré. Doe daar maar rustig mee verder, Marieke, voor alles wat je vanaf de grond kan oplossen hoef je op je paard niet meer te puffen. Een goede raad van een oudere man natuurlijk.

De oude leermeesters wisten het al

Eén van de grote leermeesters van de klassieke dressuur (Steinbrecht, dacht ik?) vertelde dat de verzamelde galop ‘als een rijpe vrucht in je de schoot valt’ wanneer het paard goed geschoold is in het drafwerk. Daar is zeker wat van waar, maar daarvan merken wij toch niet veel bij jou en je Belzibuth.

De basis blijft belangrijk

Mijn hete Belzibuth hebben wij reeds mooi onder controle in het drafwerk, Dré, het door mijn teugels wegstormen is voorbij, hij loopt mooi nageeflijk over de rug en door het werk in de zijgangen verkrijgen wij ook al wat verzameling en is hij meestal ook mooi recht gericht, Dré. Dat is al een hele boterham, Marieke. Goed, we zullen onze aandacht tijdens het bereden werk nu wat meer toespitsen op het verbeteren van jullie galopwerk.

Eerst leren aanspringen

Rustig aanspringen in galop staat toch nog niet in het woordenboek van je Belzibuth. Bij het aanspringen worden je teugels meestal uit de hand gerukt en versnelt de draf gedurende enkele passen, alvorens jullie in een bijna rengalop verder stuiven. Jaja, ik weet het, Maireke, ik overdrijf hier een beetje.

Aanspringen versus in galop vallen

Je Belzibuth springt dus niet aan in galop, maar valt in galop, zoals elk groen paard dat doet. Bij het aanspringen worden de achterbenen ondergebracht, dit om het zweefmoment te initiëren. Bij het in galop vallen wordt het zweefmoment gecreëerd vanuit de unipedale ondersteuning van het binnen voorbeen, waarover het paard kantelt.

Ogenblikkelijke reactie

Essentieel voor het aanspringen is het ogenblikkelijk reageren van het paard op de gegeven hulpen, en dit op het moment dat het binnen voorbeen zijn opwaartse beweging inzet. Wanneer deze twee voorwaarden vervuld zijn, dan kan je met ieder paard met grote zekerheid rechts en links aanspringen, met heel grote zekerheid om de gewenste galop op te wekken.

Door de hand springen

Om dat losrukken van de hand te voorkomen zou ik je aanraden Marieke, om je Belzibuth rond en diep in te stellen en ook een wat overdreven buiging naar binnen te geven. Juist, bij het goed afgerichte paard geef je tijdens het aanspringen de binnenteugel een vleugje vrijheid om het naar voor brengen van het binnen voorbeen te vergemakkelijken. Aangezien wij hier trainen op het wegwerken van dat losrukken beperk je dat weggeven van je binnenhand voorlopig maar.

Nageeflijk blijven ‘tijdens’ het aanspringen

Juist, een goede nageeflijkheid voor het aanspringen en het dadelijk herstellen van deze nageeflijkheid na het aanspringen zullen als resultaat hebben, dat je paard ook tijdens de overgang leuk over de rug blijft lopen. Natuurlijk begin je niet aan een nieuw aanspringen alvorens jullie nageefljkheid hersteld is, en dit zowel in je draf- als galopgedeelte van deze oefening.

Kleine volte stimuleert de verzameling

En dat wegrennen, Marieke, dat elimineer je best door je Belzibuth na het aanspringen dadelijk op een kleine volte te zetten. Ja hoor, verklein je volte maar zover tot je je Belzibuth hoort kreunen van de inspanning. Juist, een trainingsmoment vangt aan op het moment dat je paard en jijzelf op hun fysieke en mentale grens gaan lopen. Op zo’n kleine volte kan een paard niet plankgas galopperen en is het paard verplicht om zijn binnen achterbeen ver onder zijn massa te plaatsen, dit om zijn eigen gewicht opwaarts te kunnen projecteren. Ja, hier wordt de verzameling van de galop geboren. En probeer nu bij het vergroten van je volte hetzelfde gevoel aan te houden. Na een paar sessies begint het vasthouden van de verzameling op de grote volte al aardig te lukken en nadien probeer je dat verzameld gevoel ook vast te houden als je de hoefslag volgt. Duidelijk toch dat het opdelen van je training in heel kleine stukjes de beste resultaten geeft.

Op linkerhand anders dan op de rechterhand

Op de linkerhand heeft mijn Belzibuth het duidelijk lastiger dan in de rechter galop Dré? Logisch ook Marieke, want wij hebben tijdens de schouderbinnenwaarts in draf toch hetzelfde fenomeen vastgesteld. Ook hier wordt zijn linker binnenbeen minder gemakkelijk onder het zwaartepunt gebracht. De oefeningen op de linkerhand zullen dus verder geïntensifieerd moeten worden, maar je moet daar ook niet in te overdrijven hé. Geef je paard ook maar eens de genoegdoening om iets gemakkelijks te doen.

De beweging volgende handen

Vergeet ook niet de galopbeweging met je handen toe te laten, Marieke. Vaste handen geven bij iedere galopsprong een terugwerkende kracht (Klinkt mooier dan trekkracht hé) in de mond, waardoor het hoofd onrustig opwaarts neerwaarts beweegt tijdens iedere sprong en het paard te diep afkantelt of anders in verzet komt. Dus het opwaarts bewegen van je Belzibuth’s hoofd (Wel nageeflijk blijven) tijdens de opwaartse fase van de galop sta je duidelijk toe. Kijk maar eens naar de Jockeys in de rensport, die zijn een toonbeeld van meegeven van de hand, maar ook tijdens jouw dressuur rijden zal dit effect zeker dienen geminimaliseerd te worden. Met dit meer of minder meegeven van je handen (Ook de andere hulpen hoor) zal je de galop grensloos kunnen laten variëren tussen een sterke verzameling en een uitgestrekte galop.

Enkele weken focussen op het verzameld galopwerk zal zeker zijn vruchten afwerpen, Marieke.

89 Schrikken van andere paarden

Een paard heeft geen zelfbewustzijn e herkent zichzelf dus niet
Een paard heeft geen zelfbewustzijn en herkent zichzelf dus niet

Weg van alle gewoel trainen

Tijdens de eerste maanden heb ik mijn vierjarige Belzibuth steeds getraind op mijn eigen piste, Dré, ver weg van alle hippisch gewoel. Echt een gezellig beest om mee te werken, heeft nooit gebokt of gesteigerd, loopt reeds mooi over de rug, is heel werkwillig en wij zijn zelfs al wat met het wijken voor de kuit begonnen.

Heel verstandig van jou Marieke, een paard en ook een mens leren het meest bij in een rustige omgeving, daardoor kunnen ze zich goed concentreren op de prikkels (Stimuli) die jij naar hen overbrengt, dit om een door jou gewenst gedrag ten toon te spreiden. Eens je paard een gehoorzaam beestje is geworden dien je natuurlijk ook aan de ‘gewenning’ aan de omgeving te beginnen werken. En het zou nog doeltreffender zijn wanneer je reeds van veulen af aan deze gewenning werkt. Juist tijdens de inprentingsfase worden er heel veel ervaringen met de omgeving opgeslagen in het geheugen en dit voor altijd.

Onzeker bij andere paarden

Mijn Belzibuth vertoonde grote onzekerheid wanneer er voor het eerst met een ander paard erbij in de piste werd geoefend.  En oh, wat deed hij raar toe hij zichzelf in de spiegel zal, ik ben er gelukkig nog juist kunnen blijven opzitten, Dré. Dat zijn allemaal normale natuurlijke reacties van je Belzibuth, Marieke, maar wij dienen deze wel wat te normaliseren.

Lichaamstaal aanleren

Vele paarden groeien op in afzondering, op een kleine weide of in een kleine paddock en ver verstoken van enig sociaal contact met andere paarden. Logisch toch dat je dan heel veel wantrouwen hebt in andere paarden, waarvan je de gedragingen niet hebt leren en hun lichaamstaal niet hebt leren lezen!

Opgroeien in de kudde

Maar zoals het hoort heeft je Bezibuth kunnen opgroeien in gezelschap van een groep van andere paarden. In zo’n kudde leert een paard al snel de begrippen ‘Dominantie’ en ‘Onderdanigheid’ kennen, naast de vele andere gedragingen die wij hier niet gaan bespreken. Bij het zien van een andere, hoger in de rangorde geplaatste soortgenoot leer je al snel dat je uit de weg dient te gaan. Door weg te lopen van het dominantere paard bevestig je de onderdanige te zijn en kan je een maar rake kloppen en schaafwonden vermijden. Juist, Marieke, als het moet wordt dominantie tussen paarden wordt afgedwongen door een robbertje vechten. Onthoud ook maar dat paarden diezelfde taal gebruiken naar andere diersoorten toe, dus ook naar de mens. Als klein mensje zijn wij dan ook genoodzaakt om ‘Respect’ en ’Vertrouwen’ te verwerven van het paard, en dit reeds vanaf de geboorte van het veulen. ‘Respect’ klinkt heel menselijk, terwijl ‘Dominantie’ een meer dierlijke connotatie heeft, maar het zijn in basis dezelfde gedragingen hoor.

Wegspringen van aankomend paard

Dus heel normaal dat je Belzibuth het hazenpad probeert te kiezen wanneer er in de piste een ander paard op hem aangereden komt. Op grotere afstand een eindje meelopen met het onbekende paard (Waw, er zit daar zelfs een mensbeest op zijn rug), ja dat verteren de meeste paarden nog wel. Maar elkaar kop aan kop tegenkomen, dat wordt wel ervaren als een regelrechte aanval. Logisch dus dat je Bezlbuth heel reactie probeert weg te lopen.

Gewenning is een leerproces

In de gewenning van je Belzibuth dien je ook wat tijd te steken, Marieke, dat is onderdeel van de africhting en dat dien je ook in kleine stukjes aan je paard te leren. Als oudere ruiter doe ik zoiets eerst aan de hand, later aan de longe en nog later bereden. Deze graduele opbouw heb ik mijzelf eigen gemaakt na een paar gebroken ribben ten gevolge van een wegspringend paard. Natuurlijk doe je dit allemaal eerst in dezelfde richting van het andere paard en na een goed resultaat begin je de beide paarden in tegenovergestelde richting te werken. Die andere bereden combinatie selecteer je natuurlijk zorgvuldig, best een bekend paard en een ruiter die weet dat je bezig bent met het ‘Gewennen’ van je paard en daar in zijn rijden ook rekening mee houdt.

Longeren voor de dressuurspiegel

Tijdens het longeren kan je natuurlijk ook een positie opzoeken waarbij het paard tientallen malen zichzelf ziet afstevenen op het in de spiegel aankomende paard. Een paard heeft weinig of geen zelfbewustzijn en ziet in de spiegel dus ‘een’ ander aanstormende paard op zich afkomen.

Het paard zijn eigen uitweg laten kiezen

En dan is het moment aangebroken om al deze oefeningen onder de man te herhalen tot je het beoogde gewenningsresultaat bereikt hebt. Laat je jonge paard zeker niet opsluiten tussen de wand en de andere combinatie, maar neem de binnen hoefslag, zodat je beestje zelf kan uitwijken naar het midden toe en sta dat afwijken van het gevraagde pad ook met mate toe. Later ga je zeker ook de hoefslag volgen en vraag je aan de ingeschakelde combinatie om langzaamaan de afstand tussen de twee combinaties keer na keer te verkleinen.

Zwepen en sporen vermijden

Allemaal heel logische handelingen toch, Marieke, maar toch worden er heel veel fouten tegen gemaakt. Neen, een jong paard dat tussen de hoefslag en een andere combinatie weigert te lopen dient niet met sporen en zweepgebruik aangepakt te worden voor onwilligheid. Zo’n handelswijze doet bij het paard de associatie ontstaan: ‘Bij het naderen van een ander paard krijg ik ervan langs’, wat tot gevolg heeft dat het paard nog schrikkeriger wordt en een panische angst ontwikkelt voor andere paarden in plaats van te gewennen aan de situatie.

88 Hoepsa, een tongprobleem

Zit de tong boven het bit of eronder en hangt naar buiten.
Het ergste wat een dressuurruiter kan overkomen, de tong over het bit

De tong onder of boven het bit?

Ik denk dat mijn vierjarige Belzibuth zijn tong over zijn bit steekt, Dré?

Oei, je paard zijn tong over het bit steken is natuurlijk het ergste wat je als ruiter kan overkomen, Marieke. De tong van je paard werkt als een kussentje voor het mondstuk, waardoor de harde lagen niet door het bit aangeraakt kunnen worden. Bij paarden die de tong over het bit steken vervalt de bufferende werking van de tong en komt het harde metaal van het bit rechtstreeks op de beenharde lagen te liggen. Wanneer je een ronde ijzeren staaf op je scheenbeen zou leggen en daar hard op duwt, dan besef je wel duidelijk wat er zich op dat moment afspeelt in de paardenmond. Paarden die de tong over het bit hebben reageren daar meestal extreem op, door te zwaar in te buigen, door ‘door’ het bit weg te lopen of hevig het hoofd opwaarts te bewegen of weigeren gewoon nog verder te lopen. In zo een situatie wordt een paard nagenoeg onbestuurbaar, je weet niet meer waar je terecht komt.

Communicatie tussen paardentong en mensenvingers

Bij een goed gereden paard communiceert de zachte nageeflijke ruiterhand op een voortdurende manier met de steeds licht bewegende paardentong, hetwelk wij het afkauwen van het paard noemen. Door het afkauwen produceert het paard een overmaat aan speeksel, hetwelk door het kauwende effect omgezet wordt tot vlokkend schuim op de mondranden. Niet vergeten, Marieke, dat een onderdanig paard in de kudde met kauwen zijn onderdanigheid kenbaar maakt aan het dominantere paard en die onderdanige relatie wensen wij toch ook met ons paard tot stand te brengen.

Tong zijdelings uit mond hangen!

Juist Marieke, ik zie die tong van je Belzibuth ook regelmatig aan de rechterzijde naar buiten komen, maar ik zal met mijn wijsvinger eens voelen of zijn tong wel degelijk over het bit zit. Wij hebben toch nog wat geluk hoor, Belzibuth’s tong zit niet over het bit, maar schuift onder het bit naar buiten, waardoor een normale aanleuning nog steeds deftig kan zijn.

Vreemd, zo’n ijzeren ding in je mond

Paarden die voor de eerste malen een bit in de mond krijgen hebben wel eens de neiging om in hun ontdekkingstocht naar dat vreemde voorwerp in hun mond, om hun tong eens over het bit te steken. Dat is op zich niet erg, want na enige gewenning ondervind je paard wel dat het gezelliger is om dat bit boven de tong te dragen i.p.v. van geprangd te zitten tussen de lagen en de onderkant van de tong. Denk er maar even aan hoe ongezellig het voelt als er wat etensresten onder je tong terecht komen of de tandarts zijn speeksel wegzuig slangetje (wow, wat een omschrijving zeg) onder je tong steekt. Laat je paard in de stal maar rustig een tijdje wennen en dat probleem is zo opgelost, en natuurlijk doe je dat niet met je splinternieuwe hoofdstel en met diamanten beklede frontriem. Ook aan het dagelijks gebruikte halster kan je een simpel trensje bevestigen hoor.

Aangenamer door tong over het bit

Een paard steekt zijn tong over het bit omdat het dat het aangenaamste gedrag vindt, dat is de enige zekerheid die je hebt. Mogelijks vermijdt het daarmee pijn van de slecht onderhouden tanden, is het tongbeen wat verschoven, past het bit of het hoofdstel niet goed?….

Harde ruiterhand is meestal de oorzaak

Maar de tong over het bit steken tijdens het rijden is meestal het gevolg van een te harde ruiterhand Marieke. Ik hoor veel instructeurs kwelen dat je hand moet stil staan, waardoor sommige ruiters hun hand als in gebetonneerd gaan vastzetten. Een ruiterhand dient natuurlijk wel rustig te staan, maar dient de bewegingen van het paard mee te volgen en actief in te werken, met minuscule teugelhulpjes, om de nageeflijkheid en het afkauwen op te wekken bij het paard. Duidelijk dus dat je niet je hand vastzet en wacht tot het paard vanzelf nageeft. Door deze doodstille handen leren paarden meestal veel gewicht te nemen op het mondstuk, waardoor de doorbloeding van de tong wordt belemmerd en verkleurt de origineel roze tong naar ongezellig blauw. Een belemmerde doorbloeding heeft tot gevolg dat er ook een vervelende tinteling in dat lichaamsdeel (Hier de tong) ontstaat. Leg je benen maar eens een tijdje over elkaar en je zal heel goed begrijpen wat ik hiermee bedoel.

Het ergste wat je kan overkomen

Ik ben toch wat ongerust hoor Dré, ik wil niet dat die uithangende tong een blijvend fenomeen wordt. Een terechte vrees Marieke, we zullen samen op zoektocht gaan om van dit vervelende euvel vanaf te komen.

Lossere neusriem als oplossing

Een tongprobleem is meestal niet op te lossen met het verder aanspannen van de neusriem Marieke, dat had je vorige week toch al stiekem wat uitgeprobeerd, neen? Door het snoeren van de neusriem, wordt het voor het paard totaal onmogelijk om een kauwende beweging met de tong te maken. Iedereen die iets van lichamelijke training weet dat door het bewegen van een lichaamsdeel er een verhoogde bloedcirculatie ontstaat om naast de temperatuurregeling, de nodige zuurstof en voedingsstoffen naar de tong te voeren. Wij stellen ook vast dat het geven van vervelende teugelhulpen, bij het verschijnen van de tong, hier ook niet het gewenste resultaat geeft.

Laat het niet tot een automatisme worden

Een tongprobleem dienen wij dadelijk aan te pakken en dat probleem oplossen is primordiaal ten opzichte van al het andere werk dat we nog voor de boeg hebben. In geen geval mag dit gedrag als een automatisme in de hersenen van ons paard opgeslagen worden. Zouden wij jezelf en je paard niet uit het beginnend patroon halen, Marieke? Ja?

Werk aan de hand als visuele toets

Wij gaan dus dat neusriempje heel wat losser maken i.p.v. van aan te snoeren en werken aan de nageeflijkheid van jezelf en je paard. Door je Belzibuth aan de hand te werken kunnen wij ook het patroon veranderen en krijg jijzelf, naast je paard lopend, een beter zicht op het mondgedrag van je Belzibuth. Oh ja, we hebben je maatje tot hiertoe hoofdzakelijk rond en diep gewerkt en dus met het hoofd achter de loodlijn. Er is niets mis hiermee, maar er ontstaat hierdoor wel een lichte trekkracht op de tong. Als we je maatje nu eens meer oprichten, duidelijk voor de loodlijn, dan ontstaat er een drukkracht op de tong die in de richting van het tong aanhechtingspunt gaat i.p.v. een trekkracht. Leuk vast te stellen dat wij vandaag een duidelijke verbetering zien van dat vervelende tongedrag, laat ons hopen dat wij dat zo verder kunnen bestendigen.

Moest je Belzibuth zijn tong ‘over’ het bit steken, Marieke, dat zou nog veel erger zijn dan zijn tong zijdelings naar buiten steken. Een lossere neusriem en werk aan de hand kunnen hier ook wel soelaas brengen.

Vervelende versterkingen gebruiken

Maar wat moet ik dan doen Dré als hij zijn tong over het bit steekt tijdens het bereden werk? Een gedrag dat je niet wenst, Marieke, dat dien je vervelend te versterken, je dient dat tong over het bit steken dus onaangenaam te maken voor je paard zodat je paard dit ongewenste gedrag gaat vermijden. Dat vervelend versterken kan je doen door sterkere, opwaarts en voorwaarts gerichte teugelhulpen te geven op het moment dat dat de tong over het bit gaat. Voor een bijkomende tik van de dressuurzweep of een sterke spoorhulp ben ik niet zo’n voorstander, aangezien deze vervelende versterking ver van het mondprobleem verwijderd zijn en het paard meestal de associatie met het ongewenste gedrag van de tong niet legt.

Afstijgen is een aangename versterking

Triest natuurlijk dat je meestal van je paard moet om die tong terug onder het bit te plaatsen. Afstijgen is stoppen met werken en is een aangename versterking van het laatst getoonde gedrag (Tong over bit) en dat doe je dus nooit binnen de 4 seconden na het tong voorval. In ieder geval rij je dus nog enkele meters door terwijl je vervelende versterkingen (Teugelhulpen in dit geval) geeft, alvorens af te stijgen. Eens je met beide voeten op de grond staat kan je (binnen de 4 seconden) natuurlijk verder gaan met de vervelende versterkingen om je paard aan te zetten zelf zijn tong terug onder het bit te plaatsen, wat meestal niet lukt. Maar behoud je toch van brutaliteiten. Dan kan je als weldoener voor je paard optreden door de vervelende versterkingen weg te nemen en de tong terug mooi onder het bit te plaatsen.

De nagevende hand is de juiste oplossing

En om samen te vatten, Marieke, een tongprobleem vindt meestal zijn oorsprong in een niet nagevende hand van de ruiter.

87 Blijf bij je leest, beste jury

Oefenwedstrijden als wedstrijd ervaring
Oefenwedstrijden als wedstrijd ervaring
Thuis kan je geen wedstrijd ervaring opdoen

Het nut van een oefenwedstrijd

Kom je eens kijken naar mijn oefenwedstrijd, Dré? Wij krijgen 10 minuutjes de tijd om onze proef in een echte wedstrijd omgeving te rijden, en de jury zal ons wat werkpuntjes meegeven naar huis. Het is de bedoeling dat jij als trainer er ook bij bent, zo hoor je waaraan er volgens de jury aandacht dient besteed te worden.

Succes ervaring gebeurt reeds thuis

Je weet ondertussen, Marieke dat ik het type trainer ben dat zijn ruiters tijdens de training opvoedt tot zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Succes ervaring tijdens de dagelijkse training staat dan ook centraal. Een beetje tegen mijn zin, maar ik zal met jou meegaan naar deze schijnwedsstrijd.

Automatismen veranderen duurt lang

Het is ondertussen reeds meer dan een half jaar geleden dat je mijn hulp vroeg bij het verbeteren van de opleiding van je Belzibuth. Je Belzibuth liep op dat moment als een versleten houten hek, hing heel zwaar op je teugels, had een knik in derde halswervel, reageerde niet op je benen, … Dat allemaal uitte zich in onregelmatige gangen, een galop waarbij de achterhand abnormaal hoog opsprong, een niet uit te zitten steekdraf en een stap die neigde naar diagonalisering. Ja, onder de begeleiding van sommige vroegere lesgevers had men je geleerd een karikatuur te maken van je werkwillige Belzibuth.

No sweat no glory

Maar ik bewonder je doorzetting, Marieke. Tot tweemaal toe per week, ben je de laatste 6 maand op training geweest en de andere dagen heb je Belzibuth thuis, stapje per stapje heropgevoed. Met het werk aan de hand hebben jij en je Belzibuth gedurende deze periode nageeflijkheid, doorlaatbaarheid, afkauwen… geleerd. Sorry voor de met modder besmeurde mooie blauwe laarsjes, maar ik wou jullie hiervoor beschreven marionetten patroon doorbreken, door je in een voor beiden nieuwe en dus onbekende omgeving te plaatsen. Sommige mensen, zowel ruiters als jury’s als trainers denken dit met een uurtje zweten te kunnen oplossen, maar ik denk daar anders over. Patronen zijn diep ingesleten gedragingen die een gewoonte geworden zijn, en van je goede of slechte gewoontes geraak je niet zonder inspanning vanaf.

6 maand voor een schuimbekje

Als trainer vind ik het leuk dat je er in deze 6 maand in geslaagd bent jezelf en je Belzibuth om te tunen naar een combinatie met normale soepele correcte gangwijzen. De valse knik in de hals is links reeds volledig verdwenen en ik bemerk een lekker schuimbekje ten gevolge van je gevoelige nagevende hand. Aan de galoppirouettes hebben wij ondertussen reeds wat gesleuteld, maar voor de galopwissels op zich, en zeker niet voor de series, hebben wij nog geen tijd kunnen uittrekken.

Een trainer hoeft niet op wedstrijd

Veertien dagen geleden ben ik op oefenwedstrijd geweest Dré, maar in mijn drie’ers en vier’ers piepte mijn Bezibuth ervantussen uit, geen enkele controle meer, kom je eens kijken naar de volgende oefenwedstrijd?

Dat wil ik doen Marieke, maar dan gaan wij toch thuis eerst wat aan de controle van je serietjes werken. Als je Belzibuth er vandoor wil gaan tijdens de opeenvolgende wissels onderbreek je maar de series en rij je een heel klein voltetje om de verzameling en rust te herstellen. Belzibuth en Marieke pikken dit wonderwel op en na een paar herhalingen geven zij de serie met het juiste aantal tussenpassen en perfect op jouw hulpen. Wij beseffen natuurlijk beiden dat je op deze series van wissel geen tien als quotering kan krijgen, maar wij voelen ons wel gelukkig met deze evolutie.

Hoera, even goed op wedstijd als thuis

Hoera, tijdens de volgende oefenwedstrijd, onder het toeziende oog van de bekwame alles bemerkende jury en een in de schaduw meekijkende trainer, worden de wissel gegeven, juist zoals wij die thuis geoefend hadden. Het door Marieke gestelde doel is bereikt en wij voelen ons beiden voldaan en Marieke lacht breed. Juist, wij leveren allemaal deze inspanningen om er ‘voldoening’ aan te beleven, toch?

Het oordeel gods daalde neer

Plots klinkt de doordringende stem van de ervaren jury door de piste. “Als je wil punten krijgen op je galopwissels zul je die wel anders moeten rijden hé. Rij die series nog maar een paar keer opnieuw, Marieke, hou je Belzibuth opwaarts, doe die achterhand meer ondertreden, richt hem recht, meer voorwaarts doen springen, veel minder met te teugels werken, zet jezelf rechter, zwaai zo niet met je benen, …, een overvloed aan juiste en goed gedoelde informatie, maar trainingskundig onbekwaam gebracht. Trainingen dienen namelijk opgedeeld te worden in kleine onderdelen, die behapbaar zijn voor zowel paard als ruiter, zo creëer je een voldoeningsfase voor ruiter en paard.

Het vertrouwen kwijtraken

Na meerdere dwingende herhalingen zijn Belzibuth en Marieke volledig de kluts kwijt en weten zelfs niet meer hoe een eenvoudige galopwissel wordt gereden.

Ho, de tien minuten zijn voorbij, ik moet mij aan het tijdschema houden, graag de piste verlaten, Marieke, schalt de stem van de jury naar het ongelukkig kijkend Marieke.

En ja hoor, Marieke’ verlaat ontgoocheld de piste, en Belzibuth heeft geleerd dat je bij paniekerig gedoe mag stoppen van werken, ook dat zal hem zeker de eerste weken bij blijven.

Dan maar herbeginnen

Ook al zeg je aan Marieke dat ze van mij heel veel kan leren, neen beste jury, ik kan je niet proficiat wensen met je laatste tussenkomsten. Je hebt mijn pupil, haar paard en mijzelf terug naar ‘AF’ gekatapulteerd.

Mogelijks ook interessant om lezen: