90 Hoe de galop verbeteren

Hoe de galop verbeteren. Zijgangen en voltes zijn belangrijk bij het leren onderbrengen van de achterhand.
Hoe de galop verbeteren. Het leren onderbrengen van de achterhand is de eerste stap.

Galloperen als in een renwedstrijd

Maar mijn galopwerk lijkt meer op een renwedstrijd dan op dressuur rijden, zeker op de linkerhand worden er te veel kilometers per uur ontwikkeld. Ik heb hem op jouw aanraden reeds veel aan de longe laten galopperen, maar wat verzamelen in galop blijft toch een heikel punt hoor, Dré. Doe daar maar rustig mee verder, Marieke, voor alles wat je vanaf de grond kan oplossen hoef je op je paard niet meer te puffen. Een goede raad van een oudere man natuurlijk.

De oude leermeesters wisten het al

Eén van de grote leermeesters van de klassieke dressuur (Steinbrecht, dacht ik?) vertelde dat de verzamelde galop ‘als een rijpe vrucht in je de schoot valt’ wanneer het paard goed geschoold is in het drafwerk. Daar is zeker wat van waar, maar daarvan merken wij toch niet veel bij jou en je Jolieke.

De basis blijft belangrijk

Mijn hete Jolieke hebben wij reeds mooi onder controle in het drafwerk, Dré. Het door mijn teugels wegstormen is voorbij, hij loopt mooi nageeflijk over de rug en door het werk in de zijgangen verkrijgen wij ook al wat verzameling en is hij meestal ook mooi recht gericht, Dré. Dat is al een hele boterham, Marieke. Goed, we zullen onze aandacht tijdens het bereden werk nu wat meer toespitsen op het verbeteren van jullie galopwerk.

Eerst leren aanspringen

Rustig aanspringen in galop staat toch nog niet in het woordenboek van je Jolieke. Bij het aanspringen worden je teugels meestal uit de hand gerukt en versnelt de draf gedurende enkele passen, alvorens jullie in een bijna rengalop verder stuiven. Jaja, ik weet het, Maireke, ik overdrijf hier een beetje.

Aanspringen versus in galop vallen

Je Jolieke springt dus niet aan in galop, maar valt in galop, zoals elk groen paard dat doet. Bij het aanspringen worden de achterbenen ondergebracht, dit om het zweefmoment te initiëren. Bij het in galop vallen wordt het zweefmoment gecreëerd vanuit de unipedale ondersteuning van het binnen voorbeen, waarover het paard kantelt.

Ogenblikkelijke reactie

Essentieel voor het aanspringen is het ogenblikkelijk reageren van het paard op de gegeven hulpen, en dit op het moment dat het binnen voorbeen zijn opwaartse beweging inzet. Wanneer deze twee voorwaarden vervuld zijn, dan kan je met ieder paard met grote zekerheid rechts en links aanspringen in de gewenste galop op te wekken.

Door de hand springen

Om dat losrukken van de hand te voorkomen zou ik je aanraden Marieke, om je Jolieke rond en diep in te stellen en ook een wat overdreven buiging naar binnen te geven. Juist, bij het goed afgerichte paard geef je tijdens het aanspringen de binnenteugel een vleugje vrijheid om het naar voor brengen van het binnen voorbeen te vergemakkelijken. Aangezien wij hier trainen op het wegwerken van dat losrukken beperk je dat weggeven van je binnenhand voorlopig maar.

Nageeflijk blijven ‘tijdens’ het aanspringen

Juist, een goede nageeflijkheid voor het aanspringen en het dadelijk herstellen van deze nageeflijkheid na het aanspringen zullen als resultaat hebben, dat je paard ook tijdens de overgang leuk over de rug blijft lopen. Natuurlijk begin je niet aan een nieuw aanspringen alvorens jullie nageefljkheid hersteld is, en dit zowel in je draf- als galopgedeelte van deze oefening.

Kleine volte stimuleert de verzameling

En dat wegrennen, Marieke, dat elimineer je best door je Jolieke na het aanspringen dadelijk op een kleine volte te zetten. Ja hoor, verklein je volte maar zover tot je je Jolieke hoort kreunen van de inspanning. Juist, een trainingsmoment vangt aan op het moment dat je paard en jijzelf op hun fysieke en mentale grens gaan lopen. Op zo’n kleine volte kan een paard niet plankgas galopperen en is het paard verplicht om zijn binnen achterbeen ver onder zijn massa te plaatsen. Dit om zijn eigen gewicht opwaarts te kunnen projecteren. Ja, hier ontstaat de verzameling van de galop geboren. En probeer nu bij het vergroten van je volte hetzelfde gevoel aan te houden.

Na een paar sessies begint het vasthouden van de verzameling op de grote volte al aardig te lukken en nadien probeer je dat verzameld gevoel ook vast te houden als je de hoefslag volgt. Duidelijk toch dat het opdelen van je training in heel kleine stukjes de beste resultaten geeft.

Op linkerhand anders dan op de rechterhand

Op de linkerhand heeft mijn Jolieke het duidelijk lastiger dan in de rechter galop Dré? Logisch ook Marieke, want wij hebben tijdens de schouderbinnenwaarts in draf toch hetzelfde fenomeen vastgesteld. Ook hier is zijn linker binnenbeen minder gemakkelijk onder het zwaartepunt te brengen. De oefeningen op de linkerhand zullen dus verder geïntensifieerd moeten worden, maar je moet daar ook niet in te overdrijven hé. Geef je paard ook maar eens de genoegdoening om iets gemakkelijks te doen.

De beweging volgende handen

Vergeet ook niet de galopbeweging met je handen toe te laten, Marieke. Vaste handen geven bij iedere galopsprong een terugwerkende kracht (Klinkt mooier dan trekkracht hé) in de mond, waardoor het hoofd onrustig opwaarts neerwaarts beweegt tijdens iedere sprong en het paard te diep afkantelt of anders in verzet komt. Dus het opwaarts bewegen van je Jolieke’s hoofd (Wel nageeflijk blijven) tijdens de opwaartse fase van de galop sta je duidelijk toe. Kijk maar eens naar de Jockeys in de rensport. Die zijn een toonbeeld van meegeven van de hand, maar ook tijdens jouw dressuur rijden zal dit effect zeker dienen geminimaliseerd te worden. Met dit meer of minder meegeven van je handen (Ook de andere hulpen hoor) zal je de galop grensloos kunnen laten variëren tussen een sterke verzameling en een uitgestrekte galop.

Enkele weken focussen op het verzameld galopwerk zal zeker zijn vruchten afwerpen, Marieke.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Hippische presentaties voor je vereniging

Meer voldoening zoeken