98 Hoe leer ik mijn paard passageren?

Hoe leer ik mijn paard passageren? Passage ontwikkelen kan vanuit de piaffe of de verzamelde draf.
Hoe leer ik mijn paard passageren? Passage ontwikkelen kan vanuit de piaffe of de verzamelde draf.

Passage is een natuurlijke beweging

Denk je dat mijn Jolieke ooit zal kunnen passageren, Dré? En ‘If yes’, hoe begin je daaraan?

Laat je Jolieke na een paar dagen boxrust maar eens lekker stoeien op de weide, Marieke, en je zal zien dat er vanzelf een passageachtige draf tevoorschijn komt. Passage is een natuurlijke gang voor paarden, waarbij de paarden hun kracht en elegantie laten zien om zo hun rangorde naar elkaar toe te bevestigen. Met enig inzicht in de africhting is het ook mogelijk je Jolieke deze passage onder de man, bereden dus, te laten zien. Recent was ik nog op bezoek in een doordeweekse manege en zag daar meerdere heel eenvoudige paarden een drafbeweging geven die op een passage lijkt. Dat moet dan ook wel bij jouw Jolieke lukken, Marieke.

Hoe ziet een passage er uit?

Maar laat ons eerst samen eens bekijken wat een passage eigenlijk inhoudt, Marieke!

Passage is een gewone drafbeweging met een langer zweefmoment, niks speciaals dus. Dit langer zweefmoment Is bekomen door het hoger in de lucht katapulteren van het ganse lichaam. Het duurt dan ook langer voordat het lichaam door de zwaartekracht terug (Juist ja, eerst met zijn benen natuurlijk) op de grond valt. Om zijn lichaam hoger te kunnen opwerpen dient het paard zijn stuwende achterhand meer naar voor te brengen. Dichter bij zijn zwaartepunt dus, teneinde een meer naar boven gerichte stuwkracht te kunnen geven.

Duidelijk dus dat je Jolieke zich dus eerst dient te kunnen verzamelen, Marieke. De hoogste graad van verzameling wordt verkregen in de piaffe (Draf ter plaatse). Maar bij de piaffe is er nog enkel een verticale stuwing van de achterbenen en ontbreekt de voorwaarts stuwende component. Bij de passage zal de achterhand dus minder dienen ondergebracht worden dan in de piaffe. Dit om tegelijkertijd een opwaartse- en voorwaartse stuwkracht te ontwikkelen. Bij de klassieke piaffe is de elastische achterhand diep onder het paard gebracht en is het moeilijker om hieruit weg te rijden naar de passage toe. Niet te verwonderen dat de meeste wedstrijdruiters deze moeilijkheid ontwijken door hun piaffe te vervangen door een passage ter plaatse. Zo omzeilen ze de moeilijkheidsgraad van deze overgang tussen piaffe en passage.

Passage voor of na de piaffe ontwikkelen?

Ikzelf zou de passage bij je Jolieke liefst ontwikkelen nadat de piaffe goed bevestigd is, Marieke, maar sommige africhters doen dat juist andersom, wat dus ook kan. Bij een piaffe met veel voorwaartse beweging leert het paard ook de voorwaarts stuwende kracht te ontwikkelen.

Bij een goede passage bemerken wij een hoog opgetrokken voorbeen, wat ook bij de piaffe wordt nagestreefd, dit teneinde een langer zweefmoment te bekomen. Dit hoger optillen van het voorbeen is te activeren door het tijdelijk licht aantikken van het voorbeen. Dat gebeurt natuurlijk in het ritme van de drafbeweging.

Even aantikken kan veel helpen

Dit aantikken gebeurt op de voorzijde van het voorbeen of op de onderkant van de borst, op het moment dat het voorbeen juist de grond verlaat. Waar je juist dient aan te tikken zal verschillend zijn bij ieder paard en dient dan ook proefondervindelijk vast te stellen.

Het aantikken van het binnen voorbeen zal logischerwijze het best gebeuren door een ervaren begeleider vanop de grond, meelopend ter hoogte van de voorhand. Teneinde het mee rennen van de begeleider wat te beperken kan je het paard op een kleine volte laten draven. Door het licht naar buiten buigen van de hals kan men het binnen voorbeen van het paard wat ontlasten, zodat het gemakkelijker hoger kan worden opgetild. Bij deze manier van werken activeert men enkel het binnen voorbeen van het paard. Om een symmetrische ontwikkeling van het bewegingspatroon te bekomen zal men deze oefening dan ook zowel op de linker- als de rechterhand trainen.

Sommige ervaren begeleiders hebben de behendigheid om gelijktijdig tijdens deze oefening op de beide voorbenen in te werken of zowel het voorbeen als het achterbeen te toucheren. Hierbij lossen zij deze twee zaken gelijktijdig op, wat wel een bijkomende moeilijkheidsgraad voor ons minder intelligente paard betekent.

Voor- en achterbenen activeren

Bij deze manier van werken komt het dikwijls voor dat de achterhand minder voorwaarts en te weinig van de grond komt. Eens het gewenste verheven voorbeen bekomen is zal men de aandacht verleggen naar het terug activeren van de achterbenen. Dit gebeurt op quasi dezelfde manier als wij hiervoor voor het voorbeen beschreven hebben. Ergens op de voorzijde van het achterbeen toucheren om meer verhevenheid te verkrijgen en de achterkant van de achterbenen, of de broek, of de buikspieren van het paard aanraken om het meer te doen ondertreden. Minder ondertreden wordt bekomen door het paard op de lendenen te toucheren. Toch even benadrukken dat dit toucheren niet tot doel heeft om het paard in paniekstemming te brengen. Maar wel het paard signalen te leren waarop het de door ons verlangde beweging vertoont.

Veel onafhankelijke hulpen kunnen geven

Zo zie je Marieke, dat er nogal wat zaken op precies hetzelfde moment dienen te gebeuren, voorlopig zit jij op de deinende rug van je Jolieke mee in door je begeleider verworven ritme.

Maar als je het werk aan de hand goed beheerst is het ook mogelijk de piaffe en passage op je eentje aan je paard te leren. De werkwijze is nagenoeg dezelfde als hiervoor aangehaald en vraagt natuurlijk een langdurige en doordachte aanpak.

De communicatie verfijnen

Het is de bedoeling dat het paard uiteindelijk dat verhevener knietje geeft op het aangeven van de ruiter en niet op het aantikken door de begeleider. Tijdens het aantikken door de begeleider dient de ruiter dan ook reeds de verheven bewegingen van het paard te versterken door zijn been-, teugel-, en zithulpen in het ritme van het paard te geven. Dikwijls wordt ook het klikken met de tong (Neen, niet deze van het paard, maar wel de tong van de ruiter of de begeleider) als stimulus gebruikt.

Door het weg shapen (Shapen is het doelbewust veranderen van de prikkel zelf of van zijn intensiteit) van de meeste hiervoor aangehaalde hulpen en hun intensiteit te verminderen? Uiteindelijk zal het nog alleen de zit van de ruiter zijn dewelke je Jolieke zal aanzetten tot het vertonen van de passage. Ik hoef je niet uit te leggen dat dit vervolmaken van de passage een werk is van vele maanden of jaren en veel geduld en coördinatie vereist van jou als ruiter.

Ook een vleugje passage kan

Wanneer men een vleugje passage in de verzamelde draf steekt krijgt deze meer expressie. Deze gecadanceerde draf kan zowel voor of na het aanleren van de passage ontwikkeld worden.

Zo zie je maar Marieke dat er vele wegen naar Rome leiden, maar je moet er dan wel naartoe willen. Met wat experimenteren valt dus wel allemaal op zijn plooi.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Hippische presentaties voor je vereniging

Meer voldoening zoeken