Eerst de nageeflijkheid verwerven
Ondertussen draaft je Jolieke reeds heel elastisch, mooi nageeflijk met een soepele rug en een fijne aanleuning. Zou het nu niet het moment zijn, Marieke, om goed te leren doorzitten, zoals de echte dressuurruiters dat doen?
Doorzittten voor een fijnere hulpgeving
Pffff, ik zou eens willen weten wie er dat doorzitten uitgevonden heeft Dré, want dat is geen eenvoudige zaak hoor. Ieder beginnend ruiter kan alleen maar wat rondbotsen, Marieke. Een knappe vent toch die dat lichtrijden uitgevonden heeft, waarmee alles wat minder hotsend en botsend verloopt voor paard en ruiter. Lichtrijden heeft wel het nadeel dat je bovenlichaam cyclisch op en neer beweegt. Hierdoor verplaatst het zwaartepunt van de ruiter zich steeds verticaal en de hulpgeving toch wat wordt verstoord.
Recht zitten
Veel dressuurruiters in spé hebben geleerd hun paard aan de teugel te trekken, als het beest maar aan de loodlijn loopt, dan schijnt voor vele instructeurs alles in orde te zijn. Voor jou Marieke, heeft dit als resultaat dat je met een ietwat gebogen rug op je Jolieke zat, met klemmende benen, naar boven gedrukte sporen en veel spanning op je teugels. Natuurlijk dat je Jolieke hierdoor geen enkele looplust vertoonde. Het heeft een paar maanden geduurd, maar deze kwalijke automatismen hebben wij samen kunnen wegwerken.
Andere combinaties hebben geleerd hun paard vooruit te schoppen en het arme beest op hoge snelheid door de piste te jagen. Ze gebruiken hun naar achter hellend bovenlijf om een hoge trekkracht op de teugel te kunnen zetten. Waw zeg, vele van deze ruiters hebben nog geleerd met een duidelijke smile te rijden bij het vertonen van dit sleurwerk. Juist, Marieke, mooi recht en soepel zitten kan je enkel op een paard dat nageeflijk over de rug loopt. Tijd dus om vanaf nu je aan het verbeteren van je zit te werken.
Zwaartepunt van ruiter en paard vallen nooit samen
Door het doorzitten blijft je zwaartepunt op een constante manier dichter bij dat van het paard Marieke en is het bewegingsapparaat van het paard minder verstoord. Door het rijden met lange beugels wordt je zwaartepunt meer naar voor gebracht en ga je vanzelf meer boven het zwaartepunt van je Jolieke gaan zitten. Neen Marieke, de zwaartepunten van paard en ruiter kunnen nooit samenvallen, aangezien deze op een andere hoogte liggen. Bij de ruiter ligt het zwaartepunt een paar centimeters boven de navel. Bij het paard ligt het veel lager, ergens in het midden van de romp achter de schouder ligt.
Niet ‘op’ je paard, maar er ‘in’ zitten
Het summum van dressuur rijden is niet ‘op’ je paard zitten, maar leren ‘in’ je paard te zitten. Zo kan je iedere minuscule verandering in de beweging van je paard waarnemen en daar ook kan op inspelen, door fijne variaties in je zit aan je paard door te geven. ‘In’ je paard zitten leer je het best op een ondermaats tempo. Hierdoor loopt je paard met een minder verheven drafbeweging en je de tijd hebt om je bij iedere pas op het inzitten te concentreren.
Leren meegaan met de beweging
Juist Marieke, probeer in eerste instantie gewoon met de rugbeweging van je Jolieke ‘mee te gaan’. Dat is natuurlijk heel wat eenvoudiger als je Jolieke mooi voorwaarts neerwaarts en over de rug loopt. Nadat je opgeworpen bent door je paard, land je best iets naar achter op de lepel van je zadel, zodat je bekken tijdens de ondersteuningsfase als vanzelf naar voor komt. Dit is heel wat anders dan wat je kan zien bij beginnende ruiters dewelke in de lucht gekatapulteerd worden door achteraan op de lepel te vallen.
Je zadel beïnvloed je manier van zitten
Bij het contact met je hellende lepel wordt je verticaal gerichte valbeweging gedeeltelijk omgezet in een voorwaarts schuivende beweging. Door de verticale inslag op de rug van je Jolieke wordt verminderd en je paard soepeler gaat draven. Om dit naar voor schuiven van je bekken te bevorderen is de lepel van een dressuurzadel dan ook een naar voor hellend vlak. Vraag het maar eens aan je zadelmaker of je niet best is om je zadelkussens achteraan wat bij te vullen. Kijk ook maar eens na of de maat van je zadel in overeenstemming is met je eigen achterhand. Bij het doorzitten mag ik dus niet tussen je kont en de lepel van het zadel door kunnen kijken, Marieke.
Leren zitten in een slenterdrafje
Het beste rij je korte intervallen doorzitten, afgewisseld met lichtrijden zodat je aandacht op het doorzitten gevestigd blijft. Beperk deze zit oefeningen maar tot een tiental minuten, anders zou je de eerstvolgende dagen wel eens last kunnen hebben van zowel je buik- als rugspieren. Het ontwikkelen van spieren is een kwestie van meerdere weken en dient langzaamaan opgebouwd te worden. Na enkele weken wordt dit ‘in’ het paard zitten een automatisme en hoef je daar geen verdere gerichte aandacht meer aan te besteden.
Tempo langzaam verhogen
Zodra je het ‘in’ het paard zitten onder de knie hebt begin je geleidelijk aan je tempo wat op te voeren, erop lettend dat je steeds ‘in’ je paard blijft zitten, Marieke. Na het kunnen uitzitten van je sukkeldrafje komt het geleidelijk opbouwen naar de arbeids-, midden- en uitgestrekte draf aan de beurt. Als je daar ook nog de piaffe en de passage aan toevoegt, Marieke, heb je binnen een paar jaar de ganse scala van de draf onder de knie. Niet vergeten hé dat je ook je stap en galop kan beïnvloeden met je manier van zitten, maar daarop gaan we hier nu niet verder ingaan.
De drafbeweging beïnvloeden met je zit
In de vorige paragraaf heb ik gesproken over het leren ‘meegaan’, het volgen van de beweging van je paard, juist, dat is de aanleerfase. Bij de gevorderde ruiter zal het bewegingsverloop van het paard bepaald worden door het meer of minder ‘voor’ of ‘achter’ de beweging van het paard te gaan zitten. Ruiter en paard zullen tot een geheel versmelten, resulterend in het bijna wegvallen van de been- of teugelhulpen.
Zoals bij alle vallende voorwerpen het geval is, komt ook het ruitergewicht verticaal naar beneden. Door het meer of minder loslaten van het ruiterbekken (Aantrekken van het kruis noemen wij dat, Marieke) wordt deze verticale kracht, op de hellende lepel van het zadel ontbonden. Er ontstaat een horizontale kracht, waardoor je voorwaarts in je zadel schuift. Door het minder of meer aantrekken van het kruis kan je de grootte van deze horizontale kracht beïnvloeden. We krijgen dus de mogelijkheid om hiermede met ons paard te gaan communiceren. Je bekken minder laten meegaan met de beweging van het paard betekent dan ook een hogere verticale belasting op de paardenrug. Hierdoor gaat de paardenrug meer doorbuigen en ontwikkelen wij de draf in de richting van gecadanceerde draf en ook naar de passage toe.
Intieme communicatie
Het beheersen van het doorzitten opent dan ook een oneindig aantal gepersonaliseerde mogelijkheden om met je paard te communiceren en de manier van bewegen te beïnvloeden.
Meer hippische interesse?
Doorlaatbare dressuurlessen krijgen