108 Het belang van een lichte aanleuning

Het belang van een lichte aanleuning. De hand beïnvloedt het ganse bewegingspatroon.

Van de eerste keer goed doen.

Kom je eens naar mijn jonge paard kijken Dré, mijn Jolieke is ondertussen bijna 4 jaar en enkele maanden zadelmak. Met mijn grand-prix paard heb ik nog bij jou gelest, maar Ik wil er zeker van zijn dat deze eerste maanden met mijn jonge hengst goed verlopen zijn.

Het wel en wee van bijzetteugels.

Bij mijn aankomst was Jolieke reeds gelongeerd, maar bij zo’n jong paard wil ik toch de wijze van longeren eens bekijken. Doe hem toch nog maar eens een paar rondjes ronddraven aan de longe, Marieke. Jolieke is ‘deskundig’ van bijzetteugels voorzien, een soort vaste martingale, maar dan vast bevestigd aan de ringen van het eenvoudige trensje. De bijzetteugel is zo bevestigd dat hij alleen inwerkt als Jolieke zijn hoofd hoog ophoog steekt, en dat is natuurlijk zoals wij het wensen.

De bovenlijn lang maken.

Je Jolieke loopt heel kort in de hals en dit zonder enige contact met zijn bit. Deze ongewenste manier van lopen zal je Jolieke later in het bereden werk ook verder vertonen. Maak die bijzetteugels maar eens los Marieke. Knoop je buitenteugel zijdelings maar vast aan je singel en steek je longe door de trensring en dan zijdelings naar de singel toe. Op deze manier kan je een contact opbouwen tussen je hand en de mond van je paard. Het lichte weerstand bieden en nageven met je vingers doe je juist op dezelfde manier als wanneer je rijdt. Zo kan je je Jolieke uitnodigen om het bit te volgen en hem in een lange voorwaarts neerwaarts positie te krijgen. Eigenlijk hou ik niet van vaste bijzetteugels bij een paard. De paarden leren hierbij wel mooi in de krul te lopen, maar ze ontvluchten eigenlijk het contact met het mondstuk en dus de hand van de ruiter.

Het gevaar van bijzetteugels.

En ja hoor, ook tijdens het bereden werk kruipt Jolieke ver achter de loodlijn in een diepe krul, zonder enige contact met Mariekes hand. Bij de meeste jonge paarden dien ik de berijders aan te zetten om hun paard nageeflijk en over de rug te krijgen, maar hier is dat niet zo. Maak dat opgekruld lopen maar ongezellig Marieke, door het mondstuk onrustig in de mond te doen vibreren. Ik neem aan dat je in je jeugd nog geleerd hebt om een koord over de grond te laten voortbewegen als een slang? Dat is wat je ook kan doen met je teugels. Ja hoor, leer je Jolieke maar eerst wat tegen je hand in te komen en aanzetten om zijn neusje eruit te trekken. Natuurlijk geef je de handen dan voldoende mee zodat hij leert open, met zijn neus voor de loodlijn te lopen. Je Jolieke dient te leren dat hij je hand voorwaarts kan meenemen, tot het punt waar jij dat toestaat. Eens je paard uit zijn krul komt word jij natuurlijk poeslief met je handen. Dit nageven noemen wij een aangename versterking van het nieuwe gewenste gedrag.

Het ongewenste patroon doorbreken.

Het is bekend dat een gedrag na 21 herhalingen een automatisme wordt. Het vraagt dan ook veel inspanning om paarden, dewelke gedurende een langere periode met een verkeerde aanleuning getraind zijn, terug het bit op een soepele manier te doen aannemen. Te veel focus op dit aanleuning probleem dient vermeden te worden. Beter is het om het paard uit zijn patroon te halen door een ‘clear zone’ op te zoeken en verwarring te zaaien. Dit kan door het paard meermaals links en rechts te buigen of een zwaardere oefening te geven. Onbekende oefeningen geven meestal wat verzet in de aanleuning en dat is toch wat wij hier willen bekomen.

De ruiter nodigt uit tot contact.

Regelmatig lees ik in de hippische literatuur dat het paard zelf het contact met de ruiterhand moet komen opzoeken. Persoonlijk vind ik dat de ruiter het initiatief dient te nemen en het paard met zijn zachte hand dient uit te nodigen tot een kauwend contact met de tong van het paard. Om het met een metafoor te zeggen, de ruiter belt naar het paard en hoopt dat het paard de telefoon opneemt, zodat er contact ontstaat tussen beide partijen. En ja, de manier waarop het paard het contact al of niet opneemt zal door het paard zelf bepaald worden. Het kan zwaar gewicht willen nemen op de teugel, achter de teugel kruipen en alle mogelijke andere varianten daartussen. Om met de metafoor verder te gaan, misschien steigert het paard reeds bij het rinkelen van de telefoon. Het zal aan de ruiter zijn om de contact name dan maar op een andere manier aan te pakken! Misschien aan de deur gaan kloppen i.p.v. te telefoneren. Neem je de voordeur of de achterdeur of kruip je langs het openstaand raam binnen, haha.

Fijne signaaltjes creëren emoties.

Juist, bij een lichte aanleuning worden er voortdurend minuscule signaaltjes uitgewisseld tussen paard en ruiter. Hierdoor wordt de gemoedstoestand van paard en ruiter op een fijne manier uitgewisseld. Door het spelen met deze fijne signaaltjes is het mogelijk voor de ruiter om doelbewust op de emoties van het paard in te spelen. Emoties zijn de trigger om spanningsveranderingen teweeg te brengen bij het paard en zo het gedrag van je paard te beïnvloeden. De heel intensief bewegend oren van het paard zijn de uiting van het voortdurende ‘mentale contact’ tussen ruiter en paard.

Rijden met vingers van een pianist.    

Ik stel vast dat vele ruiters te veel met hun handen aan het prullen zijn en hun paard onbewust in de bek trekken. Ook hier kruipen de paarden in een krul achter de loodlijn en trachten zo de vervelende inwerking te vermijden. Dikwijls blijft de onwetende ruiter ook dan nog met zijn handen ongewenste mondcontacten bij het paard geven. Dit duurt zolang tot het paard deze vervelende inwerkingen in zijn mond beu is en de teugels uit de hand van de ruiter rukt of zelfs staakt met werken, dit tot steigeren toe. Met een stille, dode hand verkrijg je nooit een goede nageeflijke aanleuning, ook niet met een te veel bewegende hand. Een hand dient rustig op zijn plaats gehouden te worden, met losse armspieren en soepele vingers als een goed pianist. Een heel licht doorhangend teugeltje is het ultieme kenmerk van een lichte aanleuning. Het belang van een lichte aanleuning bepaalt het volledig bewegingspatroon van het paard. De manier van aanleuning maakt een paard tot een ballerina of doet het degenereren tot het de soepelheid van een slecht houten hek.

Meer hippische interesse?

Dressuurlessen in lichtheid krijgen

Hippische leerboeken lezen

Hippische presentaties voor je vereniging

Meer voldoening zoeken