57 De voorwaartse drang ontwikkelen

De voorwaartse drang ontwikkelen. Nageeflijkheid en doorlaatbaarheid als basis voor impuls.

Gas geven en remmen

Ik reageer toch op je beenhulpen door mij in een hogere versnelling te zetten en stop ook wanneer je aan de teugels trekt, Dré. Dat is toch wat je wenst of is er nog meer te beleven?

Fijngevoeligheid

Er is daadwerkelijk veel meer onder de stralende zon dan voortuitgaan en stoppen, Lucy. Het ligt in mijn bedoeling dat ik met jou kan rijden zonder dat de omstaanders bemerken hou wij communiceren. Ja, ik ben op zoek naar nagenoeg onzichtbare hulpen, en daarvoor heb jij de aangepaste fijngevoelheid met je genen meegekregen. Er bestaan ook flegmatieke paarden. Deze dienen aangepord te worden om tot enige prestatie te komen. Maar bij jou dien ik de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen om geen explosies te veroorzaken en dat vind ik leuk aan jou. Die fijngevoelheid wil ik in de toekomst overal en altijd in je werk terug kunnen vinden.

Achterbeentje belasten

Wij zijn nu een paar maanden aan het werk, Lucy en Ik bemerk dat je achterbeentje nu hoog van de grond komt. Dat was zeker niet het geval toen wij onze samenwerking startten. Alle gewrichten in je achterhand kunnen dus onbelast goed inplooien. Binnen enkele maanden zal ik je wel vragen om geleidelijk aan je gewicht van de voorhand naar de achterhand te verplaatsen. En ja, binnen een paar jaar wens ik je tot een piaffe te brengen, waarbij je achterhand als een elastische harmonica in elkaar kan plooien. Dat allemaal terwijl je achterbeen heel veel gewicht opneemt, je achterbeen niet aan de grond plakt, maar toch nog tot boven je kogelhoogte opwaarts swingt.

Impuls is de bereidheid op tot actie over te gaan

Ook prettig om te voelen hoe je achterhand aantrekt bij de minste beenhulp en dat dit omgezet wordt in voorwaartse beweging. Deze voorwaartse drang is toch de eerste vereiste om later de impuls te kunnen opbouwen. Impuls is niet het snel rond de bak stuiven, maar wel de ‘bereidheid’ om tot de door de ruiter gevraagd actie over te gaan. Deze bereidheid om voorwaarts te willen gaan dient in de latere africhting een automatisme te worden. Deze drang dient altijd en overal tijdens onze samenwerking aanwezig te zijn. Aangezien een gedrag een automatisme wordt na ongeveer 21 dagen, is de manier van lopen tijdens de eerste maanden sterk bepalend voor je ganse paarden carrière. Sommige paarden zullen dus in de eerste maanden dienen aangeleerd te worden om een voorwaartse drang te ontwikkelen. Jij bent van het hete looplustige type, Lucy, en daarom zal ik bij jou dus op zoek gaan naar een ietwat flegmatieker gedrag. Ik wil je looplust eigenlijk wat temperen.

Nageeflijke ruiterhand

Om goed voorwaarts te kunnen lopen dien je als paard natuurlijk licht in de hand en nageeflijk te zijn, Lucy. In alle drie de gangwijzen mag ik over je nageeflijkheid en over de rug lopen niet klagen. Prettig om te voelen dat je al je spieren bij ieder stap aantrekken en weer loslaten. Maar tijdens het rijden van de overgangen tussen die verschillende gangen kan je toch lelijk tegen mijn hand tekeergaan. Op die momenten probeer je de teugels uit mijn handen te rukken en ben ik tevreden dat ik, door mijn ietwat te hoge gewicht en mijn goed ontwikkelde biceps, daartegenover een grote trekkracht kan plaatsen. In paardentermen noemt men dit de weerstandbiedende hand.

Natuurlijk zal ik niet vergeten om na deze krachtpatserij onmiddellijk de druk in de teugels weg te nemen of zeker sterk tereduceren. Dit wordt dan het ‘nageven’ genoemd. Vele ruiters vergeten dat nageven, ogenblikkelijk na het afkauwen van het paard, waardoor het paard continue op de hand hangt. Het bewegingspatroon van een op de teugel hangend paard heeft veel overeenstemming met een versleten houten hek. Laat het dus duidelijk zijn dat nageeflijkheid begint met een nagevende ruiterhand, geënt op een voorwaartse drang van het paard. Je rijdt toch ook niet met je fiets met opgetrokken remmen.

Reactie op het been shapen

Je reacties op mijn been zijn eigenlijk iets te heftig Lucy, terwijl je respons op mijn teugelhulpen op bepaalde momenten (zoals tijdens de overgangen) veel te zwaar is. De intensiteit van de prikkel zal ik dus verder dienen te shapen.  De reactie op mijn beenhulp zal ik proberen te verminderen, terwijl de respons op de teugelhulpen zal dienen verhoogd te worden.

Shapen is het aanpassen van de prikkel waarop men een reactie wenst. De prikkel kan zowel qua soort als qua intensiteit worden veranderd. Dit in functie van de reactie die wijzelf van het paard wensen te ontvangen. Maar dat wist je zeker allemaal al, Lucy?

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Hippische presentaties voor je vereniging

Meer voldoening zoeken