En waarom rij je zonder sperriempje Marieke? Oh, ik heb een nieuw hoofdstel gekocht en er waren niet genoeg gaatjes in het sperriempje, dus heb ik dat sperriempje er maar af gehaald, Dré. Je paard loopt mooi over de rug, maar ik bemerk dat je Jolieke heel onrustig is in de mond en hij probeert steeds zijn mond ver open te sperren! De naam ‘sperriempje’ zegt het zelf, het is een riempje dat als doel heeft het opensperren van de mond te beperken. En neen, een sperriempje heeft niet de bedoeling om de mond van het paard strak dicht te snoeren, dat is een heel andere insteek.
Afkauwen toelaten
Kenmerkend voor een lichte aanleuning is het gezapig kauwen van het paard op het mondstuk, waardoor het beestje meestal ook gezellig gaat schuimen. Met deze steeds in frequentie en intensiteit variërende signaaltjes, communiceert je Jolieke met de lichte nageeflijke ruiterhand en vertelt zo zijn gevoelens aan de jou. En omgekeerd is dat ook waar, ook je eigen vingers kunnen jouw gevoel langs een doorhangend teugeltje naar de paardenmond overbrengen. De teugel is dus als het ware een communicatielijn waarmede emoties van jouw sterk ontwikkeld brein naar het minder ontwikkelde brein, van je lichamelijk tienmaal sterkere paard, overgebracht worden. En niet vergeten Marieke, dat emoties een levend wezen aanzetten om zijn gedrag te veranderen Deze gedragsverandering bij het paard teweegbrengen, op onze vraag dan toch, is het doel van paardrijden, of zie jij dat anders? Alle overgangen en veranderingen in een beweging zijn toch gedragsveranderingen, neen?
Stabilisering van het bit
Jonge paarden zijn op zoek naar wat ze in Gods naam met zo’n stuk ijzer of kunststof in hun mond kunnen aanvangen en proberen soms aan de invloed van dat vreemde ding te ontsnappen door de tong boven of achter het bit te plaatsen. Vele paardenmensen denken dat je dat kan voorkomen door de neusriem nog wat gaatjes strakker te spannen, maar niets is minder waar. Bij een losse, of zelfs geen neusriem, heeft het paard de mogelijkheid om gezellig met het bit te spelen en de meest aangename ervaring voor het paard is de tong onder het bit, zeker als je niet continue met je ruitergewicht aan de teugels hangt. Vergeet niet dat bij een trekkende ruiterhand de tong tussen het bit en de onderkaak op een pijnlijke manier wordt geplet. Sommige paarden spelen echter te veel met het loshangend bit en daartegen is een sperriempje een goede oplossing, zonder dat die daarvoor dient knellend aangespannen te worden.
Onrustige mond
Jouw Jolieke, Marieke, speelt onrustig met zijn bit en opent daarbij veelvuldig de mond, zodat de soepele aanleuning met je teugel steeds wordt verbroken. De sperriem dient om een overmatig openen van de mond te voorkomen, zodat de communicatie op een constante, door de ruiter controleerbare manier kan verlopen. Ook op een relatief losse sperriem kan een paard, belemmerd in zijn mondvrijheid, rare dingen doen en zelfs verzet geven tot achteroverslaan toe. Bij zo’n extreme reacties stel ik mij wel de vraag of de oorzaak niet gezocht dient te worden in het aanwezig zijn van pijnlijke tanden. Enkele weken voor het eerste maal inbrengen van een bit laat je best een inspectie van de tanden uitvoeren door een deskundig tandarts. Wolfstandjes laat je natuurlijk verwijderen alvorens je met je jonge beestje begint.
Slobberriempje
Nu wij het toch over riempjes en bitten hebben zou ik je nog wat willen vertellen over het slobberriempje, Marieke. Dit is een heel fijn riempje dat over de onderlip van het paard van de ene naar de ander schaar van de stang loopt. Het slobberriempje heeft als doel de stang wat stabieler in de mond van het paard te leggen, het voorkomt dat het paard de stang naar eigen believen met de tong kan opheffen en terug laten vallen en de scharen naar voor en achter klapperen. Dit spel kan je veel zien als paarden met trens en stang de vrije teugel krijgen. Een ander voordeel van het slobberriempje is dat je paard de schaar van je stang niet zijdelings tussen de tanden kan nemen. Sommige snuggere paarden fixeren graag de schaar van de stang tussen de tanden, zodat de sterke inwerking van de stang verloren gaat en zijzelf meester worden van het spel en zelfs gemakkelijk op de loop kunnen gaan met hun berijder. Ook een slobberriempje wordt niet strak aangespannen, maar los bevestigd zodat de scharen in het verlengde van de mondlijn kunnen naar voor komen, maar niet verder.
Diverse types van neusriem
Bij mijn voorgaande beschrijving heb ik het natuurlijk over een gecombineerde neusriem, wat niet betekent dat je niet deftig zou kunnen rijden met een ander type van neusriem. Momenteel zijn er ook allerhande ergonomische uitvoering op de markt, maar de regels waaraan deze rijkundig dienen te voldoen blijven zeker van toepassing.
Juist, bij trens en stang heb je natuurlijk geen sperriempje meer, maar enkel een hoge neusriem. Sommige enkelingen denken dat het tongprobleem ook bij stang en trends kan opgelost worden met het toevoegen van een strakgespannen sperriempje tijdens de trainingen! Ook hier is de enige oplossing te zoeken in het aanleren van een nageeflijke hand aan de ruiter, waardoor een te grote spanning op de tong wordt vermeden. Maar dat is een heel ander hoofdstuk.
Je wordt maar kampioen, Marieke, als de jury’s je meer punten geven dan de andere combinaties, zo simpel is dat. De jury is dus één van de vele externe factoren die je resultaat beïnvloeden en waarop je maar weinig of geen invloed kan uitoefenen. Uit mijn eigen jury periode herinner ik mij dat ruiters en hun entourage heel vriendelijk zijn als je op het jurybankje zit en het gebeurt ook dat sommige ruiters bij bepaalde jury’s niet meer willen rijden, en dit om uiteenlopende redenen.
Richt je aandacht op wat jijzelf kan beïnvloeden
Aangezien je op het jureren zelf maar weinig invloed hebt, is het dus best om je aandacht en inspanningen te richten op wat je zelf kan beïnvloeden. Eén van mijn leerlingen met een hoog analytisch vermogen feliciteert mij: Met een goed paard, een goede ruiter en goede begeleiding kan je kampioen worden, korter kan ik het echt niet samenvatten.
Mijn paard is nationaal kampioen
Met enige fierheid kan ik vermelden dat mijn 5-jarige Nastrovjah een paar weken geleden nationaal kampioen is geworden. Jaja, ik weet het wel het is het maar in een lager reeksje. Het juiste moment toch om even te ontleden ‘waarom’ de jury haar en Marieke op de eerste plaats heeft gezet.
Een goed paard maak je zelf
Alles begint natuurlijk met het goed rijden van een talentvol paard. Iedereen weet dat een uitmuntend en goed aangereden paard voor de gewone liefhebber niet te betalen is, of erger nog, de meeste liefhebbers verkopen hun beste paard en rijden verder met deze die nog overschiet.
Kampioen worden begint dus dikwijls vele jaren voor de bekroning, zelf een merrie met goede afstamming kopen en daar zelf de betere hengsten naartoe leiden, of misschien koop jij direct een veulen van betere makelij. Als je dan nog wat geluk hebt, wordt er in je schamel stalletje een paard met veel vermogens geboren of ook niet. Voor de eerste maal in mijn lange leven had ik de luxe om het talentvolste paard te kunnen kiezen uit verschillende jonge paarden die wijzelf gefokt hebben.
De aangeboren vermogens ontwikkelen tot talenten
Ieder paard en mens wordt met meer of minder vermogens geboren. Deze vermogens dienen door een aangepaste training dan verder ontwikkeld te worden tot ze vaardigheden zijn en als alles optimaal verloopt kan je na veel training van talenten spreken. Voor het ontwikkelen van de paarden talenten dien jijzelf ook je eigen talenten ontwikkeld te hebben. Juist, je dient dus geschoold te zijn in de brede waaier van paarden kennis en deze ook veelvuldig, met vallen en opstaan verder ontwikkeld te hebben in de praktijk. Juist, Marieke,sommige paarden hebben een natuurlijke oprichting, een ondergebrachte achterhand en drie uitmuntende bewegingen en veel impuls van moeder natuur meegekregen bij de geboorte. Naast nog vele tientallen andere eigenschappen zijn dit toch de belangrijkste eigenschappen waarmede jij bij de jury kan aanzetten op zijn zak met puntjes leeg te schudden.
Een gezonde geest in een gezond lichaam
Naast de vele lichamelijke factoren mag de mentale component van ruiter en paard zeker niet vergeten worden. Respect en vertrouwen tussen paard en mens zijn de belangrijkste fundamenten voor het succesvolle rijpaard, en deze worden hoofdzakelijk tussen de geboorte en het zadelmak maken reeds geduldig opgebouwd. Na veel inspanningen en wegvloeiende centjes hoop je dan dat je uitverkorene ook nog voor jou wil werken, dat hij of zij ‘rittig’ is? Deze werkwilligheid, een mentale ingesteldheid, is mogelijks nog de belangrijkste eigenschap om tot resultaat in de africhting te komen.
Externe middelen inschakelen
Wegens wat ouder worden maken wij onze paarden niet meer zelf zadelmak, maar vind ik het toch steeds beangstigend om een jong paard in de handen van de zadelmak maker te geven. Mijn ervaring heeft mij geleerd dat het veelal jonge onervaren kornuiten zijn die deze levenslange inprentingen aan het groene paard meegeven. (Oei, de oude wijze man heeft gesproken)
Duidelijk dus dat je sommige zaken volledig zelf in de hand hebt en andere door je vingers voelt glippen. ‘Wat jezelf doet is het beste’, en dat is dikwijls zo, maar soms is het toch beter om externe middelen in te schakelen. Ondanks mijn hogere leeftijd train ikzelf Nastrovjah drie tot viermaal per week. Maar tweemaal per week geef ik het stuur aan Marieke, een jonge getalenteerde en ervaren amazone, zodat zij voldoende feeling met Nastrovjah kan opbouwen, om succesvol aan de wedstrijden deel te nemen. Laat ons eerlijk zijn, zo’n jonge griet kan de jury zeker beter de punten uit zijn zakken halen dan een oude rond botsende vent, zoals ik mijzelf ondertussen beschouw. Door een regelmatige begeleiding ben ik er zeker van dat mijn gastruiter en ikzelf door overeenkomstige signalen met onze gemeenschappelijke Nastovjah communiceren.
Hoe de africhting van zo’n jong beest verloopt gaan wij hier niet in detail bekijken, dat zou ons te ver van ons onderwerp afleiden. Dat weet je mogelijks zelf wel of kan je eigen instructeur je hopelijk ook vertellen, of niet misschien?
Een resem aandachtspuntjes maken het verschil
Naast de technische uitbouw van de combinatie zijn en ook nog heel veel praktische zaken waardoor je voorbereid naar een wedstrijd toe kan vertrekken. Ik som maar even op:
-Voor het wedstijdseizoen heeft mijn echtgenote beslist om het eentonig bruin gekleurde hoofd van Nastrovjah wat meer expressie te geen, door een neusriem met een wit randje en een bling-bling frontriem aan te schaffen. Ikzelf ken van deze optut dingen niet zoveel en laat met genoegen een ander zich daarop uitleven. Wel weet ik dat de hoofdhouding (Juist, van het paard) een belangrijk punt is bij het jureren en een goede houding dan ook best wordt geaccentueerd.
-Een paar weken voor de wedstrijd wordt ons beestje in deze herfstperiode reeds van een warm dekentje voorzien. De prestaties van het paard liggen hoger bij een lichte vacht en alles oogt toch wat beter voor de jury en de toeschouwers.
-We vermijden dat ons paard kort voor de wedstrijd nog dient beslagen te worden, en wij voorzien ijzers met tapgaten natuurlijk, toch als de wedstrijd op een weide plaatsvindt.
-Veertien dagen voor de wedstrijd leggen wij op het grasland een piste aan die zoveel mogelijk gelijkt op de vierhoek waarin de wedstijdproef zal plaatsvinden. Allerhande witte hekjes, Ikea opstapjes als letters, enkele springbalken op de grond. Rond ons huis steel ik ook een opvouwbare jurytafel en -stoeltjes, de mooiste bloempotten verdwijnen en ….
-In deze periode wordt hier door Marieke regelmatig de dressuurproef gereden en ik geef instructie vanop mijn aftandse Gator die te dicht bij C is geparkeerd, en ja, de hond mag als storende factor ook plaatsnemen op het bakje hoor. Nastrovjah mag gerust de proef wat van buiten kennen, maar we letten er wel op dat haar eigen initiatief geperkt blijkt. Rond onze ring wordt losgereden en dan direct de nagebootste ring binnenrijden, zo leren we hoe in te spelen op de mogelijks opborrelende emoties van Nastrojah. Neen, gezien onze ruime wedstrijdervaring hebben Marieke en ikzelf een goede beheersing van dit gesimuleerd wedstrijdverloop. En daarbij, een beetje wedstrijdangst bevordert de prestatie.
-Ik weet wel Marieke dat je mama heel graag en ook goed de proef voorleest, maar train het uit je hoofd rijden van je proefje maar. Dan dien je nooit op je voorlezer te wachten, het geeft de jury de indruk dat jij je proefje door en door kent en kan jijzelf constant voordenken wat je voortdurend in je proefje hoeft te doen, in plaats van afwachtend aan de lippen van je voorlezer te hangen.
-De dagen voor de competitie wordt de weidegang toch wat beperkt in de tijd, kwestie van dat buikje wat weg te krijgen. En openspattende mest is toch wat storend bij het rijden van je mooie proef.
-Een mislukte deelname aan een interland, met mijn splinternieuwe rijlaarzen, heeft mij geleerd dat je de laatste dagen niets meer verandert aan het harnachement van paard en ruiter. Oh ja, dat vlindertje om de teugel, als stop voor de martingale, gaan we toch nog wegnemen. Volgens een goede vriend lijkt de hals van Nastovjah langer als dit verwijderd is.
-De dag voor de wedstrijd wordt er rustig dressuurwerk gedaan en een gezellige buitenrit, een beetje tapering off mag er ook bij komen en de zinnen eens verzetten kan geen kwaad.
-Daags voor de wedstrijd wordt het mooi gepoetste materiaal door mijn echtgenote deskundig in de wagen gestapeld, kwestie van niets terug vergeten en alles eenvoudig terug te vinden. De morgen van de wedstrijd wordt dat jonge beestje ook nog gewassen met de juiste shampoo en tot in de puntjes getoiletteerd. Over toiletteren kan een gans boek geschreven worden, maar daar gaan we hier niet aan beginnen.
-En juist voor het vertrek wordt Nastrovjah reeds voorzien van de aangepaste ‘kalkoenen’ om de nodige loopzekerheid te garanderen op het mooie grasveld. Zo’n jong beest op de wedstrijd van vijzen voorzien zorgt toch dikwijls voor de nodige stress bij het paard en de ruiter en kan het vertrouwen schaden.
-Een kwartiertje voor het opzadelen wordt het hooi weggenomen, zodat er met een witschuimend mondje kan gereden worden en het mondstuk niet vol hangt met oude etensresten.
-Natuurlijk voorzien we Nastrojah tijdens het losrijden van witte bandages om haar mooie bewegingsapparaat wat in de verf te zetten. Of dacht je dat de jury nooit eens opzij kijkt naar wie er nog gaat binnenkomen?
-Na het opzadelen neem ik als vertrouwenspersoon Nastovjah aan de longe mee voor een kwartiertje site seeing, om te gewennen aan deze toch wat vreemde omgeving voor dit jonge beestje. Daarna stijgt Marieke op en loop ik toch nog maar eens mee aan hun zijde om onverwachte omstandigheden, zoals een tegenliggend vreemd bokkend en steigerend paard, de sfeer niet te laten bederven.
-Tijdens het losrijden zoeken wij zoveel mogelijk dezelfde omgeving op als in de echte ring. Een leegstaande ring of een paar toertjes rond de ring brengen hiervoor meestal soelaas.
Bij de bel sta je er als ruiter alleen voor
-En dan gaat de bel, vanaf nu wordt het een verleidingsspel tussen Marieke met Nastrovjah en de aandachtige jury. Hun doel is niet nationaal kampioen te worden, maar het beste van hunzelf te geven. De gevraagde oefeningen hebben wij er thuis netjes in getraind, zoals de andere deelnemers vermoedelijk ook hebben gedaan. Nageeflijkheid, doorlaatbaarheid, opgewekte en beheerste drang voorwaarts, zijn de belangrijke poker kaarten die wij op de tafel gaan leggen. Een goede jury zal deze basisfundamenten van de dressuur hopelijk wel herkennen en daar op alle rubrieken een half puntje meer voor geven.
Lichtheid in de aanleuning en een losse neusriem voorkomen tongproblemen
Het zadelmak maken uitbesteden.
Zes weken geleden heb ik mijn vier jarige Jolieke naar de zadelmaker gebracht, goesting om eens mee gaan te kijken Dré? Na vier jaar tijd en geld investeren mag ik voor de eerste maal zelf op haar rug plaatsnemen. Voor jou trek ik wel een paar uurtjes uit Marieke, en daarbij zie ik toch ook eens graag hoe het er in zo’n industriële zadelmakmakerij aan toe gaat.
Tijdens het longeren zie ik Jolieke met haar neus omhoog rond de longeerbox stormen, ik had eigenlijk een softe start verwacht en een paard dat toch wat was bijgezet, maar ja, dat heb je zelf niet in de hand als je je paard uitbesteedt.
Het opstijgen van de jonge amazone verloopt heel normaal, Jolieke blijft mooi stil staan en al snel krijgen wij de bereden stap, draf en galop sequenties te zien. Een hoofstel kunnen op zetten, blijven stil staan bij het opstijgen en een paar rondjes in de drie basisgangen zijn toch de verwachtingen die je stilletjes mag koesteren na een voldoende lange zadelmak periode.
Nageeflijkheid zoeken van bij het longeren.
Nageeflijkheid, over de rug lopen, laag lang rond en diep zijn wel zaken die wijzelf reeds aan de longe reeds aanleerden aan het groene paard. Bereden kunnen starten met een soepel lopend paard is toch lekker meegenomen.
Het bit op de lagen verstoort het soepele contact.
Tijdens het met de neus omhoog rondlopen van Jolieke bemerk ik geen enkele beweging in haar mond en ook Marieke is niet gelukkig over het mondcontact dat zij bereden bij Jolieke ervaart. Stop maar even, zodat wij tong en bit eens kunnen nakijken. En ja hoor, de tong is volledig opgetrokken tot achter het bit, het mondstuk ligt dus direct op de lagen, waardoor de bufferende werking van de tong verloren is gegaan. Wij weten natuurlijk dat bij een goed in de hand gesteld paard de verbinding tussen onze handen en de mond van het paard voortdurend varieert door het matig op het bit kauwen van het paard. Met een opgetrokken tong en ook met een tong over het bit gaat deze intieme connectie verloren en wordt deze continue veranderende communicatielijn vervangen door een on-off signaal. De tong van Jolieke terug onder het bit krijgen blijkt onmogelijk te zijn, het lopen met een opgetrokken tong is dus na een paar weken reeds een gewoonte geworden.
Trek en sleurwerk uit den boze.
Tijdens het eerste bereden rondje konden wij al vaststellen dat de zadelmak makende amazone met het bovenlichaam sterk achteruit hing, ja, om sterk aan de teugels te kunnen trekken. Later bemerken wij ook nog twee dikke bulten op de romp van Jolieke, op de plaats waar de sporen inwerken. Ondanks het superviserende oog van de ervaren manager is de jonge amazone er toch in geslaagd om het gevreesde trek en stampwerk toe te passen. Natuurlijk doet je paardentong pijn als men met 50 kg voortdurend aan de teugels trekt en je gelijktijdig met prikkende sporen wordt aangepord. Juist, om de tintelende pijn in je tong te ontvluchten steek je dan toch je tong over het bit of trek je de tong op tot boven het bit.
Pas zadelmak en reeds heropvoeding nodig.
Haal je Jolieke maar direct naar huis Marieke, ik denk dat er hier tijdens het zadelmak maken met de aanleuning wat is misgelopen, laat ons samen maar op zoek gaan of wij dat nog kunnen oplossen. In sommige gevallen kan het iets hoger hangen van het mondstuk enig soelaas brengen, maar dat schijnt bij Jolieke niet het geval te zijn.
Het juiste bit kiezen.
De keuze van het juiste bit is natuurlijk belangrijk en kan het probleem helpen oplossen, maar het is de inwerking van de ruiterhand die in hoofdzaak de grootte van de belasting op de tong bepaalt.
Het eerste bitje dat je gekozen hebt is een dikke dubbel gebroken trens, Marieke, daar schijnt mij niets mis mee te zijn. De inwerking van een dikker bit is zachter aangezien het contactoppervlak met de tong groter is dan bij een fijn bit en er dus minder druk (kg/cm²) op de tong komt. Misschien is de combinatie van een dik bit en een vastgesnoerde neusriem wel gedeeltelijk de aanleiding van dit tongprobleem? Wij bemerken al snel dat het losser maken van de neusriem geen enkel effect heeft op het tonggedrag van Jolieke, zelfs zonder neusriem en zonder inwerking van de teugels blijft de tong voortdurend en bewegingsloos opgetrokken. Duidelijk dus dat het optrekken van de tong een automatische reactie is geworden op het plaatsen van het bit en een automatisme doorbreken is echt niet eenvoudig.
Even scharrelen in onze bittenbak.
Even in onze door de jaren opgevulde bittenbak gaan scharrelen, mogelijks is een ander bit gebruiken een deel van de oplossing?
We stellen al gauw vast dat het metalen stangetje met tongvrijheid of de dikke rubberen stang hier zeker niet de verwachte oplossing brengen. En het gebroken bit met een tonglepeltje, veel gebruikt bij paarden die de tong over het bit steken, maakt de toestand alleen maar erger. Bij het rondneuzen op internet vinden wij een heel licht en dun kunststof stangetje met tongvrijheid, dat door velen wordt aanbevolen, snel er eentje van bestellen zeker. Maar ook met dit bitje blijft de tong steeds opgetrokken, ook al is je Jolieke niet bijgezet.
Kauwen tijdens het eten.
Wat dacht je er van Marieke, zouden wij je Jolieke niet eens op stal zetten met een los halster waaraan je bitje is bevestigd? Dan zijn we toch al zeker van een volledige mondvrijheid. Wij zijn op zoek om je Jolieke uit te nodigen tot kauwen op zijn bit, eten met je tong opgetrokken of over het bit hangende tong schijnt mij heel vervelend. Moest je daar niet van overtuigd zijn, steek dan zelf maar eens wat muesli onder je tong. Geef hem maar een schep lekkere muesli en geef hem alle tijd om in de stal zelf uit te zoeken dat het gezelliger is met een tong onder het bit. Verwijder wel je mooie lange hooi uit de stal, want dat zou zich wel eens ballen rond het bit kunnen vormen.
En ja hoor, na wat stuntelig zoeken vreet Jolieke haar voederbak volledig leeg met haar tong onder het bit. En steek je Jolieke ook maar enkele uren op een kaalgevreten weide met het los bevestigd bitje in haar mond. En na enkele weken staat Jolieke rustig in de sta en op de weidel met haar tong onder het bit.
Stap na stap evolueren.
Ook bij het longeren met een eenvoudig halster en een daaraan bevestigd bit, zonder enige bijzetteugels, blijft haar tong nu meestal onder het bit, maar zodra er enige actie van de lange bijzetteugels op het bit komt wordt de tong toch opgetrokken en blijft die ook opgetrokken.
Door het veelvulidg geven van muesli tijdens het aan het halster longeren leert Jolieke wel met het bit te spelen, en na meerdere trainingen vindt zij het de gewoonste zaak om kauwend, met haar bit rond te lopen. Nu is het moment aangebroken om weinig inwerkende bijzetteugels aan te brengen, en ja hoor, mits de nodige muesli blijft haar tong lekker bewegend onder het bit. De longeerlijn bevestigen wij aan een ring van de halster zodat wij zeker zijn dat wijzelf geen enkele druk op het bit uitoefenen. Nu kunnen wij verder evolueren tot de normale gang van zaken en het halster vervangen door een losse kaptoom en later door een gewone toom met heel losse hoge neusriem en zonder die prangende sperriem, zodat het afkauwen met de tong onder het bit niet verstoord wordt. Vervolgens gaan wij de longe door de trensring naar de singel aanbrengen zodat wij hiermede toch wat kunnen inwerken op de tong van het paard en zo de nageeflijkheid bevorderen. Een nageeflijkheid op de teugel die wij korteling ook in de bereden toestand nodig hebben. Ook tijdens het bereden werk voorzien wij nu Jolieke op regelmatige basis van muesli met het gewenste kauwende resultaat.
De zachte hand en losse neusriem als oplossing.
Iemand fluistert in mijn oor dat je die tong ook met een nylonkous kan vastbinden, maar dat zijn niet de zaken die ik in praktijk wens te brengen. Neen, je hoeft mij niet uit te leggen hoe dat in zijn werk gaat. Enkel met een nagevende ruiterhand en een losse neusriem leert een paard af te kauwen met een boven de tong liggend bit. Hoera, na twee maand aandachtig werk loopt Jolieke op een ontspannen manier door de rijbaan, zoals het hoort.
Passage ontwikkelen kan vanuit de piaffe of de verzamelde draf
Denk je dat mijn Jolieke ooit zal kunnen passageren, Dré? En ‘If yes’, hoe begin je daaraan?
Passage is een natuurlijke beweging
Laat je Jolieke na een paar dagen boxrust maar eens lekker stoeien op de weide, Marieke, en je zal zien dat er vanzelf een passageachtige draf wordt gegeven. Passage is een natuurlijke gang voor paarden waarbij de paarden hun kracht en elegantie laten zien om zo hun rangorde naar elkaar toe te bevestigen. Met enig inzicht in de africhting is het ook mogelijk je Jolieke deze passage onder de man, bereden dus, te laten zien. Recent was ik nog op bezoek in een doordeweekse manege en zag daar meerdere heel eenvoudige paarden een drafbeweging geven die op een passage lijkt. Dat moet dan ook wel bij jouw Jolieke lukken, Marieke.
Hoe ziet een passage er uit?
Maar laat ons eerst samen eens bekijken wat een passage eigenlijk inhoudt, Marieke!
Passage is een gewone drafbeweging met een langer zweefmoment, niks speciaals dus. Dit langer zweefmoment wordt bekomen door het hoger in de lucht katapulteren van het ganse lichaam, zodat het ook langer duurt voordat het lichaam door de zwaartekracht terug (Juist ja, eerst met zijn benen natuurlijk) op de grond valt. Om zijn lichaam hoger te kunnen opwerpen dient het paard zijn stuwende achterhand meer naar voor te brengen, dichter bij zijn zwaartepunt dus, teneinde een meer naar boven gerichte stuwkracht te kunnen geven. Duidelijk dus dat je Jolieke zich dus eerst dient te kunnen verzamelen, Marieke. De hoogste graad van verzameling wordt verkregen in de piaffe (Draf ter plaatse), maar bij de piaffe is er nog enkel een verticale stuwing van de achterbenen en ontbreekt de voorwaarts stuwende component. Bij de passage zal de achterhand dus minder dienen ondergebracht worden dan in de piaffe, dit om tegelijkertijd een opwaartse- en voorwaartse stuwkracht te ontwikkelen. Bij de klassieke piaffe is de elastische achterhand diep onder het paard gebracht en wordt het moeilijker om hieruit weg te rijden naar de passage toe. Niet te verwonderen dat de meeste wedstrijdruiters deze moeilijkheid ontwijken door hun piaffe te vervangen door een passage ter plaatse en zo de moeilijkheidsgraad van deze overgang tussen piaffe en passage sluw omzeilen.
Passage voor of na de piaffe ontwikkelen?
Ikzelf zou de passage bij je Jolieke liefst ontwikkelen nadat de piaffe goed bevestigd is, Marieke, maar sommige africhters doen dat juist andersom, wat dus ook kan. Bij een piaffe met veel voorwaartse beweging leert het paard ook de voorwaarts stuwende kracht te ontwikkelen.
Bij een goede passage bemerken wij een hoog opgetrokken voorbeen, wat ook bij de piaffe wordt nagestreefd, dit teneinde een langer zweefmoment te bekomen. Dit hoger optillen van het voorbeen kan geactiveerd worden door het tijdelijk licht aantikken van het voorbeen, dit natuurlijk in het ritme van de drafbeweging.
Even aantikken kan veel helpen
Dit aantikken gebeurt op de voorzijde van het voorbeen of op de onderkant van de borst, op het moment dat het voorbeen juist de grond verlaat. Waar je juist dient aan te tikken zal verschillend zijn bij ieder paard en dient dan ook proefondervindelijk bepaald te worden.
Het aantikken van het binnen voorbeen zal logischerwijze het best gebeuren door een ervaren begeleider vanop de grond, meelopend ter hoogte van de voorhand. Teneinde het mee rennen van de begeleider wat te beperken kan je het paard op een kleine volte laten draven. Door het licht naar buiten buigen van de hals kan men het binnen voorbeen van het paard wat ontlasten zodat het gemakkelijker hoger kan worden opgetild. Bij deze manier van werken wordt enkel het binnen voorbeen van het paard geactiveerd. Om een symmetrische ontwikkeling van het bewegingspatroon te bekomen zal deze oefening dan ook zowel op de linker- als de rechterhand geoefend worden. Sommige ervaren begeleiders hebben de behendigheid om gelijktijdig tijdens deze oefening op de beide voorbenen in te werken of zowel het voorbeen als het achterbeen te toucheren, maar waarbij deze twee zaken gelijktijdig oplossen wel een bijkomende moeilijkheidsgraad voor ons minder intelligente paard betekent.
Voor- en achterbenen activeren
Bij deze manier van werken komt het dikwijls voor dat de achterhand minder voorwaarts en te weinig van de grond komt. Eens het gewenste verheven voorbeen bekomen is zal de aandacht verlegd worden naar het terug activeren van de achterbenen. Dit gebeurt op quasi dezelfde manier als wij hiervoor voor het voorbeen beschreven hebben. Ergens op de voorzijde van het achterbeen toucheren om meer verhevenheid te verkrijgen en de achterkant van de achterbenen, of de broek, of de buikspieren van het paard aanraken om hel meer te doen ondertreden. Minder ondertreden wordt bekomen door het paard op de lendenen te toucheren. Toch even benadrukken dat dit toucheren niet tot doel heeft om het paard in paniekstemming te brengen, maar het paard signalen te leren waarop het de door ons verlangde beweging vertoont.
Veel onafhankelijke hulpen kunnen geven
Zo zie je Marieke, dat er nogal wat zaken op precies hetzelfde moment dienen te gebeuren, voorlopig zit jij op de deinende rug van je Jolieke mee in door je begeleider verworven ritme.
Maar als je het werk aan de hand goed beheerst is het ook mogelijk de piaffe en passage op je eentje aan je paard te leren. De werkwijze is nagenoeg dezelfde als hiervoor aangehaald en vraagt natuurlijk een langdurige en doordachte aanpak.
De communicatie verfijnen
Het is de bedoeling dat het paard uiteindelijk dat verhevener knietje geeft op het aangeven van de ruiter en niet op het aantikken door de begeleider. Tijdens het aantikken door de begeleider dient de ruiter dan ook reeds de verheven bewegingen van het paard te versterken door zijn been-, teugel-, en zithulpen in het ritme van het paard te geven. Dikwijls wordt ook het klikken met de tong (Neen, niet deze van het paard, maar wel de tong van de ruiter of de begeleider) als stimulus gebruikt. Door het weg shapen (Shapen is het doelbewust veranderen van de prikkel zelf of van zijn intensiteit) van de meeste hiervoor aangehaalde hulpen en hun intensiteit te verminderen, zal het uiteindelijk alleen nog de zit van de ruiter zijn dewelke je jolieke zal aanzetten tot het vertonen van de passage. Ik hoef je niet uit te leggen dat dit vervolmaken van de passage een werk is van vele maanden of jaren en veel geduld en coördinatie vereist van jou als ruiter.
Ook een vleugje passage kan.
Wanneer men een vleugje passage in de verzamelde draf steekt krijgt deze meer expressie. Deze gecadanceerde draf kan zowel voor of na het aanleren van de passage ontwikkeld worden.
Zo zie je maar Marieke dat er vele wegen naar Rome leiden, maar je moet er dan wel naartoe willen. Met wat experimenteren valt dus wel allemaal op zijn plooi.
Het volledige bewegingspatroon van het paard wordt door de manier van doorzitten beïnvloed
Eerst de nageeflijkheid verwerven
Ondertussen draaft je Jolieke reeds heel elastisch, mooi nageeflijk met een soepele rug en een fijne aanleuning. Zou het nu niet het moment zijn, Marieke, om goed te leren doorzitten, zoals de echte dressuurruiters dat doen?
Doorzittten voor een fijnere hulpgeving
Pffff, ik zou eens willen weten wie er dat doorzitten uitgevonden heeft Dré, want dat is geen eenvoudige zaak hoor. Ieder beginnend ruiter kan alleen maar wat rondbotsen, Marieke, een knappe vent toch die dat lichtrijden uitgevonden heeft, waarmee alles wat minder hotsend en botsend verloopt voor paard en ruiter. Lichtrijden heeft wel het nadeel dat je bovenlichaam cyclisch op en neer beweegt, waardoor het zwaartepunt van de ruiter zich steeds verticaal verplaatst en de hulpgeving toch wat verstoord kan worden.
Recht zitten
Veel dressuurruiters in spé hebben geleerd hun paard aan de teugel te trekken, als het beest maar aan de loodlijn loopt, dan schijnt voor vele instructeurs alles in orde te zijn. Voor jou Marieke, heeft dit als resultaat dat je met een ietwat gebogen rug op je Jolieke zat, met klemmende benen, naar boven gedrukte sporen en veel spanning op je teugels, en natuurlijk dat je Jolieke hierdoor geen enkele looplust vertoonde. Het heeft een paar maanden geduurd, maar deze kwalijke automatismen hebben wij samen kunnen wegwerken. Andere combinaties hebben geleerd hun paard vooruit te schoppen en het arme beest op hoge snelheid door de piste te jagen. Ze gebruiken hun naar achter hellend bovenlijf om een hoge trekkracht op de teugel te kunnen zetten. Waw zeg, vele van deze ruiters hebben nog geleerd met een duidelijke smile te rijden bij het vertonen van dit sleurwerk. Juist, Marieke, mooi recht en soepel zitten kan je enkel op een paard dat nageeflijk over de rug loopt, tijd dus om vanaf nu je aan het verbeteren van je zit te werken.
Zwaartepunt van ruiter en paard vallen nooit samen
Door het doorzitten blijft je zwaartepunt op een constante manier dichter bij dat van het paard Marieke en wordt het bewegingsapparaat van het paard minder verstoord. Door het rijden met lange beugels wordt je zwaartepunt meer naar voor gebracht en ga je vanzelf meer boven het zwaartepunt van je Jolieke gaan zitten. Neen Marieke, de zwaartepunten van paard en ruiter kunnen nooit samenvallen, aangezien deze op een andere hoogte liggen. Bij de ruiter ligt het zwaartepunt een paar centimeters boven de navel, terwijl dit bij het paard veel lager, ergens in het midden van de romp achter de schouder ligt.
Niet ‘op’ je paard, maar er ‘in’ zitten
Het summum van dressuur rijden is niet ‘op’ je paard zitten, maar leren ‘in’ je paard te zitten, zodat je iedere minuscule verandering in de beweging van je paard kan waarnemen en daar ook kan op inspelen door fijne variaties in je zit aan je paard door te geven. ‘In’ je paard zitten leer je het best op een ondermaats tempo, zodat het paard met een minder verheven drafbeweging loopt en je de tijd hebt om je bij iedere pas op het inzitten te concentreren.
Leren meegaan met de beweging
Juist Marieke, probeer in eerste instantie gewoon met de rugbeweging van je Jolieke ‘mee te gaan’ en dat is natuurlijk heel wat eenvoudiger als je Jolieke mooi voorwaarts neerwaarts en over de rug loopt. Juist, nadat je opgeworpen bent door je paard, land je best iets naar achter op de lepel van je zadel, zodat je bekken tijdens de ondersteuningsfase als vanzelf naar voor wordt gedrukt. Dit is heel wat anders dan wat je kan zien bij beginnende ruiters dewelke in de lucht gekatapulteerd worden door achteraan op de lepel te vallen.
Je zadel beïnvloed je manier van zitten
Bij het contact met je hellende lepel wordt je verticaal gerichte valbeweging gedeeltelijk omgezet in een voorwaarts schuivende beweging, waardoor de verticale inslag op de rug van je Jolieke wordt verminderd en je paard soepeler gaat draven. Om dit naar voor schuiven van je bekken te bevorderen is de lepel van een dressuurzadel dan ook een naar voor hellend vlak. Vraag het maar eens aan je zadelmaker of je zadelkussens achteraan niet wat dienen bijgevuld te worden en kijk ook maar eens na of de maat van je zadel in overeenstemming is met je eigen achterhand. Bij het doorzitten mag ik dus niet tussen je kont en de lepel van het zadel door kunnen kijken, Marieke.
Leren zitten in een slenterdrafje
Het beste rij je korte intervallen doorzitten, afgewisseld met lichtrijden zodat je aandacht op het doorzitten gevestigd blijft. Beperk deze zit oefeningen maar tot een tiental minuten, anders zou je de eerstvolgende dagen wel eens last kunnen hebben van zowel je buik- als rugspieren. Het ontwikkelen van spieren is een kwestie van meerdere weken en dient langzaamaan opgebouwd te worden. Na enkele weken wordt dit ‘in’ het paard zitten een automatisme en hoef je daar geen verdere gerichte aandacht meer aan te besteden.
Tempo langzaam verhogen
Zodra je het ‘in’ het paard zitten onder de knie hebt begin je geleidelijk aan je tempo wat op te voeren, erop lettend dat je steeds ‘in’ je paard blijft zitten, Marieke. Na het kunnen uitzitten van je sukkeldrafje komt het geleidelijk opbouwen naar de arbeids-, midden- en uitgestrekte draf aan de beurt. Als je daar ook nog de piaffe en de passage aan toevoegt, Marieke, heb je binnen een paar jaar de ganse scala van de draf onder de knie. Niet vergeten hé dat je ook je stap en galop kan beïnvloeden met je manier van zitten, maar daarop gaan we hier nu niet verder ingaan.
De drafbeweging beïnvloeden met je zit
In de vorige paragraaf heb ik gesproken over het leren ‘meegaan’, het volgen van de beweging van je paard, juist, dat is de aanleerfase. Bij de gevorderde ruiter zal het bewegingsverloop van het paard bepaald worden door het meer of minder ‘voor’ of ‘achter’ de beweging van het paard te gaan zitten en zullen ruiter en paard tot een geheel versmelten, resulterend in het bijna wegvallen van de been- of teugelhulpen. Zoals bij alle vallende voorwerpen het geval is, komt ook het ruitergewicht verticaal naar beneden. Door het meer of minder loslaten van het ruiterbekken (Aantrekken van het kruis noemen wij dat, Marieke) wordt deze verticale kracht, op de hellende lepel van het zadel, ontbonden, en ontstaat er een horizontale kracht waardoor je voorwaarts in je zadel schuift. Door het minder of meer aantrekken van het kruis kan de grootte van deze horizontale kracht beïnvloed worden en krijgen wij de mogelijkheid om hiermede met ons paard te gaan communiceren. Je bekken minder laten meegaan met de beweging van het paard betekent dan ook een hogere verticale belasting op de paardenrug. Hierdoor gaat de paardenrug meer doorbuigen en ontwikkelen wij de draf in de richting van gecadanceerde draf en ook naar de passage toe.
Intieme communicatie
Het beheersen van het doorzitten opent dan ook een oneindig aantal gepersonaliseerde mogelijkheden om met je paard te communiceren en de manier van bewegen te beïnvloeden.
Zeg Dré, ik krijg regelmatig van de jury te horen dat mijn paard niet over de rug loopt en ik zou ook meer tempo moeten rijden. Ik stuur je een filmpje van mijn laatste proef, wil je dat eens bekijken? Dat doe ik zeker Marieke, en ik zal je ook mijn eerste indruk doorgeven. Op je filmpje bemerk ik dat jij en je Jolieke de hogere oefeningen reeds goed beheersen, alle zijgangen en vliegende wissels worden goed uitgevoerd, oh ja, je mag terecht fier zijn dat je zelfs al bezig bent met de piaffe en passage. Juist, ja, kom maar met je Jolieke eens langs, dan kunnen wij samen onze zoektocht naar een oplossing ondernemen.
De jury zegt dat hij te traag loopt
Leuk dat jullie ook al aan de gecadanceerde draf aan het werken zijn, Marieke, dat vleugje passage erin gereden krijgen getuigd van veel doorzetting. Die trage en meer verheven draf aanleren gebeurt meestal door heel traag te draven en zo je paard volledig aan je zit te krijgen. Bij iedere pas druk je met je neerkomende gewicht de rug van je Jolieke iets verder door, zodat je de rugboog wat meer onder spanning krijgt en hij met meer allure van de grond afveert. Ik bemerk ook een ietwat planerend voorbeen, waarbij de hoef van het voorbeen teruggebracht wordt i.p.v. de paraboolbeweging tot het einde te volgen. Goed gedaan van jou, maar dat door jou gezochte langer zweefmoment wordt door de jury aanzien als te traag rijden. Zij weten niet dat je al vele maanden aan het verbeteren van je draf aan het werken bent. De volgende fase in het verbeteren van je draf bestaat erin meer voorwaarts te rijden, terwijl je dat vleugje passage er toch kunt inhouden. Je weet zelf wel, Marieke, dat je nog vele maanden nodig zal hebben alvorens je deze expressieve drafpassen uit je Jolieke tevoorschijn zal kunnen toveren. Je zal dus nog een tijdje de opmerking ‘meer voorwaarts’ op je jurystaatje zien verschijnen.
En ik zeg, verkeerd in de hand gesteld
Maar er is iets fundamenteler aan de hand, Marieke. Je Jolieke loopt heel hoog opgericht, met een korte hals, zwaar ingebogen in de atlas, de derde halswervel en aan de schoft en ik zie voortdurend het zwiepen van zijn staart. Je Jolieke loop inderdaad, zoals de jury dat ook zegt, niet over de rug. Een over de rug lopend paard heeft een gelijkmatige buiging over de volledige lengte van de hals, waardoor de hals ook een stuk lang wordt en beter de balans van zijn volledige lichaam kan beïnvloeden. Bekijk de bespiering van zijn hals maar even, Marieke. De onderhalsspier ter hoogte van de boeg is te veel ontwikkeld en de aanzet van de bovenhalsspier aan de schoft is te weinig ontwikkeld. Daarbij bemerk ik dat in de omgeving van de derde halswervel de nek van Jolieke overdreven ontwikkeld is, het voelt als een harde bol aan, en dat is zeker niet goed.
Om alles wat beter te benoemen, zonder dierenarts te willen zijn, heb ik even op internet wat gaan rondneuzen en heb hierbij twee figuurtjes ontleend. Aangezien al deze Latijnse namen niet zo mijn ding zijn, heb ik de te bespreken spieren een nummer in een blauwe cirkel gegeven, zodat de communicatie hierover wat eenvoudiger verloopt.
Ook in de oprichting een lange deinende hals
Ook bij een in oprichting gereden paard zijn wij op zoek naar een lange en deinende hals teneinde een goed verende rug te bekomen, ja, om lekker te kunnen zitten en de impuls van de achterbenen onder je kont te voelen. Door het aanspannen van de onder halsspieren (Nr. 1 & nr. 2) wordt de natuurlijke doorbuiging van de onderhalswervels naar boven weggedrukt en geeft het paard ons reeds een gedeelte van de gewenste verlenging van de hals, wat men ook wel de ‘neck telescoping gesture’ noemt. Dit is ook de typische hals houding van geëxciteerde hengsten. Het is ook met deze kleine spieren dat het paard een gezellige gevoelsvolle aanleuning met de teugels zoekt, wat wij de nageeflijkheid noemen. Dit zijn inwendige houdingspieren, zoals ook de bekende psoas (Hazenspier) er eentje is onderaan de achterkant van de ruggengraat, maar deze is dan verantwoordelijk voor het aantrekken van het kruis.
Wanneer een paard zwaar op de hand hangt zijn de spieren 1& 2 niet de oorzaak van de overdreven ontwikkelde onderhalsspieren. Het is met de lange halsspieren, die vertrekken van de Atlas (Bovenste halswervel gewricht) en eindigen aan de boeg, waarmede het paard de te hoge trekkracht van de ruiterhand opvangt en daardoor ook overdreven ontwikkelen.
De biomechanica van de spieren vertelt ons…
De verdere oprichting van de hals komt door het activeren van de spieren (Nr 3), dewelke van de halswervels naar de schoft vertrekken. De bovenhalsspier (Nr 4) zal ontwikkeld worden door stretching tijdens het laag, lang, rond en diep rijden en het aanspannen tijdens het opgericht lopen. De spieren 3 en 4 kruisen elkaar in de hals, juist voor de schoft. Op dezelfde plaats bevindt zich nog de trapezium spier (Nr 5) om het schouderblad te bewegen, waardoor er een mooi ontwikkelde driehoekige hals-schoft aansluiten ontstaat, althans bij een deskundige in de hand gesteld paard. Jaja, Marieke, er zijn nog veel meer spieren die in de hals hun uitwerking hebben, maar ik denk hiermee wel de belangrijkst besproken te hebben dewelke invloed hebben op het correct in de hand stellen van je Jolieke. Niet vergeten dat het hoofd en de hals van het paard als balans dienen voor het evenwicht van het paard en alle spieren dienen dus voortdurend in beweging dienen te zijn, dit in overeenstemming met de beweging van het paard. Het samenspel van deze spieren is dan ook een kenmerk van een nageeflijk gereden paard.
De derde halswervel
Voel maar eens aan de bespiering in de omgeving van zijn derde halswervel, Marieke, deze voelen hard en verkrampt aan, ook in stilstand. Je voelt daar echt een vastzittende knobbel aan spieren. Door een overmatige buiging in de derde halswervel vertonen vele verkeerd in de hand gestelde paarden een ‘valse knik’ zoals wij dat in dressuurtermen noemen. Duidelijk dus dat de hals van je Jolieke niet meebeweegt met zijn ganse lichaam en de oorzaak is dat hij niet over de rug loopt. Ja, voor één keer heeft de jury het bij het rechte eind.
Voor mij is dit de simpelste uitleg mogelijk, maar als je er echt nog meer wil over weten, dan surf je maar eens naar Ph.d. Deb Bennet, ‘The ring of muscles revisited’.
Halslengte zoeken met een nageeflijke hand
En…, wat kunnen wij daaraan doen Dré? Je zal meer lengte in de hals moeten gaan zoeken, Marieke. Je Jolieke ‘laag, lang, rond en diep’ over de rug rijden is volgens mij de enige mogelijkheid om die blokkades in de hals weg te werken. De hierdoor bekomen nageeflijkheid en doorlaatbaarheid zullen dan in een volgend stadium in de verhoogde oprichting meegenomen worden. Het begrip ‘Weerstand bieden en nageven” (Nageeflijkheid) verder uitdiepen zou ons in dit artikel te ver afleiden van het onderwerp.
Uit eigen ondervinding weet ik dat dit gemakkelijker gezegd dan gedaan is, Marieke!
Patronen doorbreken
Jijzelf en je Jolieke hebben gedurende jaren gezamenlijk een verkeerd patroon opgebouwd qua hals gebruik. Patronen zijn automatische gedragingen die niet meer door de hersenen dienen gecontroleerd te worden, heel gemakkelijk als het vanzelf gaat toch, maar deze gedragingen zijn dan ook heel moeilijk te veranderen. Ja, Marieke, de eerstkomende maanden zal je dus de nodige ‘aandacht’ dienen te besteden aan je teugelvoering en de invloed ervan op hals van je paard. Juist, je hoofd zal tijdens deze omschakelingsperiode erg moe worden van al dat denken.
Een grote stap terugzetten om terug vooruit te geraken
Zo’n drastische veranderingen in de teugelvoering verstoren tijdelijk de precieze communicatie tussen paard en ruiter. Hierdoor ontstaat dan het gevoel dat je de controle over het paard verliest, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Het is dan ook aan te raden de nieuwe manier van aanleuning te verwerven tijdens de eenvoudige oefeningen en pas na een goede bevestiging (automatisering) deze ook in de gevorderde africhting te vragen. Even doorbijten Marieke en jullie komen beiden zeker verfijnder uit deze transitiefase.
De goede dingen niet vergeten
Niet vergeten Marieke, dat ik ook veel mooie dingen van jou gezien heb, maar deze verkeerde teugelvoering werpt een schaduw op al je mooie werk. En als het je een troost mag wezen, in mijn jonge jaren heb ikzelf, met de nodige begeleiding, er 6 maand over gedaan om mijn paard en mijzelf nieuwe automatismen aan te leren om een paard nageeflijk, doorlaatbaar en dus over de rug te leren lopen. De vele schuimvlokjes op de mond van je Jolieke laten mij echter vermoeden dat dit bij jullie mogelijks een stukje sneller kan gaan. Veel succes.
Doe haar maar lopen, jaja rij nog meer vooruit, zo moet je in je proef rijden, dan ga je wel meer punten krijgen, hoor ik een lesgever naar zijn pupil schreeuwen. En juist hoor, veel jury’s geven dan ook veel punten aan een paard dat zijn ziel uit het lijf loopt en tegen vele kilometers per uur en met veel gewicht op de teugels, de bak rond stuift.
Maar wij hebben daar andere gedachten over hé Marieke?
Wat is “Impuls“
Impuls heeft niets te maken met snel rijden, het is een mentale ingesteldheid waarbij je Jolieke steeds een voorwaartse drang vertoont. Impuls is gewoon de voortdurende bereidheid om over te gaan tot een nieuwe actie, de mentale bereidheid dus om op ieder moment tot een andere of hogere prestaties te willen overgaan, en dit op minimale aanwijzingen van de ruiter.
Impuls is aangeboren of aangeleerd?
Jouw Jolieke is een temperamentvol paard en heeft de natuurlijk aangeboren drang voorwaarts, terwijl anderen liever niet lopen dan wel lopen. Jouw Jolieke zullen wij dus dienen af te remmen in haar drang voorwaarts, terwijl de anderen regelmatig dienen aangepord te worden tot het leveren van een verhoogde inspanning.
Impuls tijdens het halthouden
Ook tijdens het halthouden dient je paard impuls te vertonen, en deze bereidheid tot actie heeft niets te maken met het ontwikkelen van snelheid, maar wel met het ter beschikking stellen van zijn potentiële energie aan de ruiter, om een gedragsverandering uit te voeren. Impulsief kunnen aanpiafferen vanuit de halt is een dan ook een teken van grote impuls en bevat geen enkele voorwaartse beweging.
Je Jolieke dient dus op ieder moment van je training impuls te vertonen, een voorwaartse maar beheersbare drang naar voor, zoals dit dikwijls wordt genoemd.
Impulsieve gedragsverandering
Een impulsieve gedragsverandering komt tot uiting door het verplaatsen van het zwaartepunt in een bepaalde richting, door het inzetten van de krachtige achterbenen van het paard. Door de achterbenen dichter bij jullie gezamenlijke zwaartepunt te brengen kan je Jolieke de beweging van haar lichaam het best beïnvloeden. Juist, bij het rijden met impuls worden de achterbenen meer onder de massa van het paard geplaatst, het paard loopt dus duidelijk verzameld en door een opgeheven hoofdhouding wordt nog meer gewicht naar achter geplaatst. Een met impuls lopend paard dient licht in de hand te liggen, een grote nageeflijkheid en doorlaatbaarheid te hebben en fijngevoelig gemaakt te zijn voor de beenhulpen.
Schakelen om impuls op te wekken
Schijnbaar kan je best de voorwaartse drang of impuls opwekken door te ‘schakelen’. Vele ruiters denken dat het veelvuldig schakelen tussen verzamelde draf en uitgestrekte draf tot impuls leidt.
Schakelen is een directe voorwaarts gerichte reactie krijgen op een lichte beenhulp en de daardoor opgewekte drang voorwaarts direct terug kunnen opvangen met een lichte teugelwerking. Hierdoor leert het paard de achterhand meer onder de eigen massa te plaatsen. Bij het aanleren van de verzameling zal men eerst het voorwaarts gaan beperkt toelaten, maar bij een verder afgericht paard is van dat voorwaarts gaan niets meer te bemerken en blijft nog enkel het aantrekken van de achterhand voelbaar.
Uitstraling door impuls
Het kunnen opwekken van impuls is een eerste vereiste om oefeningen met uitstaling te kunnen vertonen. Bij het opwekken van impuls (Verzameling) hebben de meeste paarden de neiging om scheef te gaan lopen en zo de verhoogde belasting op de achterbenen te vermijden. Het rechtrichten van een paard is dan ook uiterst belangrijk, maar dat is een heel ander hoofdstuk.
Ook impuls in een keertwending
Voor je aan een keertwending om de achterhand begint dient je paard reeds een impulsieve verzamelde stap te kunnen geven op de rechte lijnen. Probeer maar eens een toertje rond je piste te rijden in een verzamelde stap alvorens aan een goede keertwending wil beginnen. Zeker geen fascinerend werk voor de toeschouwers, maar heel nuttig als ruiter om al de onderdelen van impuls rijden te leren beheersen.
Impuls geeft je vleugels
Het drinken van een Red Bull geeft je schijnbaar vleugels, maar bij het met impuls rijden van een paard voelt het alsof jijzelf over 700kg elastische spieren beschikt.
Ik ben nu als 6 maand thuis aan het trainen met mijn Nastrovjah en heb de intentie om met haar op wedstrijd te gaan, Dré. Daar is zeker niets mis mee Marieke, als je daar plezier van hebt moet je dat nu doen. Je Nastrovjah loop momenteel reeds mooi over de rug en staat fijn aan je teugel- en beenhulpen. Je paard is dus heel gehoorzaam en kan thuis alle oefeningen die in de proef gevraagd worden. Goed dat je met Nastrovjah al eens op verplaatsing bent gaan rijden, dat vermindert toch ook wat de stress van het laden en transporteren op deze eerste wedstrijddag. Goed dat je pas laat in de namiddag mag rijden, maar zet je Nastrovjah toch maar reeds de avond voordien op stal, dat minimaliseert toch wat zijn dikke gras pens en voorkomt dat alles besmeurd geraakt met op koestront gelijkende paardenmest.
Degelijk is belangrijker dan mooi.
Leuk dat je een mooi wedstrijdhalster met veel blingbling hebt gekocht, maar doe haar voorlopig dat zware halster maar om Marieke, dat is zeker het veiligste moest er zich op de trailer toch nog een onverwachte trekpartij voordoen.
Wennen aan vreemde omgeving.
Ook heb je reeds enkele rondjes gedraaid in de buurt, zodat jullie wat gewend zijn geraakt aan voorbijsnellende auto’s, knarsetandende fietsers en allerhande verkeersattributen die anderen nodig vinden om je onderweg op het rechte pad te houden. En natuurlijk heb je thuis ook al wat dressuur gereden op het weiland om de overgang van de mooie vlakke Geopad zandpiste naar het te verwachten wedstrijdterrein (Gras) voor te bereiden. Sorry maar ik ben de hoefsmid vergeten vragen om schroefgaten te voorzien. Grasvelden hebben nogal eens de neiging om er glibberig bij te liggen, niet alleen ten gevolge van regen, maar ook op droge harde bodem dien je daar rekening mee te houden.
Klittenband geeft je vleugels.
Natuurlijk voorzie je zijn kostbare benen van de nodige beenbeschermers en een staartriem of bandage rond zijn staart voor het transport. Al deze attributen zijn van klittenband voorzien zodat ze snel kunnen aangedaan en verwijderd worden. Jonge paarden hebben nogal eens de neiging tijdens de eerste verplaatsingen hun lenige benen te gebruiken om intensief te kappen of te slaan.
Het oog mag ook wat.
Gelukkig hebben wij s’morgens nog tijd om haar nog een grondige wasbeurt te geven met een aangepaste shampoo en zeker de manen en de staart eens lekker in het schuim te zetten. De nog natte staart zullen wij over de volledige lengte invlechten, dat zal bij het losmaken en uitkammen resulteren in oogstrelende golvingen in de haarbos. Ook de hoeven eens deftig afsoppen met een harde borstel en na het drogen met een shiny product instrijken. Op een wedstrijddag gebruik je best geen hoefvet, aangezien daarin het strooisel en ander stofferige dingen blijven kleven.
Zoveel mogelijk thuis doen.
Voor het aanvangen van de avontuurlijke reis heb je natuurlijk je Nastrovjah deskundig ingevlochten, zodat de mooie ronding van de hals tot uitdrukking komt. Het oog mag ook wat en misschien krijg je hierdoor nog een extraatje van de jury. Alles wat je thuis in de rustige omgeving kan doen, dat doe je dan ook thuis en dat vermijdt veel strubbelingen op verplaatsing.
Ik weet dat het een hoop was scheelt, maar ook tijdens het losrijden word je Nastrovjah van witte beenbeschermers voorzien, neen hij heeft dat normaal gezien niet nodig voor de bescherming van zijn benen, maar doe die toch maar om, om de aandacht te trekken of voor noodgevallen. Juist, ik spreek van beenbeschermers met klittenband die in een oogwenk kunnen omgedaan worden. Witte bandages zijn mogelijks wat mooier, maar niet altijd praktisch om rond die benen te zwengelen bij een nerveus rond trappelend paard.
Tijdens de rit naar de wedstrijd toe leggen wij zeker een licht dekentje over dat jonge paard, dit om stofferig gedoe te voorkomen.
Op de wedstrijd begint de apotheose.
Aangekomen op de wedstrijd zet je zeker de loopplank en het voordeurtje open zodat je Nastrovjah kan gewennen aan deze totaal nieuwe omgeving, terwijl hij toch veilig opgesloten zit in de trailer. Overdonderend wat er allemaal waar te nemen is, muziek, vlaggen, ronkende vrachtwagens en rammelende trailers, waw, er bestaan zelfs ook witte paarden, zoveel mensen. Maak je maar niet ongerust Nastrovjah, in een frietkraam braadt men aardappelen en in die hotdogtent wordt geen paardenvlees geserveerd.
Verkenning aan de longe, ben je een watje?
Alvorens op te stijgen is het aan te raden om aan de longe een rondje om het terrein te maken met je jonge paard en natuurlijk best begeleid door een bekende persoon. Deze bekende begeleider is het enige punt van zekerheid in deze vreemde omgeving en dient als voorganger voor je Nastrovjah te fungeren. Een wijde vlakte met overal witten hekjes, bloembakken, massa’s paarden en rare mensen, maken je jonge beestje zeker onrustig. En ga je haar niet longeren Dré? Vraagt één van de eerste supporters mij. Dat zou natuurlijk ook een mogelijkheid zijn met een oververhit paard, maar wij zien dat de rust en het vertrouwen bij Nastrovjah aanwezig zijn, je kan ook niet eeuwig en met alles bezig blijven.
En nu je been erover leggen.
Maar na een kwartiertje rond flaneren is de eerst stress voorbij en kunnen wij terugkeren naar de trailer en in alle rust opstijgen. En als vertrouwenspersoon loop je nu ook maar best terug mee, om waar nodig te kunnen voorgaan en de problemen zonder sporen en zwepen te kunnen oplossen.
Na het vrij losrijden in de open vlakte zoek je best de omgeving van de dressuurringen op Marieke, en als het kan en mag, dan maak je zelfs eerst wat rondjes in je eigen ring of een leegstaande ring in de directe omgeving. Een jurytafel of een trailer met enkele onbekende mensen erin is toch ook wel beangstigend voor zo een jong beestje.
Alleen de goede herinnering is van belang.
Ik hoor het tingelingen van de jury bel. Veel succes met je jonge Nastrovjah, Marieke, maak er het beste van, probeer zo vertrouwensvol mogelijk rond te komen, jullie plaats in de klassering is momenteel van geen enkel belang.
Werkwilligheid is een heel belangrijke eigenschap voor een paard, ook voor een mens
Je hebt geen paard om bij te janken
Al wenend ben ik gisteren van mijn Jolieke gestapt Dré, ik moet er niet meer van weten, genoeg is genoeg, hij vliegt eruit. Soms loopt hij gezellig met mij, maar meestal als ik begin te galopperen begint hij vervelend te doen, niet meer vooruit te branden, staken, bokken, gewoon tegenwerken.
Ongezelligheid is troef
Hij doet precies alles om mij het leven ongezellig te maken. Het is hier gedaan met zijn goede leven, overdag lekker gras eten op de wei, s ’nachts lekker kunnen indutten in het goudgele strooisel, gedaan met vitaminen, voedersupplementen, dierenartsen, massages, en allerhande soorten beeldvorming in de diverse paardenklinieken. Mijn gepensioneerde paard wil werken maar kan het niet meer, deze kan het wel maar wil niet werken, voegt Marieke er gespannen aan toe.
Alle trukendozen geprobeerd
Ik begrijp je reactie volledig Marieke, wij zijn nu bijna 2 jaar samen aan het trainen en hebben toch het grootste gedeelte van onze trukendoos bovengehaald om mijnheer gezellig te leren werken. Door aan de longe veelvuldig aan te springen in galop en direct voorwaarts te drijven hebben wij geprobeerd die tegenwerking en bokken eruit te halen. Eerst hebben wij dat longeren gedaan zonder jou erop en nadien als alles wat bedaard was ben jij er terug op gekropen en dit met wisselend succes. Als oudere instructeur en ruiter begrijp ik maar al te goed dat je niet wil van je paard wil gebokt worden, daarvoor is er nog veel anders in het leven te beleven.
Na vele duizenden euro’s investering ben je ook tot de conclusie gekomen dat er bij Jolieke geen lichamelijke afwijking of letsel te vinden is. Ja, dat weten we nu toch Dré. Het zal dan zeker tussen zijn oren zitten, een mentaal probleempje, je Jolieke heeft dus geen goesting om te werken.
Ik wil niet meer zoeken ‘waarom’
Wat ook de reden van dat onwillig gedrag mag zijn Marieke, juist, op een bepaald moment ben je moe gezocht, interesseert het je niet meer waarom en neem je afscheid van dat vervelende paard.
Ja, op een bepaald moment neem je afscheid van zo’n paard, je neemt de financiële kater er al slikkend bij, gewoon doen, Marieke, opgeruimd staat netjes. Vroegere zou ikzelf beschaamd geweest zijn om een paard te moeten verkopen, omdat hij bij mij niet wou werken.
Twee jaar is meer dan voldoende
Mijn ervaring heeft mij geleerd dat je niet langer dan één of twee jaar in een paard (ook niet in een mens) dient te investeren om tot een werkbare relatie te komen. Ik was er fier op dat ik alle paarden waarmee ik gereden had, tot presteren (Wat dat ook mag betekenen) had kunnen aanzetten. Toch tot ik ‘hem’ als vierjarige hengst binnenhaalde, en te veel betaalde voor zijn onzichtbare, prachtige genen. Op aanraden van mijn echtgenote heb ik dat beest na twee jaar interne strijd met veel wroeging in mijn hart verkocht. Vijftien jaar later is deze uiterst mooie ruin nog steeds het idool van zijn nieuwe eigenaar en loopt nog steeds beginnelingen dressuur, een laag springparcours en is voorbeeldig in het achttal. Zo zie je maar dat op ieder potje een dekseltje past, maar soms moet je zelf het initiatief nemen en op zoek gaan naar een ander dekseltje.
Een paard voor mijn voldoening
Ik hoor in de achtergrond dat je terug op zoek zal gaan Marieke, naar een paard waar je voldoening kan van krijgen. Ja, een paard hou je toch om voldoening van te hebben, enkel en alleen daarvoor doe je het toch. Sommige paardenmensen hebben voldoening aan het verzorgen van een aftands kreupel en hoestend paard, maar jouw waarden vertellen je dat je op zijn rug wil zitten en het gevoel van fijne dressuur wil ervaren. Met beiden is er niets mis hoor, als je er maar gelukkig van wordt.
Sommige paarden hebben nu eenmaal geen goesting om zich voor jou in het zweet te werken, ze hebben geen ‘Rittigkeit’ zoals de Duitsers dan noemen. Ook bij mensen kan je bepaalde exemplaren tegenkomen die je met geen stokken (Ook niet met aangename versterkingen) een steen kan doen verleggen.
Help, ik zoek een paard
Natuurlijk wil ik je in je zoektocht naar een passend paard helpen, Marieke. Weet wel dat ik niets onprettiger vind dan op zoek gaan naar een nieuw paard. Ik hou er echt niet van om mij in de hippische jungle te moeten bewegen, waar vanachter iedere boom en onder ieder blad leugens en bedrog kunnen tevoorschijn komen. De meeste verkopers hebben mooie verhalen waarvan je per definitie het best niets gelooft.
Een paard gevonden
En dan komt er weer en climax, hoera wij hebben ons nieuwe droompaard gevonden.
Op het ogenblik dat je het splinternieuwe touw van je nieuwe paard in je handen krijgt bekruipt je steeds een gevoel van onzekerheid. De enige zekerheid die je hebt is dat je duur verdiende centjes verdwenen zijn. Je hebt een droom gekocht, dewelke je vanaf nu terug kan najagen.
Ik heb mij een prachtige jaarling gekocht Dré, en ga hem volgende week bij de fokker zelf afhalen. Heb je soms zin om mee te gaan? Uit sympathie voor jou Marieke zou ik dat wel willen doen, maar zo’n speciale werkjes zijn nu echt niet mijn hippische prioriteiten. Snugger van de fokker dat hij dat werkje in jouw schoenen weet te schuiven.
Een gevaarlijk werkje
Je weet wel dat mijn echtgenote een half jaar geleden haar heup gebroken heeft, ja, bij het voor het eerst laden van één van onze braafste jonge paarden. Het beestje liep als vanzelf op onze trailer, maar bij het dichtdoen van de opsluitstang achter het paard stond mijn paardenvrouwtje, slechts gedurende een fractie van een seconde, op de verkeerde plaats. Mijn echtgenote werd door het plots achteruitspringen van de driejaar langsuit op de betonverharding gekatapulteerd en lekker overtrappeld door het in paniek geslagen beestje. Nu begrijp je wel waarom het laden van paarden niet mijn favoriete bezigheid is, Marieke.
Specialisten werk
Er zijn mensen die zich gespecialiseerd hebben in het laden van paarden, er boeken over schrijven en daarrond interessante clinics geven. Door de jaren heen heb ik toch wat ervaring opgedaan met het laden van paarden en met genoegen vertel ik mijn wedervaren aan jou, Marieke.
Enkel om er beter van te worden
Aangezien een paard en ieder ander levend wezen zijn gedrag verandert (op de trailer gaan) enkel en alleen om er beter van te worden, dienen wij deze grondregel zeker ten volle te benutten bij het laden. Het toepassen van aangename- en vervelende versterkingen zal dan ook bij het laden kunnen gebruikt worden, juist zoals wij dat tijdens het rijden doen. Lees mijn boek ‘Als fluisteren niet helpt’ maar eens Marieke, daar wordt dat principe heel duidelijk uitgelegd.
Vluchtinstinct inperken
Ons paard is ook een vluchtdier en zal dus op alle manieren proberen om te ontkomen aan onbekende situaties. Bij een vermeend gevaar eerst wegvluchten, om dan vanop 50m afstand te merken dat er niets aan de hand was, is een volledig instinctieve reactie voor een paard.
Vermijden dat een paard kan wegvluchten tijdens het laden is dan ook de eerste prioriteit. Neen, Marieke, je mooie tweepaards vrachtwagentje zet je dus best niet in het midden van de ruime parking. Best plaats je je transportmiddel met de laadklep zijdelings tegen een gemetselde muur of een hoge afsluiting, dan blijven er toch maar enkel twee vluchtwegen over. Maar nog beter laat je de laadklep juist voor de staldeur van je buitenbox neer, als dat fysiek mogelijk is. Mits enige creativiteit kan je de zijdelingse vluchtwegen van je paard dan met de gangbare loopplank reling of een grote vuilcontainer volledig dicht maken. Zodoende worden alle vluchtwegen voor het paard afgesloten. Natuurlijk loop je vòòr het paard de loopplank op, Marieke, zodat het paard je in volle vertrouwen kan volgen.
Aangezien het paard een kuddedier is kan je ook zijn met vrachtwagens ervaring hebbend beste vriendje eerst op de wagen zetten. Dit zal zeker een aantrekkingskracht uitoefenen op je onervaren paard om zich spantaan op de vrachtwagen te bewegen.
Laden is een leerproces
De eenvoudigste manier om een paard vertrouwd te maken met het laden gebeurt reeds best als jong veulen. Een normaal veulen is heel gehecht aan ‘la mama’ en volgt deze dan ook blindelings, Marieke. Maar het is toch zo gemakkelijk om je jonge paard tot het verkoop moment rustig op de weide te laten ronddartelen. Het is best om het laden van je paard rustig thuis te trainen, zodat er geen grote druk komt te staan omdat je ergens op tijd dien aan te komen.
Zonder spanning geen beweging
Een goede voorbereiding is bijna alles, Marieke, maar nu dien je nog een prikkel te vinden om het paard wel degelijk aan te zetten om in de onbekende trailer te stappen. Dikwijls zie je ongekende vechtpartijen ontstaan tussen een zelfbeheersing verliezende eigenaar en het zogenaamd onwillige paard. In het wild rondslaan en schoppen heeft weinig zin.
Echter zonder een spanning te creëren zal het paard niet vanzelf in een vreemde afgesloten ruimte als een trailer stappen. Misschien even bekijken hoe wij deze gewenste spanning kunnen opwekken?
Eten en drinken zijn grote stimuli
Zoals je weet Marieke zijn eten en drinken toch de basisinstincten voor elk levend wezen, zonder eten en drinken ga je namelijk met zekerheid binnen een paar dagen dood. Een emmertje met wat lekkers kan soms al een voldoende prikkel zijn om het paard op de trailer te krijgen, maar meestal is dit maar van secundaire waarde. Mijn buurman heb ik met succes aangeraden zijn open trailer op zijn verdorde piste te plaatsen en lekker voedsel en water ter beschikking te stellen ‘in’ de trailer, eerst op de loopplank en later dieper in de donkere ruimte. Na een paar dagen liep de pony aan het touwtje als vanzelf de trailer binnen, meldde de buurman mij.
Trekken helpt niet
Een kleine pony kan je met een paar man nog op de trailer trekken, duwen of zelfs volledig opheffen, maar aan een 700kg wegend paard trekken om het te laden heeft geen enkele zin. De aan het halster bevestigde touw dient hoofdzakelijk om de richting van de laadklep aan te geven. Je vergeet natuurlijk niet een heel lang touw of longe mee te nemen als leidsel, Marieke en voorzie jezelf toch ook maar van soepele handschoenen, dit om brandwonden aan je vingertjes te vermijden door het door je hand schurende touw.
Als trekken geen zin heeft, dan kan het misschien met duwen dacht mijn collega. Hij nam zijn vorklift met een grote baal stro erop en duwde zijn weerbarstige paard op de vrachtwagen. Bij zo’n handelswijze steekt het paard zijn vier benen wel remmend vooruit en deze kunnen door het contact met de loopplank gekwetst worden. Een paard dient dus zijn benen op te heffen om veilig op de loopplank te kunnen stappen. Soms kan het helpen om zelf een voorbeen op de loopplank te zetten. Laat het paard zeker de nodige tijd om de loopplan aandachtig te bekijken en te besnuffelen om zo het vertrouwen te behouden.
Spanning bij vrachtwagen verminderen
Een paard met de zweep bewerken tijdens het naderen van de vrachtwagen is totaal verkeerd Marieke. Bij het dichter bij de vrachtwagen komen laat je steeds de vervelende versterkingen wegvallen, zodat het paard zijn levensomstandigheden verbetert, wanneer het dichterbij komt. Eens op de loopplank of in de vrachtwagen wordt alles vree en peis en is het enkel nadelig om zijn woede nog eens op het paard te koelen. Eens op de trailer wordt het paard uitbundig gestreeld en van lekker eten of zijn lievelingssnoepjes voorzien.