Alle hulpen onafhankelijk beheersen
Kijk eens Dré waaraan ik verder gewerkt heb de laatste 14 dagen, glundert Marieke. Tijdens de laatste les had je mij het rijden van de appuyer in stap grondig uitgelegd, maar ik heb deze reeds zelf verder ontwikkeld in de draf. En ja hoor Marieke, dat heb je heel handig verder getraind. Juist, alle zijgangen laat ik door mijn leerlingen eerst in stap uitvoeren en pas in een later stadium sleuren wij die andere gangen er ook bij.
Tijdens het aanleren van een nieuwe oefening moeten alle signaaltjes die je aan je Jolieke geeft en ook terug ontvangt, nog eerst door je hersenen verwerkt worden. Het vraagt natuurlijk wat tijd om al die verschillende hulpen op een korte tijdspanne te kunnen inzetten en ook nog eens te spelen met de intensiteit ervan. Een ganse boterham om dat toch maar te begrijpen. Gelukkig wordt dat allemaal geautomatiseerd bij het veelvuldig rijden van die oefening en hoef je er niet meer echt aan te denken.
Gebruik een vleugje van alle zijgangen
Nu je ook de appuyer verworven hebt Marieke gaan wij toch ook de travers en de renvers gebruiken in onze training. Oei, weer wat nieuwe zijgangen Dré, wordt dat niet wat veel op deze korte termijn. Niet ongerust worden Marieke, appuyer, travers en renvers zijn volledig dezelfde oefeningen, enkel de plaatsen waar je die rijdt is verschillend. Een appuyer wordt op een diagonaal gereden, terwijl de renvers en travers meestal op de hoefslag gereden worden, en later ook op de kwartlijn of de binnenhoefslag.
Werk je eenzijdige aanleuning weg
Tijdens het losrijden heb ik je er reeds opmerkzaam op gemaakt Marieke, dat je Jolieke op de linker teugel wat meer aanleuning neemt dan op zijn rechter. Ja, hij is dus wat ongelijkmatig in zijn aanleuning en buigt zich daardoor op de linker voltes met de hals graag wat naar buiten. Daar is eigenlijk niets mis mee hoor, jijzelf bent toch ook links of rechtshandig en dus ook niet symmetrisch in je handelingen.
Zoek naar een gezapig teugelcontact
Reeds vanaf het losrijden zullen wij er ons op focussen om op je linker teugel meer nageeflijkheid te krijgen en op de rechterteugel meer aanleuning te gaan zoeken. Je rechterhand ga je zo stil mogelijk houden, zodat je Jolieke daar ook aanleuning durft op te nemen. Neen, Marieke, je hoeft met je linkerhand niet zo’n grote en grove polsbewegingen te maken. Een kleine vibratie met je vingerkootjes is voldoende om hier een gezapig contact links te krijgen. Bij het zo links nageeflijk maken ondervind je wel, dat je dat ook gewaarwordt in je rechterhand, waar wij proberen een verhoogde en constante aanleuning te verkrijgen. Zo proberen wij je Jolieke dus links wat lichter te maken en rechts wat zwaarder op de hand te krijgen.
Of wij die aanleuning links en rechts volledig gelijk krijgen is heel onwaarschijnlijk Marieke, maar het is toch belangrijk dat wij die aanleuning zoveel mogelijk gelijk krijgen op de beide kanten, dit teneinde ons als combinatie zo symmetrisch mogelijk te ontwikkelen. Die gelijke aanleuning is natuurlijk ook van groot belang om je Jolieke recht te kunnen richten en daarmee hem ook te kunnen begeleiden naar de meer verzamelde oefeningen.
Neem de hoefslag als referentiepunt
Het rechtrichten van je paard wordt vanaf nu dus een heel belangrijk aandachtspunt, en dat gaan wij nu eerst op de hoefslag eens bekijken. Deze rechte hoefslaglijn zal dienen als ons referentiepunt om de rechtheid van je Jolieke te controleren. En ja, met jouw talenten bemerk je natuurlijk dat zijn achterhand de neiging heeft om te veel binnenwaarts te lopen, op de rechterhand dan toch. Op de linkerhand doet dit probleempje zich minder voor, aangezien hierbij de achterhand door het beschot beperkt wordt in zijn mogelijkheid om uit te wijken.
Alle zijgangen heb je nu wat in je benen zitten, Marieke en die gaan wij nu ook gebruiken om ons ander werk te verbeteren.
De voorhand en de achterhand uitlijnen op elkaar is mogelijk door het gebruiken van zowel de schouderbinnenwaarts als de renvers.
Voeg een snuifje schouderbinnenwaarts toe
Met een vleugje schouderbinnenwaarts (Schoudervoor) kan je zeker de voorhand wat naar binnen brengen, Marieke. Zo kunnen wij toch de voorhand en de achterhand al op één lijn doen lopen. De verhoogde halsbuiging tijdens de schouderbinnenwaarts is wel nog iets waarvan wij hier nog dienen verlost te worden.
Neem ook een slokje renvers
Om recht te richten kunnen wij natuurlijk ook een vleugje renvers rijden, waarbij op de rechterhand de voorhand ook wat naar binnen geplaatst wordt en wij een over de benen recht gericht paard bekomen. Ja, Marieke, hier hebben wij als nadeel dat ons paard in de hals naar links gesteld is, dus juist tegenovergesteld van in de schouderbinnenwaarts.
Overdrijf maar wat met je zijgangen
Zo, Marieke, genoeg theorie, begin er maar aan. Ik verwacht van jou dat je afwisselend korte stukjes (enkele meters) met een vleugje schouderbinnenwaarts en renvers rijdt. Bij aanvang mag de omstelling tussen deze beide zijgangen zelfs wat overdreven zijn, de slinger mag gerust eens doorslaan, niks mis mee.
Maak er een automatisme van
Mooi toch Marieke hou je na een paar minuten reeds deze overgangen kan rijden vanuit je coördinerend vermogen. Met je dagelijkse oefeningen zal dit rechtrichten een automatisme worden en hoef je daar in het geheel niet meer over na te denken
Meer hippische interesse?
Doorlaatbare dressuurlessen krijgen