Weg van alle gewoel trainen
Tijdens de eerste maanden heb ik mijn vierjarige Jolieke steeds getraind op mijn eigen piste, Dré, ver weg van alle hippisch gewoel. Echt een gezellig beest om mee te werken, heeft nooit gebokt of gesteigerd, loopt reeds mooi over de rug, is heel werkwillig en wij zijn zelfs al wat met het wijken voor de kuit begonnen.
Heel verstandig van jou Marieke, een paard en ook een mens leren het meest bij in een rustige omgeving. Daardoor kunnen ze zich goed concentreren op de prikkels (Stimuli) die jij naar hen overbrengt, dit om een door jou gewenst gedrag ten toon te spreiden. Eens je paard een gehoorzaam beestje is geworden dien je natuurlijk ook aan de ‘gewenning’ aan de omgeving te beginnen werken. En het zou nog doeltreffender zijn wanneer je reeds van veulen af aan deze gewenning werkt. Juist tijdens de inprentingsfase worden er heel veel ervaringen met de omgeving opgeslagen in het geheugen en dit voor altijd.
Onzeker bij andere paarden
Mijn Jolieke vertoonde grote onzekerheid wanneer er voor het eerst met een ander paard erbij in de piste werd geoefend. En oh, wat deed hij raar toe hij zichzelf in de spiegel zal, ik ben er gelukkig nog juist kunnen blijven opzitten, Dré. Dat zijn allemaal normale natuurlijke reacties van je Jolieke, Marieke, maar wij dienen deze wel wat te normaliseren.
Lichaamstaal aanleren
Vele paarden groeien op in afzondering, op een kleine weide of in een kleine paddock en ver verstoken van enig sociaal contact met andere paarden. Logisch toch dat je dan heel veel wantrouwen hebt in andere paarden, waarvan je de gedragingen niet hebt leren en hun lichaamstaal niet hebt leren lezen!
Opgroeien in de kudde
Maar zoals het hoort heeft je Jolieke kunnen opgroeien in gezelschap van een groep van andere paarden. In zo’n kudde leert een paard al snel de begrippen ‘Dominantie’ en ‘Onderdanigheid’ kennen, naast de vele andere gedragingen die wij hier niet gaan bespreken. Bij het zien van een andere, hoger in de rangorde geplaatste soortgenoot leer je al snel dat je uit de weg dient te gaan. Door weg te lopen van het dominantere paard bevestig je de onderdanige te zijn en kan je een maar rake kloppen en schaafwonden vermijden. Juist, Marieke, als het moet wordt dominantie tussen paarden wordt afgedwongen door een robbertje vechten.
Onthoud ook maar dat paarden diezelfde taal gebruiken naar andere diersoorten toe, dus ook naar de mens. Als klein mensje zijn wij dan ook genoodzaakt om ‘Respect’ en ’Vertrouwen’ te verwerven van het paard, en dit reeds vanaf de geboorte van het veulen. ‘Respect’ klinkt heel menselijk, terwijl ‘Dominantie’ een meer dierlijke connotatie heeft, maar het zijn in basis dezelfde gedragingen hoor.
Wegspringen van aankomend paard
Dus heel normaal dat je Jolieke het hazenpad probeert te kiezen wanneer er in de piste een ander paard op hem aangereden komt. Op grotere afstand een eindje meelopen met het onbekende paard (Waw, er zit daar zelfs een mensbeest op zijn rug), ja dat verteren de meeste paarden nog wel. Maar elkaar kop aan kop tegenkomen, dat wordt wel ervaren als een regelrechte aanval. Logisch dus dat je Jolieke heel reactie probeert weg te lopen.
Gewenning is een leerproces
In de gewenning van je Jolieke dien je ook wat tijd te steken, Marieke, dat is onderdeel van de africhting en dat dien je ook in kleine stukjes aan je paard te leren. Als oudere ruiter doe ik zoiets eerst aan de hand, later aan de longe en nog later bereden. Deze graduele opbouw heb ik mijzelf eigen gemaakt na een paar gebroken ribben ten gevolge van een wegspringend paard. Natuurlijk doe je dit allemaal eerst in dezelfde richting van het andere paard en na een goed resultaat begin je de beide paarden in tegenovergestelde richting te werken. Die andere bereden combinatie selecteer je natuurlijk zorgvuldig. Best een bekend paard en een ruiter die weet dat je bezig bent met het ‘Gewennen’ van je paard en daar in zijn rijden ook rekening mee houdt.
Longeren voor de dressuurspiegel
Tijdens het longeren kan je natuurlijk ook een positie opzoeken waarbij het paard tientallen malen zichzelf ziet afstevenen op het in de spiegel aankomende paard. Een paard heeft weinig of geen zelfbewustzijn en ziet in de spiegel dus ‘een’ ander aanstormende paard op zich afkomen.
Het paard zijn eigen uitweg laten kiezen
En dan is het moment aangebroken om al deze oefeningen onder de man te herhalen tot je het beoogde gewenningsresultaat bereikt hebt. Laat je jonge paard zeker niet opsluiten tussen de wand en de andere combinatie. Maar neem de binnen hoefslag, zodat je beestje zelf kan uitwijken naar het midden toe en sta dat afwijken van het gevraagde pad ook met mate toe. Later ga je zeker ook de hoefslag volgen en vraag je aan de ingeschakelde combinatie om langzaamaan de afstand tussen de twee combinaties keer na keer te verkleinen.
Zwepen en sporen vermijden
Allemaal heel logische handelingen toch, Marieke, maar toch worden er heel veel fouten tegen gemaakt. Neen, een jong paard dat tussen de hoefslag en een andere combinatie weigert te lopen dient niet met sporen en zweepgebruik aangepakt te worden voor onwilligheid. Zo’n handelswijze doet bij het paard de associatie ontstaan: ‘Bij het naderen van een ander paard krijg ik ervan langs’. Wat tot gevolg heeft dat het paard nog schrikkeriger wordt en een panische angst ontwikkelt voor andere paarden in plaats van te gewennen aan de situatie.
Meer hippische interesse?
Doorlaatbare dressuurlessen krijgen