109 Geen punten voor mijn galop pirouette!

Geen punten voor mijn galop pirouette! Het zoeken van diverse werkpunten.
Geen punten voor mijn galop pirouette! Het zoeken van diverse werkpunten en galop ter plaatse.

Tijdens de wedstrijden krijg ik steeds heel lage quoteringen op mijn galop pirouettes, Dré, zou jij mij daar kunnen bij helpen.

Eerst doen en dan samen analyseren

Rij maar eens een pirouette zoal je denkt die te moet rijden, Marieke. Daarna zullen wij samen analyseren waar het schoentje wringt. Dat je Jolieke een veel te grote cirkel beschrijft en naar buiten kijkt zijn de belangrijkste punten die ik bemerk, Marieke. Daarbij komt zij ook nog licht tegen je hand, waardoor het geheel niet meer mooi over de rug verloopt en weinig opgesprongen is. Gelukkig ‘voel’ jij ook wat ik ‘zie’ en kunnen wij dus samen aan de slag.

Pirouette en oorlog voeren

Maar misschien dienen wij eerst eens te bespreken hoe een goede pirouette er uit ziet en waarom men dat zo vraagt. In de vroegere oorlogsvoering was de cavalerie het belangrijkste onderdeel van het strijdtoneel. Met de vlam in de pijp op elkaar toe galopperen en met het zwaard op elkaar inhakken. Een heel korte ommekeer maken om snel terug te kunnen toeslaan. Daar wordt de gracieuze pirouette van de dressuursport geboren. Gelukkig hebben wij geen zwaard in de hand en kunnen wij ons paard met beide handen de nodige informatie verschaffen.

Leren ter plaatse galopperen

Een galop pirouette is nagenoeg hetzelfde als een keertwending om de achterhand in stap, waarbij de achterhand van het paard nagenoeg te plaatste blijft bewegen. Om een goede galoppirouette te rijden moet je dus je paard kunnen verzamelen tot een galop ter plaatse, en dit zo snel mogelijk. Probeer maar eens hoever je Jolieke terug kan komen in de galop en tracht maar eens om op een rechte lijn ter plaatse te galopperen. Oh, dat schijnt nog niet zo evident hé Marieke. Dit punt kan je tijdens je volgende trainingen reeds meenemen als afzonderlijk actiepunt.

Aanspringen vanuit de keertwending

Eens de galop ter plaatse een verworven zaak is kan je het ronddraaien van de voorhand oefenen. Natuurlijk heb je dit fenomeen al aan je paard geleerd tijdens de keertwending om de achterhand in stap. Het aanspringen in galop tijdens de bekende stap keertwending kan een goede aanzet zijn om je Jolieke de galoppirouette te leren.

Rijden met je zit

En probeer dat ter plaatse galopperen ook te verkrijgen door het verhoogd aantrekken van je kruis, zodat je minimaal je teugels dient in te zetten. Sterk inwerkende teugels geven minder actieve achterbenen en zijn dus de oorzaak van het minder opspringen in de pirouetten. Streef ernaar om alle tempi in de galop te kunnen vragen door het meer of minder aantrekken van je bekken. Een los met het paard meebewegend bekken dient een galopverruiming teweeg te brengen. Een blokkering van je bekken daarentegen zal een bruuske halt betekenen. Alle variaties in het bewegingspatroon van je Jolieke dien je op deze manier te kunnen bewerkstelligen. Juist Marieke, ook hiermee heb je de eerste weken al heel wat voer voor je voorbereidende trainingen.

Achterhand inkaderen met de travers volte

In de tussentijd kan je natuurlijk ook al werken aan de arbeidspirouette. Bij deze oefening wordt je Jolieke op een steeds kleiner wordende spiraal volte geplaatst in de travershouding. Door de kleinere volte gaat het paard steeds wat meer verzamelen. Dit meer onder de massa plaatsen van de achterbenen is ook nodig om het ganse paardengewicht te kunnen naar boven stuwen. De voorhand komt daardoor meer van de grond, zodat er meer tijd in het zweefmoment zit en er een grotere pas zijwaarts genomen wordt. Door deze travershouding leert de ruiter het naar buiten uitzwaaien van de achterhand te voorkomen en de achterhand naar een cirkeltje van ongeveer 30 cm te begeleiden. Door het uitzwaaien van de achterhand tracht je Jolieke namelijk te ontsnappen aan de verhoogde belasting op het achterbeen. Tijdens het rijden van een arbeidspirouette kan je Jolieke ook mooi nageeflijk gemaakt worden of/en haar buiging naar binnen toe worden bevorderd.

Vleugje schouderbinnenwaarts

Tijdens de officiële dressuurproeven wordt er steeds vanaf een rechte lijn naar de pirouette toe gereden. Door het trainen op de traversvolte kan het paard de neiging krijgen om in de travershouding de plaats van de pirouette te benaderen. Om dit euvel te vermijden wordt tijdens het aanrijden op de pirouette een vleugje schoudervoor gevraagd. Ook tijdens het trainen op de traversvolte kunnen er stukjes schouderbinnenwaarts ingelast worden, zodat het paard mooi recht gericht kan worden op de volte. Uiteindelijk dient het paard ook in de pirouette een rechtgericht gevoel te geven, en stuwt de achterhand mooi voorwaarts naar het gezamenlijke zwaartepunt van paard en ruiter tijdens deze gebogen oefening.

Hoeveel pirouettes rijden?

In de wedstrijden wordt er eerst een kwart pirouette gevraagd en later een volledige cirkel (Ja, dat is 360°, en neen niet graden Celcius, dat is temperatuur). Tijdens de GP-kür mag je zelfs tweemaal volledig rond je verticale as draaien. Tijdens de trainingen hou ik er niet van om kleine stukjes pirouettes te draaien. Meerdere aaneensluitende arbeidspirouettes geven je meer tijd om de techniek van jezelf en je paard bij te schaven. Daarbij kan je in functie je Joliekes respons de belasting verhogen of verlagen door de volte kleiner of groter te maken. Spelen maar met je paard.

Een galoppirouette is hoog en traag gesprongen

Een galoppirouette krijgt meer uitstraling door hoog opgesprongen en traag uitgevoerd te worden. Paarden waarbij de draagkracht van de achterhand niet voldoende ontwikkeld is zullen een laag bij de grond uitvoering geven. Dit komt doordat snelle en vele kleine passen de ondersteuning tijd en het gewicht op de achterhand verminderen.

Achterhand dient actief te blijven

Zoals in de keertwending in stap dient ook in de galoppirouette de achterhand iedere pas, in het galopritme, de grond te verlaten. Probeer zelf maar eens 360° in het rond te draaien met je steunend been als een paal in de grond geplaatst. De grote wringmomenten die in een geblokkeerd binnenbeen ontstaan zijn op zijn minst schadelijk te noemen voor de pezen en gewrichtsbanden. Het trainen op de arbeidspirouettes leert het paard de correcte beenzetting in de galop te onderhouden. En ja Marieke, tijdens de galoppirouette wordt het diagonale benenpaar ontbonden en krijg je een viertaktgalop. Het achterbeen zal sneller op de grond komen dan het corresponderende voorbeen om sneller meer belasting te kunnen opnemen en zo het ganse paardengewicht naar boven te katapulteren. Deze manier van galopperen noemt men in de Spaanse rijschool de Redopp- of schoolgalop.

Een duidelijk plan hebben

Zo, Marieke, je trainingsplan voor de eerstkomende weken is dus uitgeschreven. Ter plaatse galopperen, aanspringen uit de keertwending en arbeidspirouette zullen met voorrang op je agenda worden geplaatst. Niets onoverkomelijks, succes, het komt goed hoor.

Meer hippische interesse?

Dressage lessons in lichtheid krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

108 Het belang van een lichte aanleuning

Het belang van een lichte aanleuning. De hand beïnvloed het ganse bewegingspatroon.
Het belang van een lichte aanleuning. De hand beïnvloedt het ganse bewegingspatroon.

Van de eerste keer goed doen.

Kom je eens naar mijn jonge paard kijken Dré, mijn Jolieke is ondertussen bijna 4 jaar en enkele maanden zadelmak. Met mijn grand-prix paard heb ik nog bij jou gelest, maar Ik wil er zeker van zijn dat deze eerste maanden met mijn jonge hengst goed verlopen zijn.

Het wel en wee van bijzetteugels.

Bij mijn aankomst was Jolieke reeds gelongeerd, maar bij zo’n jong paard wil ik toch de wijze van longeren eens bekijken. Doe hem toch nog maar eens een paar rondjes ronddraven aan de longe, Marieke. Jolieke is ‘deskundig’ van bijzetteugels voorzien, een soort vaste martingale, maar dan vast bevestigd aan de ringen van het eenvoudige trensje. De bijzetteugel is zo bevestigd dat hij alleen inwerkt als Jolieke zijn hoofd hoog ophoog steekt, en dat is natuurlijk zoals wij het wensen.

De bovenlijn lang maken.

Je Jolieke loopt heel kort in de hals en dit zonder enige contact met zijn bit. Deze ongewenste manier van lopen zal je Jolieke later in het bereden werk ook verder vertonen. Maak die bijzetteugels maar eens los Marieke. Knoop je buitenteugel zijdelings maar vast aan je singel en steek je longe door de trensring en dan zijdelings naar de singel toe. Op deze manier kan je een contact opbouwen tussen je hand en de mond van je paard. Het lichte weerstand bieden en nageven met je vingers doe je juist op dezelfde manier als wanneer je rijdt. Zo kan je je Jolieke uitnodigen om het bit te volgen en hem in een lange voorwaarts neerwaarts positie te krijgen. Eigenlijk hou ik niet van vaste bijzetteugels bij een paard. De paarden leren hierbij wel mooi in de krul te lopen, maar ze ontvluchten eigenlijk het contact met het mondstuk en dus de hand van de ruiter.

Het gevaar van bijzetteugels.

En ja hoor, ook tijdens het bereden werk kruipt Jolieke ver achter de loodlijn in een diepe krul, zonder enige contact met Mariekes hand. Bij de meeste jonge paarden dien ik de berijders aan te zetten om hun paard nageeflijk en over de rug te krijgen, maar hier is dat niet zo. Maak dat opgekruld lopen maar ongezellig Marieke, door het mondstuk onrustig in de mond te doen vibreren. Ik neem aan dat je in je jeugd nog geleerd hebt om een koord over de grond te laten voortbewegen als een slang? Dat is wat je ook kan doen met je teugels. Ja hoor, leer je Jolieke maar eerst wat tegen je hand in te komen en aanzetten om zijn neusje eruit te trekken. Natuurlijk geef je de handen dan voldoende mee zodat hij leert open, met zijn neus voor de loodlijn te lopen. Je Jolieke dient te leren dat hij je hand voorwaarts kan meenemen, tot het punt waar jij dat toestaat. Eens je paard uit zijn krul komt word jij natuurlijk poeslief met je handen. Dit nageven noemen wij een aangename versterking van het nieuwe gewenste gedrag.

Het ongewenste patroon doorbreken.

Het is bekend dat een gedrag na 21 herhalingen een automatisme wordt. Het vraagt dan ook veel inspanning om paarden, dewelke gedurende een langere periode met een verkeerde aanleuning getraind zijn, terug het bit op een soepele manier te doen aannemen. Te veel focus op dit aanleuning probleem dient vermeden te worden. Beter is het om het paard uit zijn patroon te halen door een ‘clear zone’ op te zoeken en verwarring te zaaien. Dit kan door het paard meermaals links en rechts te buigen of een zwaardere oefening te geven. Onbekende oefeningen geven meestal wat verzet in de aanleuning en dat is toch wat wij hier willen bekomen.

De ruiter nodigt uit tot contact.

Regelmatig lees ik in de hippische literatuur dat het paard zelf het contact met de ruiterhand moet komen opzoeken. Persoonlijk vind ik dat de ruiter het initiatief dient te nemen en het paard met zijn zachte hand dient uit te nodigen tot een kauwend contact met de tong van het paard. Om het met een metafoor te zeggen, de ruiter belt naar het paard en hoopt dat het paard de telefoon opneemt, zodat er contact ontstaat tussen beide partijen. En ja, de manier waarop het paard het contact al of niet opneemt zal door het paard zelf bepaald worden. Het kan zwaar gewicht willen nemen op de teugel, achter de teugel kruipen en alle mogelijke andere varianten daartussen. Om met de metafoor verder te gaan, misschien steigert het paard reeds bij het rinkelen van de telefoon. Het zal aan de ruiter zijn om de contact name dan maar op een andere manier aan te pakken! Misschien aan de deur gaan kloppen i.p.v. te telefoneren. Neem je de voordeur of de achterdeur of kruip je langs het openstaand raam binnen, haha.

Fijne signaaltjes creëren emoties.

Juist, bij een lichte aanleuning worden er voortdurend minuscule signaaltjes uitgewisseld tussen paard en ruiter. Hierdoor wordt de gemoedstoestand van paard en ruiter op een fijne manier uitgewisseld. Door het spelen met deze fijne signaaltjes is het mogelijk voor de ruiter om doelbewust op de emoties van het paard in te spelen. Emoties zijn de trigger om spanningsveranderingen teweeg te brengen bij het paard en zo het gedrag van je paard te beïnvloeden. De heel intensief bewegend oren van het paard zijn de uiting van het voortdurende ‘mentale contact’ tussen ruiter en paard.

Rijden met vingers van een pianist.    

Ik stel vast dat vele ruiters te veel met hun handen aan het prullen zijn en hun paard onbewust in de bek trekken. Ook hier kruipen de paarden in een krul achter de loodlijn en trachten zo de vervelende inwerking te vermijden. Dikwijls blijft de onwetende ruiter ook dan nog met zijn handen ongewenste mondcontacten bij het paard geven. Dit duurt zolang tot het paard deze vervelende inwerkingen in zijn mond beu is en de teugels uit de hand van de ruiter rukt of zelfs staakt met werken, dit tot steigeren toe. Met een stille, dode hand verkrijg je nooit een goede nageeflijke aanleuning, ook niet met een te veel bewegende hand. Een hand dient rustig op zijn plaats gehouden te worden, met losse armspieren en soepele vingers als een goed pianist. Een heel licht doorhangend teugeltje is het ultieme kenmerk van een lichte aanleuning. Het belang van een lichte aanleuning bepaalt het volledig bewegingspatroon van het paard. De manier van aanleuning maakt een paard tot een ballerina of doet het degenereren tot het de soepelheid van een slecht houten hek.

Meer hippische interesse?

Dressage lessons in lichtheid krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

107 Met geen stokken op de trailer te krijgen!

Aangename ervaringen in de nabijheid van de trailer zijn heel belangrijk voor het vertrouwen
Met geen stokken op de trailer te krijgen! Aangename ervaringen creëren.

Ik kan niet op training komen

Ik ga er vandaag niet op training geraken Dré, mijn Jolieke is met geen stokken op de trailer te krijgen!

Marieke stelt niet de vraag of ik een handje wil helpen met laden, mogelijks weet ze dat ik door mijn ouderdomswijsheid (Ha, je kan dat ervaringen noemen) nooit inga op de vraag om een paard te helpen laden. Er zijn genoeg mensen die daar hun specialiteit van gemaakt hebben en dat ook nog op een deskundige manier doen. Ik weet ook wel dat er nog veel meer ‘would be’ specialisten zijn die met volle geweld op zo’n situatie proberen in te spelen. Maar voor een gemotiveerd lesklantje doe je toch al eens wat meer, zeker als je wat voorgeschiedenis van de combinatie kent.

Voorgeschiedenis kennen

Marieke is een wat onzeker typetje maar met een hart vol goesting om dressuur te rijden. Zij heeft haar vier jarige Jolieke een paar maand geleden zadelmak en toch al wat aangereden aangekocht. Verstandig van haar om toch eerst bij haar thuis wat dressuurlesjes te nemen, om haar Jolieke beter te leren kennen en haar eigen zelfvertrouwen een boost te geven. Jolieke blijkt zich te ontpoppen als een temperamentvol, gevoelig maar eerlijk paard en Marieke wil nu bij mij thuis komen lessen. Een jong paard dient immers ook op verplaatsing te leren presteren, zeker als je de intentie hebt om wedstrijden te rijden.

Eerste poging mislukt

Een paar weken geleden deed Marieke haar eerste poging om tot bij mij te geraken, maar dat was toch wat verkeerd uitgedraaid. Niet goed voor het opbouwen van je zelfvertrouwen, als je trailer op een drukke autosnelweg begint te slingeren en je uit veiligheidsoverwegingen naar de pechstrook wordt verwezen. Marieke’s adrenaline niveau stijgt natuurlijk ten top als ze bemerkt dat Jolieke met zijn hoofd en voorbenen over de achterklep naar buiten hangt.

Zij krijgt gelukkig van Jolieke nog een voorbijvliegend minuutjes de tijd om een reserve touw aan de halster te bevestigen. Dan besluit Jolieke maar om volledig over de achterklep te klauteren en pardoes op het natte asfalt van de autosnelweg neer te poffen. Dit terwijl de vrachtwagens met de vlam in de pijp voorbijsnellen op het naast liggende rijvak. Marieke zet na wat angstmomenten haar Jolieke terug op de trailer en ik tref haar en haar vriendin een kwartiertje later zwaar hyperventilerend aan op de eerstvolgende afrit.

De situatie analyseren

Uit een korte ‘Root cause analysis’ (Mooie term hé) blijkt dat je Jolieke best niet met een aftands touw bevestigd. Een stevig en relatief kort touw of kettinkje in de trailer is aangewezen. Natuurlijk steeds voorzien van een snelsluiting van goede kwaliteit. Als secundaire preventiepunten komen de stevige bevestiging van het middenschot en het sluiten van de opening boven de klep naar voor.

 Een tweede poging wagen

Wij zijn nu een paar weken verder, Jolieke is snel hersteld van zijn schaafwonden, wordt thuis reeds verder doorgetraind en is ook reeds met de trailer naar de cluboefening gebracht. Het moment is aangebroken om terug tot bij jou te komen voor de training Dré.

Maar de telefoon rinkelt en: ‘Jolieke wil niet op de trailer gaan Dré, ik kan dus niet op les komen vandaag, sorry hoor’, klinkt het toch wat wanhopig aan de andere kant van de lijn. Ik spring dadelijk in mijn wagen en snel naar jou toe Marieke, laat alles maar staan zoals je bezig bent.

De omgeving klaarmaken

Verplaats je trailer tot tegen de stallingen Marieke, dan is er toch reeds één zijde waarlangs Jolieke niet meer kan uitbreken. De andere kant van de loopplank barricaderen wij wel met een serie springbalken en twee staanders. Deze plaatsen wij natuurlijk in ‘funnel’ vorm en volledig tegen de trailer aansluitend. Juist zoals de cowboys hun paarden in een kraal drijven.

Neem maar een koordje en bevestig je toegangsdeurtje vooraan maar, zodanig dat het steeds open blijft staan. Een prooidier ziet graag een uitgang om vooruit te kunnen ontsnappen, en dat te kleine deurtje kan helpen om het einde van de tunnel te zien.

Goed gedaan Marieke, je hebt reeds wat voeder in de trailer gereedgezet, in een kommetje dan nog wel, zodat je het voedsel zelf kan aanbieden. Dat hooinet beperkt wel wat onze handelingen om je Jolieke vast te binden, maar laat toch maar hangen.

Paard en ruiter klaarmaken

En nu gaan wij toch maar je Jolieke zelf klaarmaken om de finale te spelen hé. Doe hem maar zijn gewone hoofstel op, daarboven een halster en bevestig maar een longe aan de trensringen. Zo hebben wij toch iets meer te vertellen en zijn wij ook reeds klaar om Jolieke straks in de trailer vast te binden. Mag ik de handschoenen van je papa even gebruiken? Aan handen vol blaren tgv een doorschurende longe heb ik ondertussen een grote aversie gekregen.

Marieke verzekert mij dat ze geen stokken of zwepen tijdens haar pogingen tot laden heeft gebruikt, en dat bemerk ik ook bij het klaarmaken van haar Jolieke.  Jaja, ik weet dat je Jolieke heel gevoelig is voor zwepen, maar geef mij toch maar je gewone dressuurzweep.

Op een tiental meter van de trailer exciteer ik Jolieke op een kleine volte rondom bij. Neen er wordt niet geslagen of geschopt. Wel wil ik zijn verblijf op afstand van de trailer ongezellig maken. Een vervelende versterking geven noemt men, voor een gedrag dat men niet wenst.

Respect en vertrouwen voor de begeleider

Ik bemerk dadelijk dat Jolieke niet veel respect heeft voor mij als (bege)leider, hij loopt nogal door het mondstuk heen. Eerst en vooral wens ik gehoorzaamheid, gewoon aan de hand, met mij meelopen en stoppen als ik stop, spontaan reagerend op mijn lichaamstaal. En ja, hier dien ik hulpen te geven die boven zijn reactie drempel uitstijgen. Ik speel hier de dominante merrie en Jolieke moet tevreden zijn met het volgen van zijn leider. Naast mij lopend krijgt Jolieke lichte activeringen van de dressuurzweep. In de kudde wordt een paard door de leidende hengst bijtend voortgedreven in de gewenste richting. Eigenlijk plaats ik Jolieke hier in een onderdanigheidspositie, voortgedreven door de leidende hengst en beperkt worden in het voorwaarts gaan door de leidende merrie. En ja hoor Jolieke is eerst wat verbaasd over wat er allemaal gebeurt, maar zijn instincten vertellen hem snel zijn onderdanige plaats in de kudde.

Met weinig tevreden zijn

En dan maar op de trailer aflopen, ik als leidend dier een beetje vooruit en recht naar de trailer toe kijkend. Hoe dichter wij de trailer naderen hoe minder wij de vervelende versterkingen (Toucheren met zweep) toepassen. Wij wensen dat Jolieke aangename ervaringen opdoet bij het naderen en zeker in de trailer. Wat leuk zeg, van de eerste poging zet hij reeds een onrustige stap op de rubberen loopplank. Hoera, hoera, en wij versterken dit gedrag op een aangename wijze. (Belonen noemde men dat vroeger).

Zelf het paard van de trailer halen

Wijzelf halen Jolieke terug van de loopplank, waar niets vervelends gebeurd is, en begeleiden hem terug naar het vervelende werk op dat kleine voltetje, ver (10m) van de trailer verwijderd en stormen terug op de trailer af. Bij iedere poging merken wij dat hij een pasje verder op de loopplank gaat staan. Na een tiental pogingen sprint Jolieke als een ervaren paard tot diep in de trailer, zijn leider achterna.

Allemaal toch heel eenvoudig, je paard tussen vervelende- en aangename versterkingen steken om het gewenste gedrag te bekomen.

Neem nu zelf maar over Marieke, je bent toch een schooljuf en weet dus als de beste dat veelvuldige herhalingen tot een automatisme leiden.

Tot de volgende keer Marieke, dan geraak je zeker tot bij mij thuis om lessen.

Meer hippische interesse?

Dressage lessons in lichtheid krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

106 Never underestimate an older woman

Never underestimate an older woman.
Never underestimate an older woman. Ook op latere leeftijd kan je goed leren dressuur rijden.

Leren goed paardrijden op latere leeftijd

Ik ben al 55 jaar geworden Dré, en in mijn jeugd heb ik nog een paar jaar in de manege gereden. In mijn huidige levensfase wil wat meer tijd aan mijzelf besteden. Ik heb een 5-tal jaar geleden mijn eerste eigen paard gekocht. Omdat ik het goed wil doen heb ik her en der reeds wat dressuurlessen gevolgd, maar ik ga er niet op vooruit, integendeel. Reeds als in stap de teugels aanneem steekt Jolieke haar hoofd naar boven, om mij het leven onhebbelijk te maken. Daarbij heb ik 6 maand geleden nog mijn arm gebroken bij een ongelukkige val van mijn paard. Ik rij zo graag paard, maar ben op dit moment bang en de sporen (Treinsporen hé) volledig kwijt. Zie jij het zitten om een oudere gemotiveerde amazone op het juiste pad te zetten. Of hou je je enkel bezig met het succesrijk wedstrijd rijden van die jonge talentvolle grieten? Ik zelf heb niet de intentie om wedstrijden te rijden. Maar wil graag deftig kunnen dressuur rijden met mijn eigen paard en dit binnen mijn eigen vermogens.

Samen naar vertrouwen zoeken

Ja, Marieke, wij gaan er samen tegenaan gaan en op zoektocht gaan naar voldoening met je Jolieke. ‘Ertegen aan gaan’ Dré, ik ben wel bang om er terug af te vallen door het oppeppen van een onstuimige instructeur.  Oei, dat was een verkeerde woordkeuze van mij Marieke, we gaan samen op zoek naar verbeteringen in je rijden en dit binnen de grenzen die je mij aangeeft. Op deze oude knar van een instructeur kan je rekenen, daarom had je mij toch gevraagd.

Bij mijn aankomst stappen Marieke en Jolieke, beiden mooi opgepimpt, reeds rustig door de nieuwe maar wat weinig verlichte binnenbak. Al snel wordt bevestigd dat Jolieke de truc gevonden heeft om de teugels los te trekken om aan de inwerking van Marieke te ontsnappen.

Eerst wat longeerwerk

Stap maar af Marieke, waar ligt er hier ergens een longeerlijn? Ja, laat je Jolieke maar een paar rondje onbereden ronddraven op de cirkel aan de longe. En ja hoor, na veel aanporren slaagt Marieke erin om uit haar Jolieke een sloffend drafje te persen en dit met een hangende hals en een achter komende achterhand. Deze manier van lopen is heel goed voor een aftands manegepaard. Maar zonder looplust en een voldoende reactiviteit wordt het dressuurruiter heel onhebbelijk gemaakt.

Opgewekte drang voorwaarts installeren

Eerst gaan wij de reactiviteit van je Jolieke op je zweepsignalen verbeteren en trekken ons niets aan van de hoofdhouding. ‘Een opgewekte en beheerste drang naar voor’ is toch de eerste vereiste om een paard tot prestaties te kunnen aanzetten. En ja hoor, na enkele herhalingen begrijpt Jolieke reeds dat je dient ‘aan te trekken’ bij het slechts licht opheffen van de longeerzweep. 

Nageeflijkheid reeds aan de longe

Nu de drang voorwaarts erin geprogrammeerd is, veranderen wij onze teugelvoering tijdens het longeren. Zo wordt Jolieke uitgenodigd om met een lange hals, maar over de rug te lopen. Hier initiëren wij de eerste nageeflijkheid van Jolieke, dewelke zij en ook Marieke, gedurende de ganse loopbaan als dressuurpaard nodig zullen hebben.

Zo, Marieke, de eerst twee eerste basisprincipes van de rijkunst zijn nu succesvol geïnitieerd, en dit op een voor jou veilige manier. Je eerste successen zijn binnen, hoera, goed gedaan.

Meerdere zintuigen aanspreken

Aan de longe heb je kunnen ‘zien’ en ook wat ‘voelen’ hoe een goedlopend paard zich gedraagt. Stijg maar om, vanaf nu zal het moeten doen met enkel je ‘gevoel’, succes. En ja hoor, Marieke slaagt erin om de reactiviteit op haar beenhulpen sterk te verhogen, zoals zij dat eerder ook reeds met het longeren had gedaan.

Nageeflijkheid tijdens het halthouden

De nageeflijkheid enten bovenop de voorwaartse drang, dat schijnt nog een probleempje te zijn voor Marieke. Heel normaal, want het door de teugelhulp lostrekken van Jolieke is een gewoonte geworden. Dan maar eerst de nageeflijkheid tijdens het halthouden zoeken? Dat weerstand bieden en nageven is ook voor Marieke een nieuwe vaardigheid, dewelke ze verder dient te ontwikkelen. Na de halt wordt deze nageeflijkheid ook in stap, draf en galop gezocht, voorlopig met wisselend succes.

Bereden aan de longe

Marieke raakt even in paniek als ik haar voorstel op deze oefening bereden, maar aan de longe verder te ontwikkelen. Dit geeft mij de mogelijkheid, als instructeur, om de voorwaartse impuls te onderhouden en tegelijkertijd een handje te helpen met de nageeflijkheid. Zo kan Marieke ook ervaring opdoen in haar zoektocht naar het juiste ruitergevoel.

Vervelende versterking om af te leren

Door een kort rukje van mijn kant geef ik Jolieke een vervelende versterking, op het ogenblik dat zij de teugels met een ruk uit de handen van Marieke trekt. Zo, dat is dan een ongewenst gedrag dat ik met een vervelende versterking wegwerk en na een paar keer reeds heel succesvol is.

Oh, ondertussen zijn wij wel al een paar lessen verder en een glimlachend Marieke rijdt op haar ééntje, met haar over de rug lopende Jolieke, in een gezapig drafje door de rijbaan.

De eerste opdracht is volbracht. Never underestimate an older woman.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

105 Het nut en onnut van contragalop

Het nut en onnut van contragalop.
Het nut en onnut van contragalop. Verzamelde galop is de basis voor de contragalop.
Het nut en onnut van contragalop. Verzamelde galop is de basis voor de contragalop.

Proefje eens doorrijden

Ik moet zondag ik met mijn Jolieke op wedstrijd gaan Dré! Oh, dan zullen wij best eens door je dressuurproef gaan tijdens onze training, vind je niet?  Door het rijden van een proef kunnen wij toch de mindere punten vaststellen en deze tijdens onze techniek training verder verfijnen. Rij je proef maar eens volledig door Marieke, ik zal je vertoning tijdens het rijden live toelichten met het zicht van een echte jury en mijn ervaring als ruiter en instructeur. Neen, stop vooral niet voor het hernemen van sommige mindere punten. Rijg alles maar netjes aan elkaar en dan bespreken wij na je testrit wel de belangrijkste actiepunten, dewelke wij in onze daaropvolgende training kunnen verbeteren.

Even stoppen om een analyse maken

Je draf en stapwerk komt er behoorlijk goed uit, Marieke. Maar het ongewenst verspringen van de rechter naar de linker galop zou voor de jury een zware fout zijn, maar wij tillen daar niet zwaar aan hé, Marieke? Wij kunnen zelfs genieten van de mooie vliegende wissel, perfect in één tijd, maar voor je proef moet je zeker wel in de contra galop blijven.

Spelen met een gebroken lijn

Juist, een gebroken lijn is de ideale manier om een contragalop aan te leren. Je kan beginnen met het ombuigpunt slechts een metertje van de hoefslag te leggen en dan deze afstand geleidelijk opdrijven, tot zelfs de volledige breedte van de piste. Zodoende krijg je geleidelijk aan een scherpere hoek op het omstelpunt van je gebroken lijn en wordt de oefening steeds wat moeilijk. Dit werk kan je natuurlijk best over een paar trainingsdagen uitspreiden.

Verbeteren van de galop

Wij kunnen ons nu eindeloos gaan fixeren op het doorrijden van die gebroken lijn in de contragalop, Marieke, maar ik bemerk dat het ganse galopwerk aan verbetering toe is. Reeds tijdens het aanspringen trekt je Jolieke de teugel veelvuldig uit je hand en ontvlucht zij het gesloten blijven tijdens het aanspringen. Dat gesloten galopperen missen wij ook tijdens je galopwerk en dat zou wel eens de oorzaak kunnen zijn van je problemen met deze contragalop.

Ongelijke aanleuning

Door de zwaardere aanleuning op je linkerteugel loopt je Jolieke steeds wat rechts gebogen in de hals. Het linkervoorbeen heeft daardoor meer vrijheid en kan dus gemakkelijker naar voor gebracht worden. Dit geef de mogelijkheid om gemakkelijk van de rechter- naar de linkergalop te wisselen op het breekpunt van je gebroken lijn. En we stellen vast dat op de andere kant, contragalop rechts dus, dat ongewenst wisselen zich niet voordoet.

De galop verder verzamelen

Daarnaast bemerken ook wij dat je Jolieke wat open galoppeert en in een lage hoofdhouding loopt, wat tekens zijn van te weinig engagement van het achterbeen. Op de foto kan je duidelijk bemerken dat het binnen achterbeen ver naar het zwaartepunt toe onder treedt. Door dit ondertreden kan het binnenachterbeen de massa van het paard opwaarts stuwen, dit teneinde een zweefmoment te kunnen creëren, terwijl het buitenachterbeen meer achterwaarts staat om het lichaam te kunnen vooruit stuwen.

Het binnenbeen leren ondertreden

Bij een wagen dienen de buitenste wielen op een cirkel een groter afstand af te leggen dan de binnenste, gewoon omdat de beschreven straal van de cirkel groter Is. Bij een paard doet zich volledig hetzelfde voor als bij een wagen.

Op het keerpunt van de gebroken lijn of tijdens een volte of een hoek, dient het buitenachterbeen een grotere pas te nemen dan op de rechte lijn, wat heel lastig is voor een rechts stijf paard.

Duidelijk dus dat wij niet verplicht aan die contragalop gaan voortwerken, maar de basiscondities van de galop zelf dienen te verbeteren. Veel galopwerk op de linkerhand op een kleine volte gaan wij dadelijk op het menu zetten, Marieke, en zo krijgen wij zeker wat meer verzameling in je Jolieke. Deze verzameling nemen wij daarna mee op de grote volte en later ook op de rechte lijn. En ja, dat blijkt toch aardig te lukken. Vervolgens maken wij op de lange zijde een ietwat kromme lijn en komen zo al snel aan een echt gebroken lijn. Op 15 minuten tijd loopt je Jolieke nu reeds een gebroken lijn in contragalop en dat zonder ook maar enige neiging tot wisselen te vertonen. Hoera Marieke, goed gedaan van jou.

Onnatuurlijke beweging

Contragalop rijden is nooit mijn lievelingsoefening geweest. Of je paard daardoor goed gegymnastiseerd wordt stel ik toch even in vraag. Zeker als je zelfs bij een goed uitgevoerde contragalop ervaart hoe wringerig dat beest onder je kont blijft lopen. Contragalop is en blijft toch altijd een wat onnatuurlijke beweging.

Conditioneren van de hulpen

Maar ik zie wel andere voordelen aan een contragalop.

Bij het rijden van de contragalop vertellen wij het paard, in de beginfase zelfs met wat overdrijving, wat de hulpgeving is om in linkse of rechtse galop te blijven. Dat zijn juist dezelfde hulpen als bij het links of rechts aanspringen. Het gebogen zijn rond het binnenbeen, de nageeflijkheid op de binnenteugel en een tendens om iets naar binnen te zitten.

Na enkele maanden verfijnen (Shapen noemt men dat) van deze hulpen weet een paard ondubbelzinnig dat het naar voor schuiven van rechter heup ook rechter galop betekent. Meer hulpgeving dient dan niet meer te gebeuren. Deze finale heuphulp dient geaccentueerd te worden op het buigpunt van de gebroken lijn en eigenlijk tijdens alle galopwerk. Met ‘binnen’ bedoel ik hier de kant van de holle zijde, dus de kant van de wand tijdens de contragalop. Een beetje moeilijk om uit te leggen, maar ik denk wel dat je mij begrijpt Marieke. De binnenkant is dus aan de buitenkant tijdens de contragalop, haha.

Voorbereiding tot vliegende wissel

De contragalop kan daarom een goede voorbereiding zijn voor het aanleren van de vliegende wissel, aangezien tijdens het vragen van de wissel de voormelde hulpen gewoon omgewisseld worden. Het ten treure toe rijden van contragalop daarentegen werkt contraproductief voor het aanleren van de vliegende wissel, aangezien het paard na enige tijd niet meer durft te wisselen. Maar het aanleren van de wissel bekijken wij wel in een ander artikeltje.

Leuk toch om vast te stellen dat, door het verbeteren van de galop, ook de contragalop links reeds na een halfuurtje voorbereiding mooi wordt gegeven.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

104 Moet het wel aan de loodlijn zijn?

Moet het wel aan de loodlijn zijn?
Moet het wel aan de loodlijn zijn? De nek het hoogste punt?
Moet het wel aan de loodlijn zijn? Gymnastiseren door variatie in de hals instelling.

Toch maar zelf blijven denken

“Axioma’s zijn waarheden die niet hoeven bewezen te worden en dewelke geen verantwoording nodig hebben”. Dat herinner ik mij nog van toen ik nog jong en goedgelovig was. Dat Onze-Lieve-Vrouw met ziel en lichaam ten hemel opgenomen is, ja dat is er zo eentje van de Katholieke Kerk. Nu ben ik echter van mening dat “Waarheden’ (Wel in de exacte wetenschappen) niet bestaan, dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. Deze is gebaseerd op zijn persoonlijke ervaringen en zijn aangeboren en aangeleerde waarden.  Of wij een ziel hebben en of de hemel bestaat wil ik ook aan ieders persoonlijke mening over laten. Axioma’s en dogma’s zijn beweringen die enkel op gezag gebaseerd zijn. In onze moderne democratische maatschappij heeft gezag een eerder negatieve betekenis gekregen, dikwijls onterecht, toch volgens mijn bescheiden mening.

Oxioma’ s zijn wel heel duidelijke regels die alle onzekerheden en twijfels bij vele personen wegnemen. Voor de gelovigen is er dus toch ook een goede kant aan. Maar gelieve in je eigen waarheid niet fanatiek te worden, er zijn reeds genoeg oorlogen voor de vermeende waarheid.

Ook in de hippische wereld puilt het uit van deze axioma’s, en ik ga er hier een paar proberen in mijn eigen daglicht te plaatsen.

Aan de loodlijn als axioma 1

Ook voor dressuurwedstrijden zijn er regels opgesteld teneinde een uniforme africhting en jurering te bevorderen en dat een paard aan de loodlijn dient te lopen is er daar eentje van.

Ook de foto’s en gravures van de oude meesters tonen meestal paarden die licht voor de loodlijn aan hun hogeschool oefeningen werken. Maar een serie van hen staat ook duidelijk achter deze verticale weergegeven. Momenteel zijn de dressuurringen overvol van aan de loodlijn lopende, maar op de teugel hangende paarden. Echt triest om deze karikaturen op zo’n houterige wijze door de rijbaan gejaagd te zien. Hun hals is een rechte lijn. Precies of deze paarden hebben en weidepaal ingeslikt en de beestjes zijn enkel ingeknikt in het atlasgewricht (Eerste halswervel) waardoor de speekselklieren uitpuilend geprangd zitten tussen het kaakbeen en de hals. Aangezien hun rug niet werkt zijn deze paarden moeilijk uit te zitten. Ook de elasticiteit van de drie grote achterbeen gewrichten gaat er fel op achteruit.

Neen, dit is geen anatomische tekortkoming van deze paarden, maar ze worden veroorzaakt door de verkeerd opgeleide berijders die de nageeflijkheid niet hebben leren verwerven.

Lang, rond en diep bevordert draagkracht

Een paard achter de loodlijn laten lopen is volgens mij zeker geen zonde, zolang het niet op de teugels hangt en zijn hoofd en hals zelf draagt. Bij het lang rond en diep rijden van een paard trekken de bovenhalspieren langs over de schoftwervel uitsteeksel aan de rugspieren. Deze rugspieren worden hierdoor licht naar boven gewelfd, zodat het paard gemakkelijker het gewicht van de ruiter op zijn rug kan dragen. Daarbij de buikspieren door fijne beenhulpen nog een beetje laten aantrekken, en deze welving wordt ook nog van onderuit ondersteund.

Door het neusje achter de loodlijn te plaatsen, (Met een nageeflijk teugeltje natuurlijk) komen de dynamisch (Iedere pas aantrekken en lossen) bewegende lenden en rugspieren nog verder tot welving en ontwikkeling. Juist, door deze lage hals houding wordt het gewicht nog iets meer op de voorhand van het paard genomen. Hierdoor krijgt de achterhand de mogelijkheid om minder belast, verder voorwaarts naar het zwaartepunt toe te leren treden.

Biomechanica gerespecteerd

Biomechanica wordt de laatst jaren voorgesteld als een nieuwe wetenschap, maar reeds in de 17e eeuw zochten wetenschappers uit hoe een lichaam zich beweegt. Als ingenieur durf ik wel iets te vertellen over (bio) mechanica en hoe een kracht (Spier) met haar specifieke aanhechtingspunten een lichaam (Ledematen) doet draaien rond een rotatiepunt (Gewricht). De biomechanica bestudeert ook hoeveel graden zo een gewricht kan draaien in de verschillende richtingen, driedimensionaal dus. Door een verstandige training is het mogelijk zowel de spierkracht (Powertraining) als de rotatiegraad (Lenigheidstraining) van het gewricht te verhogen. Aan de plaats van de spieraanhechtingspunten kunnen wij niets veranderen, dit is bepaald door de anatomie van het levend wezen.

Neen, kom mij niet vertellen dat de rond en diep houding niet biomechanisch verantwoord is. Een paard kan toch in vrijheid en zonder enige moeite een vlieg van zijn borst verjagen door de mond tot op de borst te brengen. En aangezien het paard ganse dagen lekker gras op de grond aan het eten is zal het lang maken ook al geen probleem opleveren.

Onderdanigheid versus imponeren

In onze moderne mensen maatschappij heeft onderdanigheid soms een negatieve connotatie en wordt het nogal eens geassocieerd met overheersing en onderdrukkingsgedrag.

Reeds in de kudde te zien

In de paardenkudde is onderdanigheid al snel bijgebracht aan de leden van de club. Een partijtje bijten en slaan door het dominante dier is een heel natuurlijk gedrag. Dat wordt beantwoord door onderdanigheidsgedrag, waarvan een lage hoofdhouding één van de belangrijke kenmerken is. Gelukkig maar dat wij ons paard naar deze lage diepe onderdanigheidspositie kunnen begeleiden. En waarbij wij als ruiter het gedrag van het paard kunnen beïnvloeden en het met zijn 700 kg niet als een ongeleid projectiel met ons op de loop kan gaan.

Naast een diepe hals houding toont het onderdanige paard in de kudde ook een kauwende beweging. Leuk toch als wij met onze fijne vingerhulpjes een schuimbekje op ons paard kunnen toveren, een teken van afkauwen op het bit en een bewijs van gehoorzaamheid (Onderdanigheid). Door de diepe hals buiging kan het paard tevens de omgeving minder afspeuren en verhoogt de concentratie van het paard naar de ruiter toe aanzienlijk. Ook dat is meegenomen.

Ook bereden op te merken

Voor het leveren van hogere prestaties dient er steeds meer energie op te wekken. Deze bewegingsenergie wordt opgewekt door een hogere spanning te creëren in de mentale toestand. Denk maar even aan het imponeergedrag dat tentoongespreid wordt door een viriele hengst die een paar leuke merrietjes in het zicht krijgt. Met datzelfde gevoel en lichaamshoudingen wensen wij ook ons paard in de ring voor te stellen om de jury en toeschouwers te imponeren. Juist deze geëxciteerde (Veel spanning is een natuurlijk gedrag) hengst heeft een hoge oprichting, ongeveer aan de loodlijn, een gelijkmatige hals buiging en een ondergebrachte achterhand. Juist zoals wij dat bereden verlangen in de hoger oefeningen zoals piaffe en passage.

Trainingsleer te volgen

Om je eigen spieren of die van je paard te ontwikkelen dien je die spieren aan het werk te zetten. Ja, geleidelijk aan (Maanden, jaren), beetje bij beetje de belasting op de spieren en ook de rotatiehoek van de gewrichten verhogen. Dat noemt men trainen. Door de slaglengte (Achtereenvolgens lang en kort maken) van de spieren maximaal te gebruiken en ook met de belasting te spelen, komen de spieren tot ontwikkeling. De hals van het paard maakt daar geen uitzondering op. De kunst bestaat erin de hals afwisselend lang (LRD) en kort (Opgericht) te laten werken en alle varianten ertussen. Leuk toch om vast te stellen hoe die bovenhalsspier zich na enkele jaren intensieve arbeid tot een echte spierbal kan ontwikkelen. Dit is natuurlijk enkel het geval als de ruiter het paard kan uitnodigen om zichzelf te dragen, door het beheersen van een nageeflijke hand.

De gevreesde knik in de derde halswervel kan als voorbeeld dienen voor het trainen van een paard buiten de grenzen van de biomechanica. Deze knik doet zich meestal voor bij op de ruiterhand hangende paarden, bijna nooit bij licht lopende paarden. Deze trekkende ruiters zijn ook de oorzaak van het sterk ontwikkelen van de onderhalsspier. Deze is te bemerken als een driehoek vorm, juist voor de boeg van het paard.

Tweede axioma: Nek het hoogste punt!

Samen met het aan de loodlijn zijn wordt veelal beweerd dat de nek van het paard het hoogste punt dient te zijn. Paarden met een natuurlijke oprichting (Veelal hengsten) krijgen na veel training een prachtige bovenhals spier. Waarbij het hoogste punt van de hals niet de nek is, maar een paar decimeters meer achteruit ligt. Zelfs wanneer de paarden opgericht en voor de loodlijn lopen kan de nek (Atlas) nooit het hoogste punt van de hals worden. Het zijn heel prachtige verschijningen, rijkundig volledig in orde en het is best dit te weten als je ooit fungeert als jury of trainer.

Uitleg bij de bijgevoegde foto’s.

Foto 1: De combinatie wordt hier weergegeven met het paard in de laag, rond en diep houding. De gelijkmatige halsbuiging is ook hier reeds merkbaar waardoor het paard veel ruimte krijgt in de keeluitsnijding en de speekselklieren maar minimaal samengedrukt worden. Er is een positieve diagonaal van het ondersteunende benenpaar, waarbij het achterbeen reeds iets eerder de grond raakt dan het voorbeen en daardoor aangezet wordt tot dragen. Dit is de overwegende houding van het jonge paard en ook bruikbaar bij het losrijden en tijdens mentaal relaxerende momenten.

Foto 2: Hier is dezelfde combinatie weergegeven in de wedstrijdhouding, zoals dat door de regelementen wordt voorgeschreven. Iets voor de loodlijn, opgericht met een gelijkmatige halsbuiging tgv een lichte teugelvoering en een actieve ondergebrachte achterhand door een goede reactiviteit op de beenhulpen. En ja, de nek is hier niet het hoogste punt van de prachtig ontwikkelde hals, kan ook niet. Het paard loop hier na een paar jaar training in een mooie verzamelde draf.

Op beide foto’s vertelt de lichaamstaal van het paardenhoofd ons met het orenspel, de ogen, de neus en de mond dat er een op respect en vertrouwen gebouwde communicatie tussen amazone en paard plaatsvindt.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

103 Mijn paard staakt en steigert!

Mijn paard staakt en steigert.
Mijn paard staakt en steigert. Steigeren voorkomen door intentie van vluchtgedrag toe te laten.

Mijn paard staakt en steigert. Steigeren voorkomen door intentie van vluchtgedrag toe te laten.

Niet alleen vakbonden durven staken

Gelukkig zijn paarden niet als groep georganiseerd om te staken en is het nog geen verworven recht om te staken, zoals dit bij de vakbonden wel het geval is. Maar individueel staken paarden natuurlijk ook, zeker als de vermeende werkdruk te hoog oploopt of de levensomstandigheden in hun persoonlijke beleving niet goed genoeg zijn. Verzet kan voorkomen worden.

Werkwillig in de cross, maar niet tijdens de dressuur

Zeker tijdens mijn proef op wedstrijd, maar ook tijdens de dressuur trainingen staakt mijn Jolieke regelmatig de werkzaamheden en gaat overeind staan. Ik heb dit talentvolle paard twee jaar geleden voor een prikje kunnen kopen van een dressuurruiter waarbij zij continue aan het steigeren was. Ondertussen heb ik haar opgeleid tot een heel goed eventing paard, maar in de dressuur krijg ik het niet voor elkaar. Wil jij daar eens naar kijken Dré en ik zeg natuurlijk ja. Eens een andere uitdaging dan mooi over de rug doen lopen, en met steigeren heb ik toch ook wat ervaring opgedaan. En een paar dagen later verschijnt er een ervaren amazone op mijn piste, met een lenig paard, mooi afgetraind paard, Marieke met haar Jolieke.

Ongewenste gedrag niet uitlokken

Als ik probleem combinatie op bezoek krijg ben ik niet geïnteresseerd om dat ongewenste gedrag uit te lokken, ik hou er van dit gedrag te voorkomen, in plaats van corrigerend te moeten optreden. Dus rij je Jolieke maar eens los, juist zoals je thuis zou doen Marieke. Na één rondje bemerk ik al, aan de lichaamstaal van het paard, dat wij hier niet te maken hebben met een onwillig paard. Jolieke mag wel wat ronder en dieper lopen, wat meer over de rug, maar op het geheel zijn hier geen zware opmerkingen te maken, noch in stap, draf of galop.

Teugelrukken vermijden

Aan het orenspel (Niet dat van Marieke hé) merk ik snel dat Jolieke de kort krachtige rukjes in de mond, met Mariekes rechterhand, niet erg weet te waarderen. Het rechts licht doorgetrokken bit en de buiging naar links vertelt mij dat Jolieke rechts een stuk zwaarder is in de aanleuning dan aan de linker kant. Met deze korte rukjes probeer Marieke aan haar temperamentvolle paard te vertellen dat zij van dat bit moet blijven en dat doet Jolieke ook. Maar wel met een opkrullen in de hals en volledig loslaten van die rechter teugel.

Goed van Marieke dat ze die eenzijdige aanleuning en scheeflopen van haar paard wil wegwerken, maar dat mag toch wat gezellig gebeuren. Hou maar op met die vervelende teugelrukjes en ga op zoek naar een constante, maar toch lichte aanleuning Marieke. En verwerk in je losmakende teugelhulpen wat meer tijd i.p.v. korte rukjes. Zodat Jolieke vertrouwen krijgt in je bit en wat contact durft te nemen, op beide teugels.

Meestal moet ik van in de bak over weerstand bieden en nageven staan te preken, maar nu dien ik het toch eens over meer aanleuning te hebben. Oppassen toch, ‘aanleuning’ is geen gewicht op de teugel zetten, maar een continue licht variërend contact met de paardentong behouden. De aanleuning verbetert zienderogen en ook wat zoeken naar een diepere zit va n Marieke brengt soelaas. Zo, het eerste lesuur is voorbij en wij hebben geen enkele intentie van Jolieke gezien om zich te verzetten of te gaan steigeren, leuk toch.

Tijdens de tweede les is reeds een duidelijke verbetering in de teugelvoering vast te stellen. Marieke heeft thuis naarstig aan de voormelde punten gewerkt, en meldt mij met een brede lacht: Zij heeft deze week thuis geen enkele keer gestaakt Dré.

Grenzen bepalen door opvoeren van spanning

Zo dan is het moment daar om de spanning wat op te voeren, Marieke. Bij het meer intensieve werk in de schouderbinnenwaarts, (Meer stelling, langere stukken, …) merken wij dat Jolieke wat meer tegen de hand komt. Maar met wat verhoogde aandacht op het rond en diep rijden wordt deze hindernissen op een goed manier verwerkt. Bij het rijden van de appuyer bemerking wij storingen in het ritme, zowat met horten en stoten, dewelke dikwijls kenmerkend zijn voor het voorbereiden van een steigerpartij.

Toch even opmerken Marieke dat de achterhand wel een halve meter voor de voorhand loopt. Met zo’n hoge stelling is het quasi onmogelijk voor een paard om zich nog voort te bewegen. Heel normaal dus dat je Jolieke hierop gaat protesteren. Rij eerst maar een stuk rechte lijn van A in de richting van C en zet na een tijdje de achterhand lichtjes bij, om tot een regelmatige appuyer te komen. Leuk te bemerken dat Jolieke deze lichte appuyer op een gezellig manier weet te verwerken, en er geen enkel protest meer wordt getoond.

Gaan wij nu eens werken naar de verzamelde galop, Marieke? Rij binnenin een grote volte een spiraal om tot een zo klein mogelijke volte te komen, dat is toch een heel belastende oefening. Zeker voor een leuk eventing paard met een grote galoppade. Bij het rijden van een hele kleine volte en dit gedurende meerdere rondjes zien wij ook tijdens dit galopwerk een begin van verzet tegen de teugel optreden. Een voorbode om te gaan staken en steigeren. Enkel door het rijden van een iets grotere volte en/of de duurtijd op de volte te verminderen kunnen wij deze te zware oefening voor je Jolieke lichter maken. Dat doen Marieke en Jolieke dan ook op een voortreffelijke manier, en dat zonder enige vorm van verzet.

Overbelasting vermijden

Aan de expressie van Jolieke kunnen we afleiden met een werkwillig paard te doen te hebben. Maar ‘trop est trop’ en ‘te veel is te veel’ verkondigde onze vroegere eerste premier Paul Vanden Boeynants.

Trainen is per definitie het verleggen van de grenzen van ruiter en paard. Deskundig trainen van een paard is het voortdurend aftasten van de limieten, zowel mentaal als lichamelijk, zonder deze te ver of te lang te overschrijden.  Worden deze limieten te ver en te lang overschreden dan zal het paard zichzelf beschermen tegen vervelende invloeden en overgaan tot staken van de gevraagde arbeid. Bij je Jolieke is de oplossing ‘steigeren’ om aan het te zware werk te ontkomen. Andere paarden zullen de oefeningen uitvoeren als een marionette aan een koordje en een aangeleerd hulpeloos gedrag vertonen. En denk maar niet dat het bij de mens anders verloopt.

De 5 agressie niveaus

In mijn boek ‘Als fluisteren niet helpt’ is er een hoofdstuk ingelast over de diverse agressie niveaus: de 5 V’s zoals wij die noemen: Vleien/ Vluchten/ Verstijven/ Verzet/ Verslagen. Ja, Marieke, na het Verstijven (Die onregelmatige horten en stoten) neemt je Jolieke de toevlucht tot Verzet (Steigeren) om zichzelf te beschermen tegen overbelasting en zodoende zijn levensomstandigheden te verbeteren.

Het spelen met spanning is een noodzaak om tot een gewenste gedragsverandering te komen, zonder echter de limieten van het levende wezen te overschrijden.

Postscriptum

Jolieke deed het super op wedstrijd Dré. Geen enkel protest, niet perfect maar nu zeker goed genoeg. Denk dat jouw lessen er voor iets tussen zitten. Leuk na een paar weken trainen zo’n Whatsappje te ontvangen, Marieke, heel motiverend voor een instructeur hoor.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

102 Een keertwending om de achterhand aanleren

Een keertwending om de achterhand aanleren

Een keertwending om de achterhand aanleren.

De onafhankelijke hulpgeving voor de stap keertwending en galop pirouette zijn nagenoeg identiek.

Eerst observeren

Rij maar eens een keertwending om de achterhand, Marieke. En ja, Marieke rijdt zoiets dat op een kurzkehrt op de hoefslag lijkt, zoals ze dat ook al op wedstrijd gezien heeft. Een grote onregelmatige cirkel met verkeerde buiging en… en … . Stop er maar mee Marieke ik heb genoeg gezien, ik denk dat we aan de slag kunnen.

Juist, Marieke, ik heb je geen enkele voorafgaandelijke instructie gegeven, hoe je zo’n keertwending dient te rijden, maar dat doe ik doelbewust. Zoals ik je nu bezig zie zal je tijdens je trainingen thuis juist dezelfde ommekeer maken, en daar kan ik als instructeur nu op inspelen. Was het niet Einstein die vertelde dat ‘everything depends on the observer’. Ik als instructeur speel in eerste instantie de ‘waarnemer’, toch?

Oorlogje voeren

Op dit moment droppen de Israëli’s met drones precisie bommen op de hoofden van de Palestijnen, maar dat is anders geweest. Tijdens de middeleeuwen trokken onze beste ridders, echte mannen van adel met een mooi paard, naar het Midden-Oosten. Ze chargeerden met frontale aanvallen op de heidense (?) moslims. Prachtig toch als je dan je vurige paard vanuit volle galop kan ter plaatse brengen en je paard op kleine rondjes wild tekeer kan doen gaan. Het voetvolk als kegeltjes omverwerpende en dat terwijl nog een paar rake zwaardslagen kan uitdelen. Et voilà, hier werd de galoppirouette (En ook de levade) van de klassieke dressuur geboren, en dat dan nog met de teugels in één hand.

Stapsgewijze aanleren

De keertwending om de achterhand in stap past volledig in de voorbereiding van de hierboven beschreven galoppirouette. Ja, ook in draf kan je zo’n ommekeer maken, maar dat noemen wij in onze kür dan een piaffette, dus een keertwending in de piaffe.

Onafhankelijke hulpen

Als je het rijden van zo’n keertwending eens diepgaander ontleed, dan stel je vast dat er hier heel veel rijkunst bij te pas komt. Het belangrijkste aspect van deze oefening is, dat je alle hulpen op een onafhankelijke manier dient te kunnen geven, Marieke. Probeer met je rechterhand maar eens een moer op een bout vast te draaien, terwijl je met je linkerhand een andere moer probeert los te draaien. Aangezien vrouwen nu ook voor garagist studeren, neem ik aan dat dit voorbeeld genderneutraal is.

Tijdens een keertwending doe je met al je ledematen iets anders, dit teneinde je paard in deze oefening te houden. Simpel uitgedrukt probeer je met je handen de voorhand naar binnen te plaatsen, terwijl je met je beide benen het uitzwaaien van de achterhand probeert in te dijken. Oh, ja Marieke, ik diende je ook nog eerst te vertellen, dat bij een keertwending de voorhand een cirkel dient te beschrijven. Dit rond de achterbenen, die zich in een cirkel van 30 cm mogen voorwaarts verplaatsen. Logisch ook dat je Jolieke naar binnen gebogen staat zodat dat het beestje toch kan zien waar hij naartoe loopt.

Teugelhulpen

Met je beide teugels breng je de voorhand naar binnen, maar als voorbereiding hiervoor heb ik jou en Jolieke reeds de schouderbinnenwaarts geleerd, toch? En met je beide benen hebben jullie tijdens het ontwikkelen van de travers reeds de achterhand leren naar binnen plaatsen. Een stappirouette is dus eigenlijk niets meer dan het samen uitvoeren van de schouderbinnenwaarts en de travers, zodanig dat de achterbenen zich op een klein cirkeltje voorwaarts verplaatsen.

Natuurlijk breng je je beide handen naar binnen, terwijl je binnenteugel de nageeflijkheid en juiste buiging rond het binnenbeen bewaakt. Door een verhoogde inwerking van de buitenteugel plaatst je de voorhand meer naar binnen, terwijl het naar buiten brengen van de buitenhand het naar buiten uitslaan van de achterhand voorkomt of de achterhand meer naar binnen plaatst.

Beenhulpen

Je buitenbeen leg je meer of minder achteruit en je speelt ook met de intensiteit van deze kuithulp. Je binnenbeen zal de impuls in je paard houden, Marieke. Maar ook je buitenbeen kan op dat slappe momentje van dienst zijn.

Gewichtshulpen

Kijk zelf ook maar in de richting waar je paard naartoe kijkt (naar binnen dus), zodat je dadelijk kan meezitten met het veranderende zwaartepunt van je Jolieke.

Arbeidspirouette in stap

Begin maar eerst met dat alles te proberen op een kleine volte, waarbij je de voor en achterhand op twee concentrische cirkels (Mooi woord van mij hé) plaatst, en zoek maar steeds naar het verkleinen van je voltje, op zoek naar een diameter van 30cm. Mogelijks ervaar je dit succes nog binnen je eerste lesuur. Maar het kan ook maanden geduldig werk vragen alvorens je paard soepel en zonder boren (Binnenbeen blijft staan) op dit kleine cirkeltje stapt. En wees er maar zeker van dat dit op de ene hand een stuk moeilijker zal gaan dan op de andere hand. Dit heeft alles te maken met het scheef zijn van je paard en het links of rechts zijn van je eigen geest en lichaam, Marieke.

Ho, ik was het bijna vergeten vermelden dat je vóór het aanvangen van de keertwending reeds de verzamelde stap dient te beheersen, op de rechte lijn en de voltes. En dat je voortdurend voorwaarts dient te denken, en, ….

Oefening baart kunst

Alle voormelde signaaltjes (Hulpen noemen ruiters dat) kunnen op ieder moment ingezet of opgegeven worden of qua intensiteit (Sterkte van de hulp) tussen hoger en lager veranderd worden. Een keertwending rijden is dus niet zomaar je benen en teugels in een bepaalde positie vast zetten. Het is een continue verandering teweegbrengen in alle hiervoor aangehaalde communicatie signaaltjes met je paard en omgekeerd. Dit noemt men dan de ‘onafhankelijke hulpen’ en daarvoor is een onafhankelijke zit van de ruiter en een nageeflijk en doorlaatbaar gemaakt paard noodzakelijk.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

101     Een riempje meer of minder!

Een riempje meer of minden!
Een riempje meer of minder! Een neusriem wordt niet aangesnoerd en laat het paard toe te kauwen op het bit.

Met of zonder sperriemje

En waarom rij je zonder sperriempje Marieke? Oh, ik heb een nieuw hoofdstel gekocht en er waren niet genoeg gaatjes in het sperriempje, dus heb ik dat sperriempje er maar af gehaald, Dré. Je paard loopt mooi over de rug, maar ik bemerk dat je Jolieke heel onrustig is in de mond. Hij probeert steeds zijn mond ver open te sperren! De naam ‘sperriempje’ zegt het zelf, het is een riempje dat als doel heeft het opensperren van de mond te beperken. En neen, een sperriempje heeft niet de bedoeling om de mond van het paard strak dicht te snoeren, dat is een heel andere insteek.

Afkauwen toelaten

Kenmerkend voor een lichte aanleuning is het gezapig kauwen van het paard op het mondstuk, waardoor het beestje meestal ook gezellig gaat schuimen. Met deze steeds in frequentie en intensiteit variërende signaaltjes, communiceert je Jolieke met de lichte nageeflijke ruiterhand en vertelt zo zijn gevoelens aan de jou. En omgekeerd is dat ook waar, ook je eigen vingers kunnen jouw gevoel langs een doorhangend teugeltje naar de paardenmond overbrengen. De teugel is dus als het ware een communicatielijn waarmede emoties van jouw sterk ontwikkeld brein naar het minder ontwikkelde brein, van je lichamelijk tienmaal sterkere paard, overgebracht worden. En niet vergeten Marieke, dat emoties een levend wezen aanzetten om zijn gedrag te veranderen. Deze gedragsverandering bij het paard teweegbrengen, op onze vraag dan toch, is het doel van paardrijden, of zie jij dat anders? Alle overgangen en veranderingen in een beweging zijn toch gedragsveranderingen, neen?

Stabilisering van het bit

Jonge paarden zijn op zoek naar wat ze in Gods naam met zo’n stuk ijzer of kunststof in hun mond kunnen aanvangen. Ze proberen soms aan de invloed van dat vreemde ding te ontsnappen door de tong boven of achter het bit te plaatsen. Vele paardenmensen denken dat je dat kan voorkomen door de neusriem nog wat gaatjes strakker te spannen, maar niets is minder waar. Bij een losse, of zelfs geen neusriem, heeft het paard de mogelijkheid om gezellig met het bit te spelen.

De meest aangename ervaring voor het paard is de tong onder het bit, zeker als je niet continue met je ruitergewicht aan de teugels hangt. Vergeet niet dat bij een trekkende ruiterhand de tong tussen het bit en de onderkaak op een pijnlijke manier wordt geplet. Sommige paarden spelen echter te veel met het loshangend bit en daartegen is een sperriempje een goede oplossing. Zonder dat die daarvoor dient knellend aangespannen te worden.

Onrustige mond

Jouw Jolieke, Marieke, speelt onrustig met zijn bit en opent daarbij veelvuldig de mond, zodat de soepele aanleuning met je teugel steeds wordt verbroken. De sperriem dient om een overmatig openen van de mond te voorkomen, zodat de communicatie op een constante, door de ruiter controleerbare manier kan verlopen. Ook op een relatief losse sperriem kan een paard, belemmerd in zijn mondvrijheid, rare dingen doen en zelfs verzet geven tot achteroverslaan toe. Bij zo’n extreme reacties stel ik mij wel de vraag of de oorzaak niet gezocht dient te worden in het aanwezig zijn van pijnlijke tanden. Enkele weken voor het eerste maal inbrengen van een bit laat je best een inspectie van de tanden uitvoeren door een deskundig tandarts. Wolfstandjes laat je natuurlijk verwijderen alvorens je met je jonge beestje begint.

Slobberriempje

Nu wij het toch over riempjes en bitten hebben zou ik je nog wat willen vertellen over het slobberriempje, Marieke. Dit is een heel fijn riempje dat over de onderlip van het paard van de ene naar de ander schaar van de stang loopt. Het slobberriempje heeft als doel de stang wat stabieler in de mond van het paard te leggen. Het voorkomt dat het paard de stang naar eigen believen met de tong kan opheffen en terug laten vallen en de scharen naar voor en achter klapperen. Dit spel kan je veel zien als paarden met trens en stang de vrije teugel krijgen.

Een ander voordeel van het slobberriempje is dat je paard de schaar van je stang niet zijdelings tussen de tanden kan nemen. Sommige snuggere paarden fixeren graag de schaar van de stang tussen de tanden. Daardoor ontsnappen ze aan de de sterke inwerking van de stang en worden zijzelf meester van het spel. Ze kunnen dan zelfs gemakkelijk op de loop gaan met hun berijder. Ook een slobberriempje wordt niet strak aangespannen, maar los bevestigd zodat de scharen in het verlengde van de mondlijn kunnen naar voor komen, maar niet verder.

Diverse types van neusriem

Bij mijn voorgaande beschrijving heb ik het natuurlijk over een gecombineerde neusriem, wat niet betekent dat je niet deftig zou kunnen rijden met een ander type van neusriem. Momenteel zijn er ook allerhande ergonomische uitvoering op de markt, maar de regels waaraan deze rijkundig dienen te voldoen blijven zeker van toepassing.

Juist, bij trens en stang heb je natuurlijk geen sperriempje meer, maar enkel een hoge neusriem. Sommige enkelingen denken dat het tongprobleem ook bij stang en trends kan opgelost worden met het toevoegen van een strakgespannen sperriempje tijdens de trainingen! Ook hier is de enige oplossing te zoeken in het aanleren van een nageeflijke hand aan de ruiter, waardoor een te grote spanning op de tong wordt vermeden. Maar dat is een heel ander hoofdstuk.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken

100 Hoe word ik nationaal kampioen?

Hoe word ik nationaal kampioen?

Hoe word ik nationaal kampioen? Enkel de jury bepaalt jouw klassering.

Enkel de jury bepaalt je punten

Je wordt maar kampioen, Marieke, als de jury’s je meer punten geven dan de andere combinaties, zo simpel is dat. De jury is dus één van de vele externe factoren die je resultaat beïnvloeden en waarop je maar weinig of geen invloed kan uitoefenen. Uit mijn eigen jury periode herinner ik mij dat ruiters en hun entourage heel vriendelijk zijn als je op het jurybankje zit. En het gebeurt ook dat sommige ruiters bij bepaalde jury’s niet meer willen rijden, en dit om uiteenlopende redenen.

Richt je aandacht op wat jijzelf kan beïnvloeden

Aangezien je op het jureren zelf maar weinig invloed hebt, is het dus best om je aandacht en inspanningen te richten op wat je zelf kan beïnvloeden. Eén van mijn leerlingen met een hoog analytisch vermogen feliciteert mij: Met een goed paard, een goede ruiter en goede begeleiding kan je kampioen worden, korter kan ik het echt niet samenvatten.

Mijn paard is nationaal kampioen

Met enige fierheid kan ik vermelden dat mijn 5-jarige Nastrovjah een paar weken geleden nationaal kampioen is geworden. Jaja, ik weet het wel het is het maar in een lager reeksje. Het juiste moment toch om even te ontleden ‘waarom’ de jury haar en Marieke op de eerste plaats heeft gezet.

Een goed paard maak je zelf

Alles begint natuurlijk met het goed rijden van een talentvol paard. Iedereen weet dat een uitmuntend en goed aangereden paard voor de gewone liefhebber niet te betalen is. Of erger nog, de meeste liefhebbers verkopen hun beste paard en rijden verder met deze die nog overschiet.

Kampioen worden begint dus dikwijls vele jaren voor de bekroning, zelf een merrie met goede afstamming kopen en daar zelf de betere hengsten naartoe leiden. Of misschien koop jij direct een veulen van betere makelij. Als je dan nog wat geluk hebt, wordt er in je schamel stalletje een paard met veel vermogens geboren of ook niet. Voor de eerste maal in mijn lange leven had ik de luxe om het talentvolste paard te kunnen kiezen uit verschillende jonge paarden die wijzelf gefokt hebben.

De aangeboren vermogens ontwikkelen tot talenten

Ieder paard en mens is met meer of minder vermogens geboren. Deze vermogens dienen door een aangepaste training dan verder ontwikkeld te worden tot ze vaardigheden zijn. Als alles optimaal verloopt kan je na veel training van talenten spreken. Voor het ontwikkelen van de paarden talenten dien jijzelf ook je eigen talenten ontwikkeld te hebben. Juist, je dient dus geschoold te zijn in de brede waaier van paarden kennis en deze ook veelvuldig, met vallen en opstaan verder ontwikkeld te hebben in de praktijk. Juist, Marieke, sommige paarden hebben een natuurlijke oprichting, een ondergebrachte achterhand en drie uitmuntende bewegingen en veel impuls van moeder natuur meegekregen bij de geboorte. Naast nog vele tientallen andere eigenschappen zijn dit toch de belangrijkste eigenschappen waarmede jij bij de jury kan aanzetten op zijn zak met puntjes leeg te schudden.

Een gezonde geest in een gezond lichaam

Naast de vele lichamelijke factoren mag men de mentale component van ruiter en paard zeker niet vergeten. Respect en vertrouwen tussen paard en mens zijn de belangrijkste fundamenten voor het succesvolle rijpaard, en deze worden hoofdzakelijk tussen de geboorte en het zadelmak maken reeds geduldig opgebouwd. Na veel inspanningen en wegvloeiende centjes hoop je dan dat je uitverkorene ook nog voor jou wil werken, dat hij of zij ‘rittig’ is? Deze werkwilligheid, een mentale ingesteldheid, is mogelijks nog de belangrijkste eigenschap om tot resultaat in de africhting te komen.

Externe middelen inschakelen

Wegens wat ouder worden maken wij onze paarden niet meer zelf zadelmak, maar vind ik het toch steeds beangstigend om een jong paard in de handen van de zadelmak maker te geven. Mijn ervaring heeft mij geleerd dat het veelal jonge onervaren kornuiten zijn die deze levenslange inprentingen aan het groene paard meegeven. (Oei, de oude wijze man heeft gesproken)

Duidelijk dus dat je sommige zaken volledig zelf in de hand hebt en andere door je vingers voelt glippen. ‘Wat jezelf doet is het beste’, en dat is dikwijls zo, maar soms is het toch beter om externe middelen in te schakelen. Ondanks mijn hogere leeftijd train ikzelf Nastrovjah drie tot viermaal per week. Maar tweemaal per week geef ik het stuur aan Marieke, een jonge getalenteerde en ervaren amazone. Zo kan zij voldoende feeling met Nastrovjah kan opbouwen, om succesvol aan de wedstrijden deel te nemen. Laat ons eerlijk zijn, zo’n jonge griet kan de jury zeker beter de punten uit zijn zakken halen dan een oude rond botsende vent, zoals ik mijzelf ondertussen beschouw. Door een regelmatige begeleiding ben ik er zeker van dat mijn gastruiter en ikzelf door overeenkomstige signalen met onze gemeenschappelijke Nastovjah communiceren.

Hoe de africhting van zo’n jong beest verloopt gaan wij hier niet in detail bekijken, dat zou ons te ver van ons onderwerp afleiden. Dat weet je mogelijks zelf wel of kan je eigen instructeur je hopelijk ook vertellen, of niet misschien?

Een resem aandachtspuntjes maken het verschil

Naast de technische uitbouw van de combinatie zijn en ook nog heel veel praktische zaken waardoor je voorbereid naar een wedstrijd toe kan vertrekken. Ik som maar even op:

-Voor het wedstijdseizoen heeft mijn echtgenote beslist om het eentonig bruin gekleurde hoofd van Nastrovjah wat meer expressie te geven. Dit door een neusriem met een wit randje en een blingbling frontriem aan te schaffen. Ikzelf ken van deze optut dingen niet zoveel en laat met genoegen een ander zich daarop uitleven. Wel weet ik dat de hoofdhouding (Juist, van het paard) een belangrijk punt is bij het jureren en een goede houding dan ook best wordt geaccentueerd.

-Een paar weken voor de wedstrijd wordt ons beestje in deze herfstperiode reeds van een warm dekentje voorzien. De prestaties van het paard liggen hoger bij een lichte vacht en alles oogt toch wat beter voor de jury en de toeschouwers.

-We vermijden dat ons paard kort voor de wedstrijd nog dient beslagen te worden, en wij voorzien ijzers met tapgaten natuurlijk, toch als de wedstrijd op een weide plaatsvindt.

-Veertien dagen voor de wedstrijd leggen wij op het grasland een piste aan die zoveel mogelijk gelijkt op de vierhoek waarin de wedstijdproef zal plaatsvinden. Allerhande witte hekjes, Ikea opstapjes als letters, enkele springbalken op de grond. Rond ons huis steel ik ook een opvouwbare jurytafel en -stoeltjes, de mooiste bloempotten verdwijnen en ….

-In deze periode rijdt Marieke hier regelmatig de dressuurproef en ik geef instructie vanop mijn aftandse Gator die te dicht bij C is geparkeerd. Ja, de hond mag als storende factor ook plaatsnemen op het bakje hoor. Nastrovjah mag gerust de proef wat van buiten kennen, maar we letten er wel op dat haar eigen initiatief geperkt blijkt. Rond onze ring rijden wij los en dan direct de nagebootste ring binnenrijden. Zo leren we hoe in te spelen op de mogelijks opborrelende emoties van Nastrojah. Neen, gezien onze ruime wedstrijdervaring hebben Marieke en ikzelf een goede beheersing van dit gesimuleerd wedstrijdverloop. En daarbij, een beetje wedstrijdangst bevordert de prestatie.

-Ik weet wel Marieke dat je mama heel graag en ook goed de proef voorleest, maar train het uit je hoofd rijden van je proefje maar. Dan dien je nooit op je voorlezer te wachten. Het geeft de jury tevens de indruk dat jij je proefje door en door kent. Je kan zelf constant voordenken wat je voortdurend in je proefje hoeft te doen, in plaats van afwachtend aan de lippen van je voorlezer te hangen.

-De dagen voor de competitie is de weidegang toch wat beperkt in de tijd, kwestie van dat buikje wat weg te krijgen. En openspattende mest is toch wat storend bij het rijden van je mooie proef.

-Een mislukte deelname aan een interland, met mijn splinternieuwe rijlaarzen, heeft mij geleerd dat je de laatste dagen niets meer verandert aan het harnachement van paard en ruiter. Oh ja, dat vlindertje om de teugel, als stop voor de martingale, gaan we toch nog wegnemen. Volgens een goede vriend lijkt de hals van Nastrovjah langer als dit verwijderd is.

-De dag voor de wedstrijd wordt er rustig dressuurwerk gedaan en een gezellige buitenrit, een beetje tapering off mag er ook bij komen en de zinnen eens verzetten kan geen kwaad.

-Daags voor de wedstrijd wordt het mooi gepoetste materiaal door mijn echtgenote deskundig in de wagen gestapeld, kwestie van niets terug vergeten en alles eenvoudig terug te vinden. De morgen van de wedstrijd wordt dat jonge beestje ook nog gewassen met de juiste shampoo en tot in de puntjes getoiletteerd. Over toiletteren kunnen wij een gans boek schrijven, maar daar gaan we hier niet aan beginnen.

-En juist voor het vertrek wordt Nastrovjah reeds voorzien van de aangepaste ‘kalkoenen’ om de nodige loopzekerheid te garanderen op het mooie grasveld. Zo’n jong beest op de wedstrijd van vijzen voorzien zorgt toch dikwijls voor de nodige stress bij het paard en de ruiter en kan het vertrouwen schaden.

-Een kwartiertje voor het opzadelen wordt het hooi weggenomen, zodat er met een witschuimend mondje kan gereden worden en het mondstuk niet vol hangt met oude etensresten.

-Natuurlijk voorzien we Nastrojah tijdens het losrijden van witte bandages om haar mooie bewegingsapparaat wat in de verf te zetten. Of dacht je dat de jury nooit eens opzij kijkt naar wie er nog gaat binnenkomen?

-Na het opzadelen neem ik als vertrouwenspersoon Nastovjah aan de longe mee voor een kwartiertje site seeing, om te gewennen aan deze toch wat vreemde omgeving voor dit jonge beestje. Daarna stijgt Marieke op en loop ik toch nog maar eens mee aan hun zijde om onverwachte omstandigheden, zoals een tegenliggend vreemd bokkend en steigerend paard, de sfeer niet te laten bederven.

-Tijdens het losrijden zoeken wij zoveel mogelijk dezelfde omgeving op als in de echte ring. Een leegstaande ring of een paar toertjes rond de ring brengen hiervoor meestal soelaas.

Bij de bel sta je er als ruiter alleen voor

-En dan gaat de bel, vanaf nu wordt het een verleidingsspel tussen Marieke met Nastrovjah en de aandachtige jury. Hun doel is niet nationaal kampioen te worden, maar het beste van hunzelf te geven. De gevraagde oefeningen hebben wij er thuis netjes in getraind, zoals de andere deelnemers vermoedelijk ook hebben gedaan. Nageeflijkheid, doorlaatbaarheid, opgewekte en beheerste drang voorwaarts, zijn de belangrijke poker kaarten die wij op de tafel gaan leggen. Een goede jury zal deze basisfundamenten van de dressuur hopelijk wel herkennen en daar op alle rubrieken een half puntje meer voor geven.

Meer hippische interesse?

Doorlaatbare dressuurlessen krijgen

Hippische leerboeken lezen

Educational workshops voor je vereniging

Meer voldoening zoeken