Uitgestrekte draf moet worden ontwikkeld
Binnen veertien dagen ga ik op wedstrijd Dré, en er zit uitgestrekte draf in die proef. Maar dat wordt dan kort dag Marieke, wij hebben met je jonge paard hoofdzakelijk aan de kwaliteit van het basiswerk en de nageeflijkheid gewerkt. Ondertussen loopt je paard ontspannen over de rug en zijn de drie basisgangen correct en heb je een heel gehoorzaam beestje, toch al iets om tevreden over te zijn.
Midden draf of uitgestrekte draf?
Maar ik vermoed, Marieke, dat je geen uitgestrekte, maar middendraf moet laten zien? Uitgestrekte draf is zowat het maximum van draf uit je paard halen. Middendraf, zoals de naam het zelf zegt, ergens tussen de arbeidsdraf en de uitgestrekte draf ligt.
In de hogere dressuur klassen wordt er ook wel eens uitgestrekte en middendraf gevraagd en dan dien je natuurlijk het verschil tussen beiden te kunnen laten zien. Maar bij je jonge paard wordt enkel middendraf gevraagd. Pssst, je moet het niet voortvertellen, maar in de kleuterklassen haal je dus gerust het maximum uit je paard, de jury kan toch niet weten wat de uitgestrekte draf wel zou kunnen zijn.
Voor het nemen van je diagonaal in je maximale draf, haal je ook je arbeidsdraf wat naar beneden, wat verzamelen dus, en steek je er ook het maximum aan impuls in. Door vooraf wat te verzamelen zal het verschil tussen je arbeidsdraf en je midden (= uitgestrekte) draf maximaal tot uiting komt. Op het uiteinde van je diagonaal doe je natuurlijk juist het omgekeerde en ga ja na je verruiming ook naar dat kleinere arbeidsdrafje, dit om te schoren bij het opvangen. Als je dat wat met gevoel doet vallen die kleine trucjes niet op voor de jury. Door de impuls die je voorafgaandelijke in je Jolieke steekt kan hij als een pijl uit een boog vertrekken naar zijn uitgestrekte draf.
Toch nog even vermelden dat impuls een verhoging van spanning betekent om bereidheid tot actie te verkrijgen, in dit geval dus uitgestrekte draf tonen. Wel opletten Marieke dat je onder de limiet van je paard blijft. Je dient de impuls tijdens het ganse uitstrekken te bewaren, je moet voortdurend het gevoel hebben dat er nog meer uit te halen valt. Zoniet valt je paard uit elkaar (Neen, je hoeft achteraf geen losgekomen stukken gaan te zoeken, haha) en is er veel kans op onregelmatige passen.
Het zijn allemaal geen draf machines
Maar wij dienen wel eerst nog wat aan de verruimingen zelf te werken Marieke, want je Jolieke is een echte galoppeur. Wat bedoel je daarmee Dré? Je hebt toch al gemerkt dat je paard bij het longeren veelvuldig in galop springt bij het vragen van wat meer activiteit in de draf. Ik ben er zeker van dat hij in vrijheid op de weide, zich hoofdzakelijk in galop voortbeweegt en de draf links laat liggen. (Vraagje, zou je ook iets rechts kunnen laten liggen?). Sommige andere paarden zijn echte ‘dravers’ en kennen met moeite de drietakt galopbeweging. Met galopoefeningen heeft je Jolieke geen probleem, dat laat hij ons steeds zien. Maar draven, ja, dat is niet zijn grootste talent, maar wij weten dat talenten kunnen ontwikkeld worden, en dat gaan wij natuurlijk ook doen.
Maximale drafbeweging ontwikkelen
De eenvoudigste en ook gezelligste manier is met je Jolieke buitenritten te gaan maken en hem kilometers op zijn maximum door het bos laten draven. Neen Marieke, dat doe je zeker niet op de verharde weg naar het bos toe, toch een beetje spaarzaam zijn op die zuivere beentjes van je paard. Best nog dat je dat samen met een paar andere paarden kan doen, zij mogen zeker een verzameld galopje doen, maar jij probeert altijd de draf verder te ontwikkelen. Aangezien de lange bosdreven hier niet voor het rapen liggen, zullen wij verplicht zijn om dat op onze dressuurpiste te trainen. Die eindeloze rondjes draaien is mentaal wat meer belastend voor het paard en natuurlijk rond je de hoeken goed af wanneer je in de maximale draf aan het rondstuiven bent.
Moet het nu al vanuit de achterhand komen?
Maar een uitgestrekte draf moet toch uit de achterhand komen Dré? Dat is juist Marieke, maar eerst moeten we de weg daar naartoe bewandelen. We gaan nu eerst je paard leren ruimere passen nemen, dat is toch de kern van een uitgestrekte draf. Onze focus ligt daarop en op niets anders, je Jolieke dient voor mij niet mooi in de hand te lopen, daar gaan we later wel aan werken. Leer nu maar aan je paard dat, je beide benen wat meer aansluiten rond zijn romp, het teken is van uitgestrekte draf.
Aangezien dit werk ook lichamelijk zwaar is zou ik dat maximaal tweemaal per week doen. Neen, het is niet de bedoeling van je beestje leeg te rijden, maar wel zijn fysiek verder op te bouwen, terwijl wij naar die ruime passen op zoek gaan. Je zal bemerken Marieke dat het bewegingsapparaat van je Jolieke er in de draf binnen een paar weken reeds heel anders gaat uitzien. Pas op dat moment zullen wij hem wat gaan terugnemen, zodat zijn draftempo langzaamaan vertraagt en dit met behoud van zijn paslengte. Door de jaren heen zullen wij de uitgestrekte draf verder ontwikkelen zodat hij vanuit de achterhand komt en er vanuit de oprichting een mooi voorbeen tevoorschijn komt.
Swingend voorbeentje ontwikkelen
Oh, van een voorbeentje gesproken, geef je paard tijdens dit werk ook maar wat steun op de teugel, Marieke, er loopt immers een spiertje (Voor de lezers even opgezocht: Brachio-Céphalique) vanaf het achterhoofdsbeen (Hoogste punt van de schedel) naar de opperarm van het voorbeen.
Door dit spiertje wat onder spanning te zetten verkrijgen we een verhoogd opheffen van het voorbeen. De combinatie van de grote paslengte en de verhoogde beweging geven aan de uitgestrekte draf een wauw effect. Paarden die zwaar op het bit hangen kunnen door de spanning in dit spiertje toch een spectaculair voorbeen geven. Maar zevertonen door het gemis aan nageeflijkheid meestal een slepende achterhand.
Regelmatig zie ik op de sociale media foto’s verschijnen waarbij beweerd wordt dat in de draf, het pijpbeen van het achterbeen evenwijdig met het spaakbeen (Lange been boven de knie) van het diagonale voorbeen dient te zijn. Waarom dat zo zou moeten zijn, daar heb ik geen zicht op en ik betwijfel dat dan ook. Door een aangepaste training en ook ten gevolge van een op het voorbeen gefocuste fokkerij kan een meer naar voren en opwaarts werkend voorbeen verkregen worden. Zonder trucen van de foor te gebruiken, en daar is volgens mij niets mis mee.
Om deze reden is niet te verwonderen dat er heel veel paarden met een eenzijdige aanleuning ook onregelmatigheid vertonen in de voorbenen. Terecht wordt dit teugelkreupelheid genoemd.
Wij zullen ook wat cavalettis lopen om de drafpassen te helpen vergroten, Marieke. Eerst ons jonge paard laten gewennen, zodat het regelmatig over de op de grond liggende balkjes loopt? Dan gaan wij beetje per beetje de balken verder uit elkaar leggen. Later gaan wij van die grondbalkjes echte cavalettis maken zodat ook de spieren ontwikkelen om de benen van het paard hoger op te tellen. Bij het longeren, maar ook bereden kunnen wij de balkjes op een cirkel leggen. Dit Heeft het voordeel dat wij de drafpaslengte kunnen vergroten door meer op de buitenkant van de cirkel te rijden.
Uiteindelijk zullen wij een uitgestrekte draf kunnen rijden met veel draagkracht en activiteit in de achterhand, een van de grond komend voorbeen en dit allemaal met een lichte aanleuning op de teugel. Maar eerst beginnen met het begin hé.
Meer hippische interesse?
Doorlaatbare dressuurlessen krijgen