Oprichting opzoeken
Ik stel vast dat je niet goed weet waar je je edele hoofd dient te dragen tijdens het rijden, Lucy. Bij volgens jouw normen moeilijke taken, zoek je de oplossing in het naar boven wegrukken van je hoofd of heel diep te gaan lopen om mogelijks daarbeneden op het bit te gaan hangen.
Achterhand onderbrengen
Dit zijn verschijnselen die erop wijzen dat ik nog niet genoeg gewicht op mijn achterhand kan nemen Dré, en daar gaan wij nu ook intensief aan werken hé. Voor het bestijgen gaan we samen een sessie aan de hand inlassen. Jaja, vanop de grond kan ik de positie van je hoofd heel goed controleren en je hoger of lager instellen waar nodig. Veel stoppen en vertrekken en korte schakelingen ontwikkelen de voorwaartse drang en reactiviteit van een paard. Gezien je hoge temperament, fijngevoeligheid en overdreven looplust Lucy, zal ik dus aangewezen zijn op langere stukken van hetzelfde werk en het zoeken naar verlaging van de spanning. Door het werken op kleine voltes is de looplust van het paard gereduceerd. Maar ook door lateraal werk wordt de voortstuwing van de achterhand ingeperkt.
Kuitwijken op een kleine volte
Door je rondom mij, op een klein cirkeltje van een paar meter te zetten in een duidelijk ‘wijken voor de kuit’ instelling zal je een duidelijke buiging leren aan te nemen, je achterhand onderbrengen en je lenigheid nog verbeteren. Wanneer deze oefening in alle ontspanning gebeurt met een mooi nageelfijk binnenteugeltje, gaan wij door het inzetten van de buitenteugel, vanaf de kleine volte rechtdoor naar de hoefslag te wijken en op hoefslag dezelfde stelling en nageeflijkheid aanhouden. Je hals laat ik natuurlijk voldoende lang. We streven naar een losgelatenheid op zowel de binnen- als de buitenteugel, om het opbouwen van overmatige spanning te vermijden. Het in de gewenste positie brengen van de voor- en achterhand is door een lichte openingsteugel van de binnen- of buitenteugel bewerkstelligd.
Ongelijke aanleuning wegwerken
Bij dit werk aan de hand Dré, heb je toch al opgemerkt dat ik op je rechter teugel een grotere aanleuning hebt dan aan de linker. Dit resulteert in een linker buiging van mijn ganse lichaam, waardoor mijn rechter achterbeen minder belasting dient op te nemen. Door veelvuldig werk in de schouderbinnenwaarts rechts zullen wij je rechter achterbeen trainen om meer gewicht op te nemen, Lucy.
En ja Lucy, wanneer je deze oefening goed beheerst zullen wij terug overschakelen naar die kleine volte. Maar nu zullen wij de schouderbinnenwaarts inzetten en dezelfde oefening herhalen zoals hiervoor beschreven. Neen, je ruime elegante stap wens ik niet te zien, ik ben op zoek naar een verzamelde stap, gehoorzaamheid en engagement van je achterhand.
Buiging belemmert het protest
Zoals ik verwacht had vertoon je natuurlijk het nodige protest tegen deze verzamelde stap, maar je hoofd lostrekken is bij een gebogen stelling natuurlijk niet evident. En reken er maar op dat ik met mijn beide voeten op de grond sta en dus over de nodige stabiliteit beschik om aan je ontsnappingspogingen weerstand te bieden Lucy. Mijn grondpositie geeft mij een mooi zicht op je gedragingen. Dat is toch belangrijk voor iemand zoals ik, die een heel visueel voorkeursysteem heb. Ik vind het leuk om je te ‘zien’ afkauwen op de binnenteugel en het eerste schuim op je kleine mondje te zien verschijnen. Nageeflijkheid op de binnenteugel noemt men dat in ruitertermen.
En met mijn grondpositie mag je gerust impulsief links en rechts- en ook hoog en laag dansen, zonder dat ik mijn evenwicht zal verliezen. In geen geval mag je te weten komen Lucy, dat er zoiets bestaat als de berijder van je rug halen. Want een spontaan getoond ongewenst gedrag met een succesvolle ervaring, wordt steeds frequenter en met een hogere intensiteit herhaald.
‘Grondwerk’ en ‘bereden’ combineren
Na zo een paar sessies aan de hand is het duidelijk dat mijn overmatige spanning weggeëbd is, Dré. Dus is het tijdstip aangebroken om alle voormelde aan de hand uitgevoerde oefeningen, in dezelfde sequentie uit te voeren met jou op mijn rug.
Ook rechtrichten in galop
Ook in de galop zal het nodig zijn om veel schouderbinnenwaarts rechts te rijden om het rechterachterbeen voldoende onder de massa te doen treden. De halsbuiging dient niet overdreven te zijn. Met de linkerteugels zal ik je voorhand naar de binnenhoefslag plaatsen, terwijl je achterhand door het inzetten van het rechterbeen naar de hoefslag wordt gedreven. Hier wordt dus een aanvang genomen met de lange weg van het recht richten Lucy.
Meer hippische interesse?
Doorlaatbare dressuurlessen krijgen