Eerste maal galopperen
Ik doe mijn uiterste best, Dré, om met jouw zware en storende lichaam op mijn rug, voor de eerste malen te galopperen en je noemt dat in galop sukkelen. Tegen je leerlingen hoor ik je steeds over galop aanspringen spreken, waarom doe je dat niet naar mij toe?
In galop vallen of springen
Maar ik bedoel dat niet slecht, Lucy, er zijn meerdere manieren om in galop te geraken hoor. Iedereen spreekt natuurlijk over in galop ‘aanspringen’. Maar ‘aanspringen’ is echt reeds een ver gevorderde manier van aan galopperen, dewelke meerdere maanden training vraagt of zelfs jaren, als je het echt volgens het boekje wil doen. Bij het in galop aanspringen reageert het paard bliksemsnel op de door de ruiter gegeven signalen. Het vertrekt in galop door het onderbrengen van de achterhand, dewelke de voorhand opwaarts drukt. Hierdoor kan het binnenbeen opwaarts en naar voor kan treden, om zodoende in de juiste galop aan te springen. Neen, zover zijn wij op dit moment nog niet, maar dat komt wel hoor.
In galop laten ‘vallen’ is nog een andere manier van aangalopperen en ook dikwijls gebruikt om het jonge paard deze overgang van draf naar galop aan te leren. Hierbij wordt het paard in een heel ruime draf geplaatst. Meestal in een hoek, werpt de ruiter zijn gewicht naar binnen. Hierdoor wordt het evenwicht van het paard verstoord, valt het paard letterlijk over het binnen voorbeen en gaat de achterhand de hoogte in. Hopla, wij zijn dan ook in de galop aanbeland. Deze manier van aansprongen veroorzaakt steeds grote versnellingen bij de combinatie en daarbij valt het paard volledig uiteen. Aangezien de dressuur erop gericht is om verzameling te bekomen schijnt deze werkwijze niet bevorderlijk voor het te bereiken doel.
Voorbereiden op aanspringen
Wij proberen op een ietwat andere manier aan te springen, Lucy. We doen dit op een wijze die zowat in het midden ligt van ‘aanspringen’ en ‘laten vallen’ in galop. Zoals je na een paar keer reeds gesnapt hebt vertrekken wij uit onze gewone arbeidsdraf. Dat kan ook niet anders want van verzamelde draf het je van mij nog niets gehoord, daar ben je nog niet rijp voor. Enkele passen voor het aanspringen leg ik mijn benen reeds in de voor de galop gewenste positie, zodat je al wat bent voorbereid op wat er gaat volgen.
Op het moment dat je binnenste voorbeen de grond verlaat verhoog ik de voorwaartse drang door het inwerken met mijn benen. Dit gecombineerd met een ietwat naar boven werkende teugelhulp. Hierbij vraag ik je een directe reactie op mijn hulpen. Niet een paar pasjes later, maar nu direct, stante pede. Dit verzekert mij dat je daarbij ook nog in de juiste, door mij gewenste galop, zal aanspringen. Als je ogenblikkelijk aanspringt op het moment dat je binnen voorbeen de grond verlaat, dan kan je niet anders dan aanspringen in de juiste galop. Nuttig om weten toch.
Tijdens longeren reeds voorbereid
Gelukkig hebben wij het woordje ‘galop’ tijdens het longeren reeds geconditioneerd als signaal om aan te springen in galop. Deze jouw reeds bekende hulp zal ik dan ook gebruiken bij het bereden aanspringen, Lucy. Deze verbale hulp, waarop je tijdens het longeren heel goed reageert, zal gegeven worden juist nadat ik je de voor jou nog onbekende hulpen voor het aanspringen in galop geef. Juist, het nieuwe aan te leren signaal (Beenhulpen,…) om tot een gedragsverandering te komen (In dit geval aanspringen) wordt steeds gegeven vóór het reeds bekende signaal (Stemhulp).
Wendingen en cirkels
Het leren in galop gaan (Klinkt mooier dan ‘in galop sukkelen’) doen we de eerste tijd enkel voor een wending of op een grote volte. Een volte is een cirkel, dus de meetkundige figuur met een straal die constant is t.o.v. het middelpunt, heb ik in de lager school geleerd. Maar Lucy en ikzelf rijden nu onregelmatig gevormde eieren figuren in plaats van voltes en blijven ook wat aan de hoefslag plakken, maar dat wordt op dit ogenblik allemaal getolereerd.
Nageeflijkheid gaat verloren
En ja hoor, ik laat je toe dat je de teugels wat uit mijn handen trekt tijdens het aanspringen en ook dat onze nageeflijkheid verloren gaat bij het aanspringen. Maar telkens zullen wij de nageeflijkheid voor het aanspringen in de draf herstellen en deze in de galop ook reeds gaan opzoeken. De nageeflijkheid tijdens het aanspringen zullen wij op deze manier ook tijdens de overgang zelf wel terug opbouwen. Ik bemerk dat je nageeflijkheid in de draf sterk achteruitgaat door het meerdere malen na elkaar aan te springen. Als dat de spuigaten begint uit te lopen zullen wij het aanspringen in galop een tijdje uit onze training bannen en zelfs een paar dagen overslaan. Dit tot de juiste aanleuning in de andere gangen weer is hersteld.
Niet storen
Maar zit jij op de eerste foto niet wat in verlichte zit, Dré, ik ben dressuur gefokt en je bent toch niet van plan met mij te gaan springen. Er is niets mis met die verlichte zit Lucy, dat doe ik speciaal om jouw rug in de galop wat te ontlasten zodat je het gemakkelijker je achterhand kan onderbrengen en het beter aankan om te blijven galopperen.
Juiste beenzetting op het juiste moment
Maar waarom zet je nu zo een lelijke foto bij je artikel, zo staat het aanspringen in galop toch nergens beschreven, Dré. Het komt nog wel Lucy dat wij volgens het boekje kunnen aanspringen, maar ondertussen zijn wij gewoon onderweg naar deze doelstelling. Voor de bijgaande foto hoeven wij ons echt niet te schamen. Ja, Lucy, deze leerzame foto toont aan onze lezers de juiste beenzetting tijdens het ideale moment waarop er ogenblikkelijk dient aangesprongen te worden. Het is het moment waarop het rechtervoorbeen de grond aan het verlaten is en het rechter achterbeen afsteunt onder het paardenlichaam. Zo kan de nodig opwaartse kracht voor het aanspringen worden geleverd. Hier wordt de eerste sprong in galop rechts geboren, vanuit de achterhand dan nog wel.
Begeerde nageeflijkheid
En ik maak me niet ongerust over eventuele opmerkingen van lezers hoor, Lucy. Deze met enige ervaring weten dat bij het aanleren van een nieuwe oefening de zo begeerde nageeflijkheid steeds verloren gaat en later telkens opnieuw terug dient opgebouwd te worden. En ja, dit zal zo zijn gedurende je volledige africhtingsperiode, voor altijd dus.
Meer hippische interesse?
Doorlaatbare dressuurlessen krijgen